Wallonië bloedt financieel dood
De Waalse begroting stevent tegen het einde van de legislatuur af op een tekort van meer dan 1 miljard euro. Een gevolg van de zesde staatshervorming en de federale taxshift. Ondertussen kiest Brussel via regionale belastingverlagingen voor fiscale concurrentie met Wallonië. Waals minister-president Paul Magnette (PS) is not amused. Eist Wallonië in 2019 een nieuwe financieringswet en lonkt dan het confederalisme?
915 miljoen euro. Dat is tegen 2020 de kostprijs van de federale taxshift voor de gewesten en de gemeenschappen. Vlaanderen draagt 587 miljoen euro van de factuur, Wallonië 263 miljoen euro en Brussel 65 miljoen euro. De gemeenten krijgen een rekening van 264 miljoen euro gepresenteerd. Dat blijkt uit een studie van de federale overheidsdienst Financiën.
Alles is te herleiden tot de zesde staatshervorming en de nieuwe financieringswet, de wet die de geldstromen tussen de federale overheid en de deelstaten regelt. De gewesten zijn voor hun inkomsten minder afhankelijk van federale dotaties, maar meer van eigen belastinginkomsten. De regio’s kunnen opcentiemen heffen of kortingen toestaan op de personenbelasting.
De federale regering-Michel heeft met de taxshift onder andere beslist de 30 procentbelastingschijf in de personenbelasting af te schaffen. Die belastingverlaging betekent dat het bedrag waarop de gewesten opcentiemen kunnen heffen of kortingen kunnen toestaan verlaagt. Volgens de FOD Financiën zal die federale taxshift in 2015 al een effect hebben op de begrotingen van de deelstaten: 147 miljoen euro minder voor Vlaanderen, 67 miljoen euro minder voor Wallonië en 20 miljoen euro minder voor Brussel. Het effect van een taxshift op kruissnelheid op de deelstaten is nog niet doorgerekend in de begrotingen.
En dat baart vooral Wallonië zorgen. De Waalse begroting kleurt almaar roder. In oktober vorig jaar was er voor 2014 sprake van een begrotingstekort van 496 miljoen euro. Begin deze maand bleek dat het begrotingstekort was opgelopen tot 628 miljoen euro. Op 20 oktober kwam de Nationale Bank met nieuwe cijfers: het Waalse begrotingstekort is vorig jaar uitgediept tot 786 miljoen euro. Eind dit jaar zal het nog altijd 555 miljoen euro bedragen, ondanks besparingen. Tegen 2018 dreigt het tekort op te lopen tot meer dan een miljard euro, berekende de Conseil économique et social wallon (de Waalse tegenhanger van de SERV). Het is nochtans de bedoeling dat de Waalse begroting dan in evenwicht is.
De waarschuwing van het FGTB
De slechte Waalse budgettaire vooruitzichten zijn te verklaren door de impact van de federale taxshift én de factuur van de zesde staatshervorming, waarover in 2011 een akkoord werd bereikt. De deelstaten kregen een pak extra bevoegdheden. Maar de middelen voor die bevoegdheden worden slechts voor 85 procent overgeheveld. Ook moeten de deelstaten via een solidariteitsbijdrage meebetalen voor de almaar duurdere factuur van de ambtenarenpensioenen. Komt nog bij dat de evolutie van het aantal dotaties vanaf 2017 de economische groei niet meer volledig zal volgen.
Dat is voor geen enkel gewest leuk, maar het probleem situeert zich toch vooral in Wallonië. Een tekort van 786 miljoen euro op de Waalse regionale inkomsten van 13 miljard euro in 2014 is veel onrustwekkender dan het Vlaamse tekort van 649 miljoen euro op een Vlaams budget van 36 miljard euro in datzelfde jaar. Voor Wallonië dreigt de situatie nog dramatischer te worden omdat een aantal solidariteitsmechanismen in de financieringswet ten voordele voor Wallonië de komende jaren gestaag wordt afgebouwd, ook een gevolg van die zesde staatshervorming. Op termijn zal dat Wallonië 600 miljoen euro extra kosten.
Zodra er in de herfst van 2011 een akkoord over de nieuwe financieringswet was, sloeg de Waalse socialistische vakbond FGTB alarm. Thierry Bodson, voorzitter van de Waalse interregionale van het ABVV, waarschuwde voor de negatieve gevolgen van de zesde staatshervorming voor Wallonië. Een boodschap die de Waalse vleugel van de rode vakbond met de regelmaat van een klok herhaalt. De financiële gevolgen van de zesde staatshervorming baren ook de Waalse politici grote zorgen, al blijft de kritiek vooralsnog binnenskamers.
Momenteel is er in Namen geen sprake van een nieuwe bedeltocht naar Brussel. Waals minister-president Paul Magnette (PS) kiest voor een klassiek partijpolitiek discours, en beperkt zich tot kritiek op de effecten van de taxshift. Meer dan eens eiste Magnette voorafgaand overleg over de impact van de taxshift op de overheidsfinanciën van de regio’s. Die kwam er niet.
De Brusselse taxshift
Paul Magnette schreeuwt nu moord en brand terwijl zijn eigen PS die zesde staatshervorming in werking heeft gezet. De PS was de vurigste pleitbezorger van het mechanisme met op- en afcentiemen. De Vlaamse partijen hebben lange tijd gestreefd naar een split-rate-systeem. Dat betekent dat de tariefstructuur van de federale personenbelasting in twee stukken wordt gesplitst, bijvoorbeeld fiftyfifty. Zodra het belastbaar inkomen is vastgesteld, betaalt de belastingplichtige de helft van de personenbelastingen aan de federale overheid en de helft aan een regio. Deze vorm van fiscale autonomie betekent dat de federale overheid enkel nog de belastbare basis vastlegt en de regio’s later hun tariefstructuur kunnen aanpassen. Voor de PS was dat taboe. Di Rupo, Magnette en co waren er toen wel voor beducht dat Vlaanderen een vlaktaks zou invoeren. Walen met hogere inkomens zouden dan massaal naar Vlaanderen verhuizen en Wallonië zou daardoor massa’s belastinggeld mislopen. Het systeem van op- en afcentiemen vond de PS een betere dam tegen fiscale concurrentie.
En zie, twee weken geleden sloeg de Brusselse regering zowaar de weg in van de fiscale concurrentie. Ze neemt maatregelen om de middenklasse terug naar het gewest te lokken. Brussel zag zijn fiscale capaciteit al jaren afnemen. In 2000 maakten de middeninkomens nog 34 procent van de Brussels bevolking uit. In 2011 was dat gedaald tot 28,5 procent. Brussel wil nu het tij keren met een eigen taxshift. Een forfaitaire belasting van 89 euro per gezin wordt afgeschaft, en Brussel maakt van de fiscale autonomie via de op- en afcentiemen gebruik om de belastingen te verlagen: 1 procent volgend jaar en 0,5 procent het jaar erop. Anderzijds wordt de onroerende voorheffing verhoogd, die voor een deel wordt betaald door eigenaars die niet in Brussel wonen. De Brusselse woonbonus wordt afgeschaft, maar de registratierechten worden verlaagd.
Wallonië vreest dat vooral inwoners uit Waals-Brabant verleid worden om terug te keren naar de rijke gemeenten aan de zuidoostkant van het Brussels Gewest. De Waalse regering vreest dat extra fiscale inkomsten uit de taxshift voor Brussel ten nadele van Wallonië zijn en de Waalse overheidsfinanciën op termijn zwaar raken.
Griekenland achterna
Het wordt almaar duidelijker: Wallonië is de grote verliezer van de zesde staatshervorming. Een blijvende precaire budgettaire situatie van de Waalse begroting zal de verleiding in Namen almaar groter maken om tegen 2019 te pleiten voor een herziening van die financieringswet. Dat zou eigenlijk neerkomen op een nieuwe staatshervorming.
Maar Wallonië zit in een zwakke positie. De Vlaamse partijen zouden weleens een fiscale hervorming kunnen vragen die in de richting van het confederalisme gaat. Geen combinatie meer van financiering van de deelstaten door de federale overheid via dotaties en gedeeltelijke fiscale autonomie. Neen, de Vlaamse partijen zullen een verregaande overheveling van de sociaaleconomische hefbomen op tafel leggen. Een totale regionalisering van de personenbelasting bijvoorbeeld, eventueel aangevuld met een gesplitste vennootschapsbelasting. En na het recente overhevelen van het kindergeld en het arbeidsmarktbeleid een verdere regionalisering van de sociale zekerheid. Vraag is of Wallonië dat financieel aankan. Want in dat geval zal er van de interregionale solidariteit weinig overblijven. Volgens de Luikse econoom Jules Gazon is Wallonië momenteel totaal niet in staat dat op te vangen. Zonder Vlaamse solidariteit heeft Wallonië een primair tekort (ontvangsten min uitgaven zonder rentelasten) van 7,9 miljard euro of 8,8 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Vlaanderen zou in dat geval kunnen rekenen op een begrotingsoverschot van 7,4 miljard of 3,45 procent van het bbp. Bij een splitsing van de intresten op de schuld zou het Waalse tekort oplopen tot 12,7 procent van het bbp. Dan dreigt voor de Waalse economie een Grieks scenario.
Alain Mouton
Het wordt almaar duidelijker: Wallonië is de grote verliezer van de zesde staatshervorming.
Van de 915 miljoen euro die de federale taxshift kost aan de gewesten en gemeenschappen, wordt 587 MILJOEN EURO gedragen door Vlaanderen, en 263 MILJOEN EURO door Wallonië.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier