‘Grote hervormingen komen er pas onder externe druk, zoals altijd in België’
De federale formatie zit muurvast. Ondertussen staat onze industrie onder druk, zijn de groeivooruitzichten slecht en blijft het begrotingstekort oplopen. Het lijkt erop dat enkel een kabinet met bijzondere machten of een minderheidsregering er nog voor kan zorgen dat in 2025 echt beleid wordt gevoerd. “Al zullen de grote hervormingen er pas komen onder externe druk, zoals altijd in België”, voorspelt de politicoloog Nicolas Bouteca.
De bezettingsgraad van de productiecapaciteit van de Belgische industrie zakt onder 75 procent. Dat gebeurde de voorbije decennia enkel ten tijde van de coronapandemie (2020), de financiële crisis (2008), voor de invoering van het Globaal Plan van Jean-Luc Dehaene (1993) en vlak voor de devaluatie van de Belgische frank in 1982. Het zette VBO-topman Pieter Timmermans ertoe aan een bezorgde post te plaatsen op X: “Elke keer de bezettingsgraad van de industrie onder 75 procent duikt, belanden we in een zware crisis. To do: snel een regering vormen en snel hervormingen beslissen om de begroting te saneren. Bij vorige crisissen zijn regeringspartijen met zo’n beleid nooit afgestraft.”
Die sense of urgency leek de voorbij dagen even in de Wetstraat aanwezig, of toch bij een deel van de politici. Wegens de vastgelopen onderhandelingen om snel tot een federale regering te komen, toetste formateur Bart De Wever andere opties af, zoals een regering met bijzondere machten, waarbij het parlement met een eenmalige stemming de sleutels van het beleid in handen van de regering legt.
Bij ongewijzigd beleid loop het Belgische begrotingstekort tegen 2029 op tot meer dan 6 procent van het bbp, het hoogste van de geïndustrialiseerde wereld.
In dat geval wordt in 2025 snel een aanzet gegeven voor een sanering van de begroting en worden een aantal hervormingen doorgevoerd in de arbeidsmarkt, de pensioenen en op fiscaal gebied. Met bijzondere machten hoeft de regering niet alles constant aan het parlement voor te leggen. Volgens De Wever is dat een noodzaak, nu onze industrie het lastig heeft, de Belgische groeivooruitzichten op jaarbasis amper 1,3 procent bedragen (bijna de laagste van de OESO) en de Europese Commissie op ons land almaar meer druk zal leggen om de begroting te saneren. Bij ongewijzigd beleid loop het Belgische begrotingstekort tegen 2029 op tot meer dan 6 procent van het bbp, het hoogste van de geïndustrialiseerde wereld.
Argument voor bijzondere machten
Maar van een regering met bijzondere machten wil cd&v-voorzitter Sammy Mahdi niet weten. Hij vindt de meerderheid van één zetel te krap, als men voor de formule van liberalen, de N-VA, cd&v en Les Engagés kiest. De grondwetspecialist Quentin Jacobs (KU Leuven) benadrukte in opiniestukken en op sociale media dat de juridische motivering voor bijzondere machten niet de krappe meerderheid moet zijn, maar wel de dramatische Belgische openbare financiën.
“Als België niet op de korte termijn een ernstige meerjarenbegroting met hervormingen aan de Europese Commissie voorlegt, dreigen we niet in het zevenjarig, maar wel het vierjarige hervormingstraject te belanden. Concreet: volgens denktank Bruegel gaat het dan om een inspanning van 0,7 procent in plaats van 0,4 procent van het bbp per jaar. Dat scheelt miljarden euro’s.”
Ook het voorstel om alles tegen het einde van het jaar in een soort van programmawet te gieten, die dan net voor Kerstmis door de Kamer wordt goedgekeurd, lijkt niet realistisch. Dat moet bijvoorbeeld eerst nog via de Raad van State passeren. “Je kan ook niet alles in die programmawet steken”, waarschuwt de Gentse politicoloog Nicolas Bouteca. “De begroting kan je niet op die manier laten goedkeuren.”
Minderheidskabinetten overleven niet lang
Een ander denkspoor is een minderheidskabinet met steun van de oppositie. Maar leidt dat tot een daadkrachtige regering in de loop van 2025? Bouteca: “Het debat wordt veel te slordig gevoerd. Minderheidsregeringen zijn doorgaans het toppunt van democratisch fatsoen: in het parlement op zoek gaan naar steun voor regeringsvoorstellen. Dat wordt dat dan in één adem genoemd met een volmachtenregering, om het parlement zo veel mogelijk buiten spel te zetten via volmachten. Only in Belgium.”
De voor de hand liggende beleidskeuze is dat een aantal maatregelen uit de nota’s van De Wever aan de Kamer worden voorgelegd. De redenering is dan dat een partij als Open Vld, bijvoorbeeld, vanuit de oppositie niet kan weigeren de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd. “Een regering stapt naar de Kamer, die dan een aantal voorstellen goedkeurt. Dat is de theorie. België heeft minderheidsregeringen gekend, maar die zijn niet vanuit dat idee vertrokken”, legt Bouteca uit. “Het was de bedoeling ze op termijn uit te breiden met andere partijen, om een meerderheid te vormen. Maar dat heeft nooit lang geduurd. In 1974 was er de regering-Tindemans van christendemocraten en liberalen, die regionalistische partijen aan boord probeerde te halen. Na verloop van tijd is die formule gestrand, omdat het wallingantische Rassemblement Wallon implodeerde.
“Feit is: minderheidsregeringen blijven zeldzaam en vallen relatief snel. De regering-Eyskens bevond zich in 1958 in een vergelijkbare situatie, toen de CVP/PSC net geen absolute meerderheid had. Uiteindelijk kreeg Gaston Eyskens in het parlement de steun van twee liberalen en Frans Van Der Elst van de Volksunie, maar ook dat heeft niet zo lang geduurd. Uiteindelijk wou men liberalen aan boord krijgen voor een meerderheid, en dat is dan wel gelukt.”
Wachten op de Europese Commissie
Volgens Bouteca zal de patstelling pas doorbroken worden, als België publiek de levieten wordt gelezen door een Europees commissaris of op een Europese top een reprimande krijgt. “Die analyse wordt allang gemaakt. Je kan van alles proberen, maar de grote hervormingen zullen er pas komen onder externe druk. Als de spread met Duitsland te groot wordt, bijvoorbeeld. Daar lijken we naartoe te gaan. Zoals altijd in België.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier