Hogere belastingen voor bedrijven: een internationale trend?
Zowel Italië als Frankrijk wil gaten in de begroting dichtrijden met hogere belastingen voor bedrijven. “De tijd dat de lidstaten van de Europese Unie, met Frankrijk en Duitsland op kop, ijverden voor meer harmonisatie in de vennootschapsbelasting is voorbij”, reageert Luc De Broe, professor fiscaal recht gespecialiseerd in internationale fiscaliteit.
Frankrijk plant een tijdelijke belastingverhoging van 8,5 procentpunt voor bedrijven met een omzet van minstens 1 miljard euro. Ook een belasting op de inkoop van eigen aandelen behoort tot de mogelijkheden. Donderdag 10 oktober heeft de regering van premier Michel Barnier meer details over het belastingplan voorgesteld aan het parlement.
Ook Italië overweegt hogere belastingen voor bedrijven in bloeiende sectoren, om de staatsfinanciën op orde te krijgen. De Italiaanse minister van Economie, Giancarlo Giorgetti, kondigde in een interview met het persbureau Bloomberg aan dat de meest winstgevende bedrijven meer belastingen zullen moeten betalen. Hij noemde wapenfabrikanten als voorbeeld en zei dat iedereen zijn steentje moet bijdragen, “niet enkel de banken”. Vorig jaar gingen de aandelen van de Italiaanse banken zwaar onderuit nadat de regering een forse taks had aangekondigd, die wel werd bijgestuurd.
Is hier sprake van een trendbreuk? Want de afgelopen jaren zagen we landen de belastingen voornamelijk verlagen om bedrijven aan te trekken. In België ging het tarief van de vennootschapsbelasting in 2020 naar 25 procent (en 20 procent op de eerste 100.000 euro voor kmo’s ).
LUC DE BROE. “De wereldwijde minimumbelasting van 15 procent voor multinationals heeft een rem gezet op de race to the bottom in belastingtarieven. Wanneer een moederbedrijf dochters heeft in het buitenland, die daar minder dan 15 procent belasting betalen, dan mag het thuisland die winsten bijkomend belasten tot aan het minimumtarief van 15 procent. Finaal betaalt een bedrijf dus altijd 15 procent belasting op de winst. Er is nog fiscale concurrentie, maar die gaat niet verder dan het minimumtarief.”
In september was er een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat definitief besliste dat Apple 13 miljard euro moet terugbetalen aan Ierland. Zijn daarmee alle oneerlijke uitzonderingen stilaan uitgeroeid?
DE BROE. “Het Hof van Justitie heeft de Europese Commissie in het gelijk gesteld en geoordeeld dat de belastingvoordelen voor de Amerikaanse technologiegigant illegale staatssteun waren. Het is verboden voordelen toe te kennen aan een select clubje bedrijven en al helemaal aan één enkel bedrijf. Ierland mag dus wel voor alle bedrijven het tarief van de vennootschapsbelasting op 15 procent zetten. Wij hebben in België enkel nog een belastingvrijstelling voor inkomsten uit patenten, kwekersrechten en bepaalde computerprogramma’s, de zogenoemde innovatieaftrek, als uitzondering in de vennootschapsbelasting. Voor elke uitzondering geldt dat je het tarief niet lager dan 15 procent mag zetten, want dan kan een ander land een bijkomende heffing doen.”
‘België wordt door de belastingverhogingen in Frankrijk en Italië mogelijk aantrekkelijker voor bedrijven die willen investeren’
Luc De Broe, professor fiscaal recht
Er zijn dus geen achterpoortjes voor bedrijven meer?
DE BROE. “Toch wel. Wat België – en een reeks andere landen – zijn beginnen te doen, is een trucje met de loonbelasting van het personeel. Bedrijven houden bedrijfsvoorheffing in op de lonen van hun werknemers. De wetgever zegt nu tegen bepaalde bedrijven of sectoren dat ze een deel van die bedrijfsvoorheffing niet moeten doorstorten naar de fiscus als ze dat geld opnieuw investeren. In België is dat gunstregime eerst aan de sportsector gegeven en daarna ook aan andere sectoren voor ploegenarbeid en nachtarbeid en voor research. Als bedrijven 100 euro inhouden op een loon van een researcher bijvoorbeeld, het meest genereuze stelsel, dan moeten ze 20 euro doorstorten en mogen ze 80 euro houden. Voor andere sectoren gelden andere percentages.
“De bedrijfsvoorheffing is een voorschot op de belasting op lonen. Het gaat dus niet om een uitzondering in de vennootschapsbelasting, maar om een uitzondering in de personenbelasting, maar het voordeel komt wel aan de bedrijven ten goede. Het minimumtarief van 15 procent belastingen op alle winsten van bedrijven wordt op die manier toch nog omzeild.”
Zijn Frankrijk en Italië de uitzonderingen? Of ziet u nog lidstaten van de Europese Unie in staat om de belastingen voor bedrijven op te trekken?
DE BROE. “De budgettaire situatie is in verschillende landen penibel en krijgt vandaag prioriteit. Er zijn maar twee manieren om die situatie te verbeteren en dat is belastingen verhogen en overheidsuitgaven verlagen. Vooruit had in zijn verkiezingsprogramma bijkomende belastingen voor bedrijven ingeschreven. Ik ga ervan uit dat N-VA en MR een belastingverhoging voor bedrijven zullen blokkeren, maar Vooruit zal het wel vragen. De onderhandelingen over de federale regeringsvorming zullen na de gemeenteraadsverkiezingen weer opgepikt worden.
“Als grote landen zoals Frankrijk of Italië de belastingen voor bedrijven verhogen, zullen bedrijven nog niet zo snel vertrekken. Er zijn veel consumenten om te bedienen en lokale productie biedt voordelen om die grote markten te bedienen. Ik sluit het niet uit dat Duitsland in de nabije toekomst de belastingen voor bedrijven zal optrekken. Er is een liberale minister van Financiën in Duitsland, maar hij is één van de weinige liberalen in die regering en hij is niet zo populair. En vooral, het gaat op verschillende vlakken niet zo goed in Duitsland.
“Voor een klein land als België is het veel risicovoller om de belastingtarieven te verhogen. We worden door de belastingverhogingen in Frankrijk en Italië mogelijk aantrekkelijker voor bedrijven die willen investeren.”
‘Je kunt jezelf de vraag stellen of Europa niet veel beter af zou zijn met één vennootschapsbelasting, maar dat zal wellicht een utopie blijven’
Luc De Broe, professor fiscaal recht
Meer fiscale concurrentie tussen lidstaten van de Europese Unie is wellicht niet de beste manier om uit het economische moeras te geraken.
DE BROE. “Er is lange tijd gewerkt aan meer fiscale harmonie in de Europese Unie, onder impuls van de Frans-Duitse as van Emmanuel Macron en Angela Merkel. Op een bepaald moment hadden Frankrijk en Duitsland zelfs plannen om met zijn tweeën stappen te zetten, als de rest van de Unie niet mee wilde. Je kunt jezelf de vraag stellen of we niet veel beter af zouden zijn met één vennootschapsbelasting, maar dat zal wellicht een utopie blijven.
“Voor zo’n eengemaakte vennootschapsbelasting heb je ten eerste een gezamenlijke belastbare basis nodig. Wat wordt belast? Welke kosten mag je aftrekken? Welke vrijstellingen zijn er? Daar zijn in het verleden stappen voor gezet en dat is misschien nog haalbaar op de lange termijn. Ten tweede heb je één tarief in de vennootschapsbelasting nodig.
“Wat we nu zien met Italië en Frankrijk is opnieuw meer versnippering van het begrip ‘belastbare basis’. Dat is een trendbreuk. Ongeveer twintig jaar geleden is op Europees niveau de eerste aanzet gegeven tot meer harmonisatie. Ook in de btw is het niet gelukt om tot gelijke tarieven te komen. Het verste dat de Europese beleidsmakers zijn geraakt, is een akkoord over minima in de btw voor bepaalde producten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier