Fiona Mandos
‘Voor Boris Johnson golden andere regels’
‘De boosheid van het volk overbrugt plots politieke en andere kloven. Wij mochten één persoon op twee meter. Boris Johnson mocht honderd personen en twee kaasplankjes.’ Dat zegt Fiona Mandos, die in Londen voor het carrièretransformatiebedrijf General Assembly werkt.
Op Instagram zie ik vrienden foto’s delen van wat zij deden op 20 mei 2020. De dag waarop onze eerste minister, Boris Johnson, genoot van een feestje in de tuin van zijn ambtswoning. Per e-mail werd een uitnodiging verzonden naar honderd van zijn werknemers om te genieten van het mooie weer. Dat was dag 58 van onze eerste lockdown. De dag waarop 328 covid-doden het totaal op 34.794 brachten. De avond waarop zijn secretaris tijdens een persconferentie ons herinnerde aan de regels. We mochten één persoon buiten ontmoeten op twee meter afstand. Knuffelcontacten bestonden hier niet. De scholen zouden nog drie weken gesloten blijven.
Dus ook ik scrolde door mijn foto’s. Op 20 mei zat ik met onze toen vierjarige dochter in het bos. We picknickten. In dat schaarse moment weg van mijn werk, ondernam ik een schamele poging tot thuisonderwijs. We knipten de kaas in geometrische figuren en maakten zo mannetjes van onze crackers. Ik herinner me hoe ontzettend warm het was en hoe de kaas naar bezwete kindervingertjes en falen proefde. In scherp contrast met de kaas en wijn van Boris.
Voor Boris Johnson golden andere regels.
De dag erna nam ik prachtige foto’s in datzelfde bos die ik niet op de sociale media deelde omdat het illegaal aanvoelde. Voor het eerst in lange tijd zag Mira haar beste vriendje Quinn weer. Voor het eerst zag ze iémand. We spraken af dat er maar één ouder per kind zou meekomen en dat de volwassenen ruim twee meter afstand zouden bewaren. De kinderen, die lieten we spelen. De foto’s spreken boekdelen. Puur geluk dat tegen de regels was. De regels van de man die de avond daarvoor een afstandsloos feestje hield in zijn tuin.
In het weekend op de 23ste was het mijn beurt en zag ik mijn beste vriendin Lisa-Laura voor het eerst weer om uit te waaien op de fiets. Het was warm maar ik durfde geen water te drinken. Bang om te moeten plassen zonder toiletten. Mijn keel werd zo droog dat ik ervan moest hoesten. Bang om te hoesten. Dus ik dronk. En moest plassen. Na jaren in Engeland ben ook ik getraind in ellenlange zinnen om uiterst beleefd om een gunst te vragen. Of ik alsjeblieft als het eventueel zou kunnen heel eventjes misschien de wc van een vriendin mocht gebruiken waar we niet ver vanaf waren. Het mocht en ik poetste de wc na gebruik. We dronken een glas wijn op de parkeerplaats achter hun flat, elk op een krukje met twee meter afstand. Het werd koud zoals avonden van warme mei dagen plots koud kunnen zijn. Ina bood schoorvoetend aan om een trui voor me te halen. Ik weigerde en zag de opluchting in haar ogen. Want truien uitdelen, dat ging eigenlijk toch echt te ver. Wisten wij veel dat Boris toen al veel verder ging.
Voor ons was het maar het gemis van mensen, van plezier, van zorgeloos en school. Voor anderen was het een verbod op afscheid. Niet naar de begrafenis van je oma kunnen gaan. Geen afscheid mogen nemen van je tweeling die zou sterven.
De boosheid van het volk overbrugt plots politieke en andere kloven. Wij mochten één persoon op twee meter. Hij mocht honderd personen en twee kaasplankjes.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier