Alain Mouton
‘Voorstel hervorming vennootschapsbelasting gaat in goede richting’
Een lager en doorzichtig tarief in de vennootschapsbelasting is voor iedereen goed nieuws, oordeelt Trends-redacteur Alain Mouton.
De voorstellen van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) voor een hervorming van de vennootschapsbelasting gaan in de goede richting. Het tarief wordt verlaagd van 33,99 naar 20 procent en door de afbouw van allerlei gunstregimes wordt de belasting eenvoudiger. Alleen is het te hopen dat lobbywerk het uiteindelijke resultaat niet uitholt.
Een uniek tarief in de vennootschapsbelasting van 20 procent voor alle bedrijven. Een afbouw van de grote gunstregimes, zoals de notionele-intrestaftrek. Een beperking van de overdracht van verliezen en de afschaffing van de degressieve afschrijvingen. Zo moet de nieuwe Belgische vennootschapsbelasting er over vier jaar uitzien. De kmo’s zullen juichen als die hervorming er doorkomt. Vele van die kmo’s betalen nu nog de volle pot van 33,99 procent, of 24 procent op de inkomsten tot 25.000 euro. Ze maken zelden of geen gebruik van de vele aftrekposten, behalve dan de kleine kortingen zoals restaurantkosten.
Hoe reageren de grote ondernemingen?
De vraag is hoe de grote ondernemingen zullen reageren op de nieuwe vennootschapsbelasting. Zij hebben het meest te verliezen, omdat vooral zij gebruik maken van allerlei gunstregimes, zoals de notionele-intrestaftrek. Ook een beperking van de overdracht van verliezen raakt vooral grote bedrijven. “Daar waar de notionele-intrestaftrek een vijver is, zijn de overdraagbare verliezen een stuwmeer”, is bij critici te horen. Fiscale verliezen zijn voor een vennootschap onbeperkt in de tijd aftrekbaar. Ook daar profiteren vooral grote bedrijven van. Zeker na de financiële crisis van 2009 lopen die verliezen sterk op. In 2007 ging het over 30,6 miljard euro, in 2009 waren ze gestegen tot 40,25 miljard euro en tegen 2014 waren ze toegenomen tot 63,7 miljard euro. Een beperking van de overdraagbaarheid van de fiscale verliezen zou een manier zijn om de hervorming van de vennootschapsbelasting te financieren. Want een lager nominaal tarief van bijvoorbeeld 20 procent betekent ook minder fiscale inkomsten voor de overheid. Een mogelijke piste is dat de verliezen niet meer volledig mogen worden afgetrokken en worden uitgesmeerd in de tijd.
De kmo’s zullen juichen als de nieuwe vennootschapsbelasting er komt, maar hoe reageren de grote ondernemingen?
Lobbyen
De kans is reëel dat grote bedrijven en bepaalde werkgeversorganisaties – denk maar aan het VBO – zullen lobbyen om zo’n gunstregimes te behouden. De vraag is of ze geen strijd tegen de windmolens voeren. Door toedoen van de Europese Commissie komen de fiscale deals meer en meer onder druk te staan. Het zou ook een slechte zaak zijn als de grote bedrijven en de kmo’s in verspreide slagorde opereren wanneer ze geadviseerd worden over die voorstellen voor een nieuwe vennootschapsbelasting. Of het nu een eenmansvennootschap of een multinational is: een lager en doorzichtig tarief in de vennootschapsbelasting is voor iedereen goed nieuws. Lage vennootschapsbelastingen stimuleren de investeringen en de banencreatie.
Roerende voorheffing
Bij de voorstellen van de minister van Financiën moet wel een belangrijke kanttekening worden geplaatst: om de hervorming te financieren wordt gepleit voor een verhoging van de roerende voorheffing van 27 naar 30 procent. Het gaat blijkbaar snel. Vijf jaar geleden bedroeg die roerende voorheffing nog 15 procent. Maar als dat het smeermiddel is om tot een efficiëntere vennootschapsbelasting te komen, waarom niet? Een lagere vennootschapsbelasting zou overigens het negatieve effect van een hogere roerende voorheffing kunnen compenseren. Een soort van vestzak-broekzakoperatie. En wie weet, misschien kan die hogere roerende voorheffing – tenslotte een belasting op kapitaalwinsten – het debat over het al of niet invoeren van een meerwaardebelasting op aandelen beëindigen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier