Voorpublicatie Karel Vinck: ‘Hoe ons land in tien jaar tijd kan evolueren naar een Europese topregio’
Ons land kan op tien jaar tijd evolueren naar een Europese topregio waar jonge mensen ondernemen en met vertrouwen naar de toekomst kijken, zegt Karel Vinck. Hoe dan, dat vertelt hij in zijn nieuwste boek. Trends biedt u een voorpublicatie aan, over doorbraak als strategie.
Kan doorbraak een mindset of een strategie zijn die vandaag, anno 2021, antwoorden biedt? Karel Vinck is overtuigd van wel. Doorbraak steunt op scherpe inzichten, op lef en ambitie, op duidelijke doelstellingen, op doorzettingsvermogen. Al die elementen zijn ook vandaag actueel en valabel, en kunnen jonge mensen helpen om zo snel mogelijk de crisis te overwinnen.
In dit boek komen vele stemmen aan bod, met een waaier aan analyses, ideeën, voorstellen. Zit volgens u de oplossing ertussen?
Karel Vinck: Ik weet niet of de magic bullet, zoals Liesbeth Van Impe dat noemt, erbij zit. Het is een schat aan waardevolle ideeën, die verdienen om verder onderzocht te worden. Het is niet aan ons om hier een keuze te maken of de ideeën op hun waarde te beoordelen. Volgens mij is het veel belangrijker om een andere beslissing te nemen: wij kunnen er zeer bewust voor kiezen om in actie te komen, om te reageren, om niet passief te ondergaan. Dat is fundamenteel.
In het begin van het boek vernoemen we de opeenvolging van een groot aantal ingrijpende maatschappelijke crisissen, die elkaar versterken en die inhakken op het mentaal welzijn van de mensen. De ene crisis was nog niet verwerkt en het volgende onheil daagde al op aan de horizon. Iemand van dertig jaar heeft in zijn jonge leven al de financiële crisis, de eurocrisis, de klimaatcrisis én de coronacrisis te verwerken gekregen. De pandemie zal bovendien een economische recessie veroorzaken die we opnieuw nog vele jaren zullen voelen.
Zo’n opeenvolging kan dodelijk zijn voor de ondernemingszin van jonge mensen. Wie zou nog risico durven nemen, als er plots en onvoorzien een nieuwe orkaan kan opsteken en alle investeringen op een vingerknip verloren kunnen gaan? Is het niet beter om zich te verschuilen, een tijdlang af te wachten, zich te beschermen tegen gevaren? Is het niet beter om niet te veel risico’s te nemen, maar voor veiligheid en zekerheid te gaan? Dat is een zeer begrijpelijke reactie. Maar het is volgens mij niet de juiste.
Ik pleit ervoor om ondanks de ravage die de pandemie heeft aangericht op zoek te gaan naar onze eigen sterktes, onze eigen troeven en kwaliteiten, en ons hierdoor te laten leiden. Door passief te ondergaan worden we net nog kwetsbaarder. De bescherming die we zo hopen te vinden zal hoogstens een vals gevoel van veiligheid geven. Bescherming tegen crisissen, die van vandaag en die van morgen, kan enkel ontstaan door niet weg te lopen, maar door vanuit de eigen kracht controle te krijgen over ons bestaan. Doorbraak is dus volgens mij actueler dan ooit. Wanneer we alle ideeën naast elkaar zetten, blijkt dat het ons zeker niet ontbreekt aan creatieve oplossingen. We moeten nu de mentale energie vinden om ondanks alles opnieuw in actie te schieten, initiatieven te nemen, weer in de drivers’ seat plaats te nemen.
Op minder dan een jaar waren er al meerdere vaccins, met een werkzaamheidsgraad die ver boven de verwachtingen lag. Dat is een schitterend voorbeeld van doorbraak.
Karel Vinck
We moeten in het bijzonder proberen onze jonge mensen te bereiken. Er is veel frustratie en boosheid, er is eenzaamheid en verdriet, omdat ze nu al vele lange maanden moeten missen wat hun leven boeiend en spannend maakt. Jonge mensen willen van het leven proeven, ze willen de wereld ontdekken. Ze willen elkaar en zichzelf leren kennen. Ze willen op café gaan, reizen, feesten, mensen ontmoeten, ze willen de vrijheid om te gaan en te staan waar ze willen. De eenzame opsluiting thuis of op een studentenkot tijdens de lockdowns kraakte hun levenslust. Het was tegennatuurlijk en veroorzaakte bij velen depressies of angst. De impact blijkt nu veel groter dan we hadden kunnen vermoeden. Psychologen en psychiaters worden overspoeld door jonge mensen die de moed verloren hebben. We mogen die verlammende angst, die ook in onze geesten is geslopen, niet de kans geven om een generatie haar zelfvertrouwen te ontnemen.
Als dit boek één boodschap wil brengen, is het dat die angst niet de bovenhand mag krijgen. Volgens Koen Debackere zijn er bij zijn studenten die een eigen onderneming hebben opgestart niet veel depressieve gedachten te merken. Dat is een hoopvol signaal. Het betekent niet dat alle jonge mensen onmiddellijk een eigen zaak moeten beginnen, maar wel dat ze moeten geloven in hun eigen kunnen en eigen capaciteiten om uit dit dal te geraken. We kunnen in een opwaartse spiraal geraken, als we focussen op de kansen die er zijn. Koen Debackere verwees naar het wonderlijke verhaal van de vaccins. Ze bieden bescherming tegen het virus, dat is al belangrijk. Maar we moeten vooral beseffen welke uitzonderlijke prestatie het is geweest om op zo’n korte termijn al die vaccins te maken. Op nagenoeg alle continenten zijn er wetenschappers beginnen zoeken, ze hebben hun energie en creativiteit gebundeld en een zeer indrukwekkende prestatie geleverd. Er is compleet nieuwe technologie ontwikkeld. Normaal duurt de zoektocht naar een vaccin vier tot vijf jaar, maar op minder dan een jaar waren er al meerdere vaccins, met een werkzaamheidsgraad die ver boven de verwachtingen lag. Dat is een schitterend voorbeeld van doorbraak. Met de rug tegen de muur heeft men alle krachten verenigd, alle middelen verzameld en zich gefocust op één duidelijke doelstelling. Men is boven zichzelf uitgestegen. De pandemie heeft die vaccindoorbraak doen ontstaan. Het toont opnieuw dat een crisis kansen biedt. Het komt erop aan om ze te zien, en ze ook te grijpen.
Waar ziet u bij ons die kansen?
Karel Vinck: Ik heb een achtergrond van bedrijfsleider, bij privéondernemingen en openbare instellingen. Die ervaring bepaalt mijn visie. Ik heb er al naar verwezen: voor mij zit er een enorme hefboom in de cijfers van de OESO, waaruit blijkt dat er in de Belgische economie een potentiële productiviteitswinst zit van dertig procent. België doet het momenteel slechter dan de ons omringende landen, of onze peer countries. Onze innovatiegraad is laag, onze arbeidsmarkt is rigide, het ondernemingsklimaat is niet gunstig voor jonge, nieuwe bedrijven. De groei stagneert. Ons onderwijs verliest aan kwaliteit. De toegang tot de arbeidsmarkt voor kwetsbare groepen is laag. Bovendien is de impact van de Brexit op onze economie relatief groot.
Die vaststelling is voor mij een zeer interessant, globaal vertrekpunt. Het betekent dat we mits een grondige analyse van onze processen, zowel bij onze bedrijven als binnen de openbare diensten, enorm veel vooruitgang kunnen boeken. We moeten minstens even goed kunnen presteren als onze peer countries. Die productiviteit is meetbaar, via een aantal indicatoren. Daarmee kunnen we aan de slag.
Vergelijk het met de Europese Green Deal, waarbij we tegen 2030 vijfenvijftig procent minder uitstoot van broeikasgassen willen, en tegen 2050 klimaatneutraal willen zijn. Dat zijn globale doelstellingen, waaraan tientallen of zelfs honderden specifieke, concrete maatregelen moeten afgetoetst worden. Die stijging van onze productiviteit kan ook zo’n globale maatregel zijn. Ik stel voor dat we in een periode van tien jaar naar een stijging van twintig procent moeten kunnen gaan. Twintig procent op tien jaar, dat is voor onze beleidsmakers een bevattelijk streefdoel. Als er volgens de OESO een potentiële winst inzit van dertig procent, dan moet mijn streefdoel haalbaar zijn. Tien jaar is zeer ambitieus, maar ik ben gecharmeerd door het idee van Carl Devos, om de tweehonderdste verjaardag van België als ankerpunt te nemen. Het is motiverend om ernaar te streven om op dat feestelijke moment onze motor weer te doen aanslaan.
Twintig procent productiviteitswinst kan ons land binnen tien jaar naar de top van Europa brengen.
Hoe moet dat concreet gebeuren? Er zijn tal van maatregelen denkbaar, net zoals het gezamenlijk effect van vele maatregelen Europa klimaatneutraal zal moeten maken. Het gaat erom om de verschillende ideeën en voorstellen af te toetsen tegenover die basisdoelstelling. Maatregelen die een grote bijdrage leveren tot productiviteitswinst moeten voorrang krijgen in vergelijking met maatregelen die amper iets bijdragen. Instanties zoals het Planbureau of de Nationale Bank kunnen die beoordeling maken. Dit is niet zomaar blind cijferfetisjisme. We moeten goed beseffen: indien we erin slagen om deze doelstelling te halen zal dit veel problemen oplossen. Twintig procent productiviteitswinst betekent meer rendabele ondernemingen, efficiëntere openbare besturen, grotere marges binnen bedrijven, een betere besteding van overheidsmiddelen. Het creëert mogelijkheden om te investeren, in nieuw onderzoek, in infrastructuur, in manieren om ongelijkheden weg te werken en de duurzaamheid in onze samenleving te verhogen. Het betekent bijkomende jobs, hogere lonen, hogere consumptie, het zal de economie doen heropleven, en dat resulteert uiteindelijk in meer welvaart. Het brengt ons in die opwaartse spiraal waarnaar we op zoek zijn. En dat zal de verlammende angst die velen momenteel in zijn greep houdt kunnen wegnemen. Het zal voor een positieve dynamiek zorgen, waardoor mensen opnieuw initiatieven en risico’s zullen durven nemen.
Als dat lukt kunnen we op tien jaar evolueren naar een Europese topregio, waar jonge mensen weer met vertrouwen naar de toekomst kijken, waar het zeer goed is om te leven. Het kan een doorbraak zijn met een gunstig effect op heel veel maatschappelijke terreinen.
Kan dit boek inspiratie bieden?
Karel Vinck: Dat hoop ik van harte. Wellicht zullen een groot aantal ideeën die in dit boek naar voor worden gebracht inderdaad nuttig zijn. Frank Van Massenhove heeft in zijn administratie vele zaken in beweging gezet. Hij was visionair, het telewerken dat nu ingeburgerd is geraakt, heeft hij twintig jaar geleden al ingevoerd. Nu wordt op grote schaal duidelijk wat de gunstige effecten zijn, zowel op het vlak van arbeidsomstandigheden voor ambtenaren, als mobiliteit en milieu. Een ander, zeer concreet voorstel van Frank is de afschaffing van de ministeriële kabinetten, en dit op alle niveaus. Dat zal onbetwistbaar onmiddellijk een grote besparing opleveren, maar het zal vooral de goede werking van de overheid en de administratie verbeteren. In Nederland doet men het zonder kabinetten; bij de Europese Commissie evenzeer. Het is een Belgische kwaal die historisch gegroeid is, ze behoort ondertussen bij onze politieke cultuur, maar het is wel degelijk een kwaal. Misschien vraagt het lef, maar het is een eenvoudige maatregel, die effectief in te voeren is. Laat ons dat gewoon doen. De politieke benoemingen in allerlei raden van bestuur kunnen eveneens gemakkelijk afgeschaft worden, om de particratie in te dijken, zoals Dave Sinardet voorstelt. Waarom doen we dat niet?
Een ander interessante mogelijkheid bestaat erin om de transitie die onze bedrijven sowieso moeten doormaken naar betere klimaatprestaties te koppelen aan digitalisering. De weerstand tegen vernieuwing moet overwonnen worden in het kader van de klimaatdoelstellingen, en dat is een unieke opportuniteit om ook inzake digitalisering en de verbetering van productiviteit vernieuwingen door te drukken. Dirk Torfs van Flanders Make denkt in die richting. Volgens mensen van imec of het VIB zijn we goed gewapend om op dit moment grote stappen vooruit te zetten in de kenniseconomie, waardoor we met relatief beperkte middelen een grote return kunnen genereren. Laat ons dat concreet onderzoeken en er middelen voor vrijmaken.
Uit deze crisis geraken is een werk van drie generaties. Maar het kan niet de bedoeling zijn om alle schulden af te wenden op de generaties achter ons.
Karel Vinck
Daarnaast is er een vaststelling die door velen gedeeld wordt, met name dat onze huidige staatsstructuur bijzonder slecht functioneert. De bestuurlijke chaos tijdens de coronacrisis heeft dit overtuigend aangetoond. Een heldere opdeling van ons land in vier gewesten wordt door velen als een rationele en efficiënte oplossing naar voren geschoven. Het moet mogelijk zijn om dit op een redelijke termijn te onderzoeken, en indien dit klopt, ook werkelijk uit te voeren tegen 2030. Wellicht is ook een zekere hiërarchie van normen in de politiek een belangrijke verbetering, zodat niet meer negen ministers bevoegd voor één beleidsdomein samen moeten beslissen en vervolgens elke minister uiteindelijk toch nog zijn eigen zin kan doen. Het is de logica zelve om in te grijpen in de onvoorstelbare en onoverzichtelijke wildgroei aan intergemeentelijke structuren, die veel geld kosten, waar veel geld wordt uitgegeven en waarop weinig controle bestaat. Ook dat is een Belgische kwaal die historisch gegroeid en verklaarbaar is, maar waar een ingrijpen zich opdringt. Die regiovorming, die hieraan kan verhelpen, is dus een zeer goed idee. Ook ben ik erg gewonnen om burgemeesters een prominentere plaats te geven in ons politieke landschap. Door meer in te zetten op lokaal bestuur kunnen we efficiëntiewinsten boeken, maar ook de geloofwaardigheid van de politiek zal er wel bij varen.
Ik zei het al, het is niet aan mij om ieder voorstel te evalueren, maar laat dit boek vooral inspireren en aanzetten tot actie. Er zijn vele doorbraken denkbaar, maar andere, jongere mensen moeten nu bepalen welke prioritair zijn. De opdracht om uit de crisis te raken rust op de schouders van drie generaties. De mijne, de zeventigers, tachtigers, wij kunnen onze ervaringen en raadgevingen delen, maar wij moeten ook aanvaarden dat we een deel van onze welvaart moeten afstaan om de overheidsfinanciën te saneren. Het kan niet de bedoeling zijn om alle schulden en verantwoordelijkheid op de volgende generaties af te wentelen . Er zijn de veertigers, vijftigers, de mensen die het nu voor het zeggen hebben. Zij moeten doorbraakdoelstellingen vastleggen, de moed hebben om te beslissen wat nodig is om die doelstellingen te halen en ze moeten hiervoor een draagvlak vinden bij de bevolking. Dan zijn er de dertigers en de jonge mensen die nu afstuderen. Zij moeten de beleidskeuzes op lange termijn ondersteunen, opvolgen en indien nodig, bijsturen.
Welke keuzes precies zullen gemaakt worden weet ik niet. Wat ik wel weet: bij de pakken blijven zitten zal ons niet helpen. Vaak zitten we gevangen in oeverloze debatten waarna we, zoals Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, het onlangs formuleerde, doen alsof we iets gaan doen, het dan voor de helft doen, en misschien zelfs dat niet. Niets doen zou zeer slecht zijn, omdat anderen dat ook niet doen. Ons land stagneert al enkele jaren, en in zekere zin is dat voor heel Europa het geval. De gezondheidscrisis en de gevolgen hiervan hebben dit nog versterkt. Ondertussen zien we dat China en India, samen goed voor een derde van de wereldbevolking, aan een opmars bezig zijn, zowel geopolitiek als economisch. De Europese Unie vertegenwoordigt nog amper vijf procent van de wereldbevolking. Zullen landen als China en India onze concurrenten worden of onze partners? Het is wenselijk om op een vreedzame manier met elkaar om te gaan, maar we mogen niet naïef zijn. We zien hun invloed jaar na jaar toenemen. Kijk naar de technologische reuzenstappen die China maakt. Veel van onze communicatie gebeurt nu al via Chinese infrastructuur en apparatuur. Dit moet voor ons een wake-up call zijn. Zowel Frans van Daele als Kathleen Van Brempt vragen aandacht hiervoor, en ze bepleiten een actiever, sterker Europa, zowel politiek, militair als economisch. We hoeven China, India of andere groeilanden niet per se als een gevaarlijke bedreiging te beschouwen, maar wel als een extra aansporing om de hand aan de ploeg te slaan. Hoe sterker we zelf staan, hoe makkelijker het is om partnerschappen aan te gaan, vanuit een zekere vorm van gelijkwaardigheid. Ook wanneer we naar het zuiden kijken moeten we die gelijkwaardigheid nastreven.
U bepleit nadrukkelijk samenwerking en solidariteit.
Karel Vinck: De pandemie heeft aangetoond dat samenwerking en solidariteit noodzakelijk zijn om oplossingen te vinden voor de kapitale, mondiale uitdagingen. Een pandemie is pas onder controle als dat ook in arme landen het geval is. Ook de klimaatverandering is zo’n uitdaging. Het is goed dat jongeren vandaag de druk opvoeren. Jonge mensen moeten begrijpen dat een positieve, zelfbewuste en ondernemende houding absoluut nodig is om uit de crisis te geraken, maar de doorbraken mogen niet ten koste van anderen gebeuren. Er zijn een aantal fundamentele menselijke waarden, die ons denken en handelen kenmerken en zelfs definiëren. Er zijn individuele vrijheden en mensenrechten, een westers liberaal ideaal dat sterk vervat zit in onze cultuur. Maar daarnaast moeten we beseffen dat extreme armoede en ongelijkheid in onze maatschappij onaanvaardbaar zijn. Het streven naar solidariteit en een zekere sociale bescherming zijn even fundamentele waarden, die we moeten koesteren en die onze handelingen moeten sturen. Iedereen moet mee, we mogen niemand achterlaten. Vele mensen die in dit boek aan bod komen, leggen hier terecht de nadruk op. Wanneer we op zoek gaan naar doorbraken moet inclusie een zeer dwingende en bepalende randvoorwaarde zijn. Bij doorbraak streven we ernaar om op korte tijd een erkend leider te worden, maar inzake deze morele waarden zijn we dat al. Het komt erop aan deze leiderspositie te behouden. Daarover mag geen onderhandelingsruimte ontstaan.
Kijkt u met vertrouwen naar de toekomst?
Karel Vinck: Absoluut. Ik zou willen eindigen met jonge mensen die hun weg zoeken een hart onder de riem te steken. Mijn vriend Gilbert Declerck zegt in dit boek: als je wat ouder bent weet je dat crisissen voorbij gaan. Ook Frans van Daele zegt dat er na enige tijd steeds blauwe vlekken verschijnen aan een donkere hemel. Ik wil hen volmondig bijtreden. Mogen we als oudere mensen advies geven? Ik zou dan aan een jongeman of vrouw graag willen zeggen: laat je niet uit het lood slaan. Je staat op de drempel van je leven. Misschien voelt het momenteel niet zo aan, maar de mogelijkheden zijn voor jouw generatie groter dan ooit tevoren. De mogelijkheden om te verkennen, om te ontdekken, om te verbinden, om te creëren zijn groter dan ooit tevoren. De wereld is nog nooit zo geconnecteerd geweest. De steeds groeiende rijkdom aan informatie en kennis is nog nooit zo toegankelijk geweest. De digitale revolutie schept mogelijkheden die geen enkele generatie vroeger heeft gehad. Reizen is gemakkelijker dan ooit tevoren, mits een klimaatneutrale modus, welteverstaan. Het is tijd om dat te beseffen, de kansen te grijpen en te benutten.
Mijn advies, in drie woorden: je moet denken, durven en doen. Inzicht verwerven, door te observeren, te analyseren, door je te verdiepen, door te doorgronden. Begrijpen maakt iemand sterker en rijker. Het onderbouwt je handelingen. Denken is cruciaal. Daarnaast moet je opnieuw zelfvertrouwen vinden en mentale kracht die nodig is om initiatieven te nemen, om plannen te maken, om te ondernemen. Focus op je eigen kwaliteiten en troeven. Ga de angst voorbij. Durven is absoluut noodzakelijk. En tenslotte moet je ook echt tot de actie overgaan. Waag de sprong. Je moet effectief aan je toekomst beginnen, doorzetten en volhouden. Als je niet tot daden overgaat blijft het bij oeverloos en zinloos gepalaver. Je moet ook doen.
Denken, durven en doen.
Het komt goed.
‘De kracht van een crisis’ verschijnt op vrijdag 25 juni bij uitgeverij Kritak
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier