Wordt Frankrijk onbestuurbaar?
De linkse alliantie Nouveau Front Populaire is de onverwachte winnaar van de Franse parlementsverkiezingen. Het radicaal-rechtse Rassemblement National eindigt slechts derde, na de partij van president Emmanuel Macron. De versnippering maakt besturen bijna onmogelijk, al zijn de financiële markten gerustgesteld. Radicale verkiezingsbeloftes op links en rechts, zoals een vermogenstaks of prijsblokkeringen, maken nu geen kans.
Toen de Franse president, Emmanuel Macron, een maand geleden vervroegde parlementsverkiezingen uitschreef, verwachtte iedereen een overwinning van het radicaal-rechtse Rassemblement National (RN) van Marine Le Pen. Het RN (31,36%) had bij de Europese verkiezingen gezegevierd. Maar Macron en zijn eerste minister, Gabriel Attal, riepen op er alles aan te doen om een RN-meerderheid te vermijden. Desnoods door in de tweede ronde te stemmen voor de linkse coalitie Nouveau Front Populaire (NFP), een verzameling van radicaal-links, communisten, PS en groenen, voor het geval de kandidaat van Ensemble, de partij van Macron in een kiesdistrict geen kans maakte tegen radicaal-rechts.
Veel kiezers hebben gehoor gegeven aan die oproep. Het linkse blok wint de verkiezingen met 195 van de 577 zetels. Ensemble van Macron en andere centristische partijen worden tweede met 174 zetels. Het RN strandt op de derde plaats met 143 zitjes. Het rechtse Les Républicains van Nicolas Sarkozy haalt 65 zetels.
“Veel Fransen waren bang van het RN en zijn gaan stemmen om een dam op te werpen tegen radicaal-rechts. Met succes, al is de grote verliezer de partij van Macron”, stelt Brice Teinturier van het peilingbureau Ipsos vast. “De macronisten verliezen bijna 100 zetels. Het linkse blok wint er amper 22 zetels bij. En het RN stuurt 55 verkozenen extra naar de Assemblée. Ik zou radicaal-rechts niet begraven.” De versnippering maakt het wel bijna onmogelijk een werkbare parlementaire meerderheid te vinden.
Lees verder onder de video
Frans Duits-renteverschil onaangetast
Toch reageerden de financiële markten gerustgesteld of op zijn minst onverschillig op de verkiezingsuitslag. Bij de opening van de markten op maandagochtend bleef het rendement van Franse staatsobligaties op tien jaar stabiel op 3,219 procent, tegenover 2,533 procent voor het Duitse staatspapier. De Frans-Duitse ‘spread’ bedroeg op maandag 8 juli 69 basispunten, tegenover 68 punten op vrijdag. “Dat was te voorspellen”, zegt Eric Dor, professor economie aan de Ieseg School of Management in Rijsel. “Er is geen meerderheid voor de incoherente en schadelijke economische programma’s van extreemrechts en extreemlinks.”
‘Voor Frankrijk dreigt nog altijd een financiële schok’
Nicolas Baverez, historicus en econoom
Zo wilde het Rassemblement National van Marine Le Pen de pensioenleeftijd verlagen van 64 naar 62 jaar, de btw op energie doen dalen van 20 naar 5,5 procent, een reeks ongefinancierde belastingverlagingen doorvoeren en het tolsysteem (péage) op de autosnelwegen nationaliseren. Het radicaal-linkse NFP had het over een pensioenleeftijd van 60 jaar, een minimumloon van 1.600 euro per maand, de herinvoering van een vermogenstaks en het opleggen van prijsblokkeringen. De PS-kandidaten bij het linkse blok, onder wie oud-president François Hollande, hadden voor de verkiezingen echter al laten weten niet achter de radicale voorstellen te staan. Die komen uit de koker van Jean-Luc Mélenchon van la France Insoumise, de radicaal-linkse fractie in het NFP. De gematigde houding van de PS’ers zou er volgens opiniemakers voor gezorgd hebben dat veel Fransen met de neus dichtgeknepen toch op het linkse blok hebben gestemd.
Te hoge overheidsuitgaven, te lage groei
De extremen komen dus niet aan de macht. Maar Frankrijk heeft ook geen traditie van coalitieregeringen. Wellicht blijft premier Gabriel Attal aan zet tot na de Olympische Spelen en het zomerreces, om in het najaar dan te beginnen met een minderheidsregering van macronisten, aangevuld met een deel van de socialisten en Les Républicains. Daarna moet hij dan ook zoek naar andere partners, om een meerderheid te vinden per beleidsmaatregel. Dat wordt zeer moeilijk, meer bepaald wanneer de sanering van de overheidsfinanciën ter sprake komt. Frankrijk heeft een begrotingstekort van meer dan 5 procent en een staatsschuld van 110 procent van het bruto binnenlands product (bbp).
“De toestand van de Franse overheidsfinanciën is de slechtste sinds het einde van het Ancien Régime, dus net voor de Franse Revolutie van 1789”, zegt econoom en historicus Nicolas Baverez. “Het laatste begrotingsoverschot dateert van 1973. Voor Frankrijk dreigt nog altijd een financiële schok, zoals het Verenigd Koninkrijk die heeft gekend onder Liz Truss in 2022, of Italië in 2011. Ondanks de stijgende overheidsuitgaven blijft de jaarlijkse economische groei onder 1 procent. De drie grote blokken in het parlement hebben keynesiaanse relanceplannen klaar, die 1 procent van het bbp kosten voor de partij van Macron, 3 procent voor het RN en 6 procent voor het linkse blok. Het enige resultaat van dat economisch relancebeleid zou een stijging van de begrotingstekort en van het handelsdeficit zijn.”
Het re-industrialiseringproject van president Macron, gefinancierd met miljarden subsidies, kan de groei aanzwengelen en helpen de overheidsfinanciën op termijn te saneren. Dat overtuigt Baverez slechts in beperkte mate: “Het aandeel van de industrie in het bbp is in een kwarteeuw gedaald van 23 naar 10 procent. Het goede nieuws is dat Frankrijk in 2023 meer dan 1.000 nieuwe investeringsprojecten van buitenlandse bedrijven kon optekenen. Goed voor 40.000 banen. Maar is nog altijd een probleem aan de aanbodkant. Frankrijk produceert amper 36 procent van de goederen die het consumeert. De kapitaalvlucht is niet ingedijkt. Ook ondernemers en jonge talenten vertrekken. Macron ondersteunt de investeringen met subsidies maar tegelijk behoren de Franse loonkosten tot de hoogste van de EU en blijven de administratieve drempels voor ondernemers te hoog.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier