Vlaamse studenten bij absolute top met financiële kennis
Vlaamse vijftienjarigen behoren met hun financiële kennis tot de absolute top. In vergelijking met leeftijdsgenoten uit andere landen en regio’s moeten ze enkel Shanghai laten voorgaan.
Vlaamse vijftienjarigen behoren met hun financiële kennis tot de absolute top, toch zeker vergeleken met hun leeftijdsgenoten uit de zeventien andere landen en regio’s in de jongste PISA-test. Ze moeten enkel de scholieren uit Shanghai laten voorgaan. Helaas spant Vlaanderen ook de kroon met zijn kloof tussen scholieren naargelang hun migratieachtergrond.
De hoge Vlaamse score is opvallend. Een rondvraag besteld door Rabobank sprak vorig jaar nog van ondermaatse financiële basiskennis onder de Belgen, nadat ook studenten van de Arteveldehogeschool al tot die conclusie waren gekomen voor Vlaanderen. Vergeleken met twaalf OESO-landen en vijf partnerlanden, samen goed voor veertig procent van het wereldwijde bbp, blijken minstens de Vlaamse scholieren het echter allerminst slecht te doen.
Het onderzoek bij 29.000 leerlingen plaatst de Vlaamse scholieren boven die van onder meer de VS, Australië, Frankrijk, Italië, Spanje, Israël en Rusland. Enkel Shanghai stak met kop en schouders boven de rest uit, maar Vlaanderen volgt wel degelijk op twee. Ruim drie op de vier Vlaamse scholieren is bijvoorbeeld in staat de voordeligste lening te kiezen uit opties met verschillende rentes, afbetalingen en looptijd. In Shanghai is dat wel ruim negentig procent.
7 op 10 vijftienjarigen heeft eigen bankkaart
Eén op zes Vlaamse scholieren behoort ook echt tot de top, inclusief uitgebreide kennis en het inzicht om complexe financiële producten te analyseren. Enkel in Shanghai is die kopgroep groter, met liefst 41 procent van alle vijftienjarigen. Het OESO-gemiddelde is 7,9 procent, Italië (1,8 procent) en Colombia (0,4 procent) bengelen achteraan. Ruim acht procent van de Vlaamse scholieren scoort dan weer absoluut ondermaats (OESO: 14,6 procent).
Minder goed is het gesteld met de gelijkheid onder scholieren met en zonder migratieachtergrond in Vlaanderen. Van alle onderzochte OESO-landen is die kloof het grootst in Vlaanderen, zeker wanneer de socio-economische situatie en de thuistaal niet in acht genomen worden. De kloof tussen jongens en meisjes is relatief klein, waarbij jongens het iets beter doen.
De onderzoekers zien verschillende verklaringen voor de goede Vlaamse score. Onze hoge welvaart speelt een beperkte rol, inclusief algemeen opleidingsniveau en scholing van onze ouders. Vergeleken met de andere landen en regio’s besteden de Vlaamse scholen ook relatief uitgebreid aandacht aan de kwestie. Bovendien is er een sterke link met de kennis van wiskunde en taal, waar Vlaanderen eveneens goed scoort. En tot slot speelt ook het feit dat ruim zeven op de tien vijftienjarigen in Vlaanderen over een eigen rekening met bankkaart beschikken. (Belga/AVE)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier