Steven Van Hecke (Europaspecialist KU Leuven): ‘Empathie ziet Poetin als een teken van zwakte’

STEVEN VAN HECKE
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

De Russische invasie in Oekraïne verloste Europa van zijn naïviteit. Het komt er nu op aan om dat hernieuwde zelfbewustzijn ook te durven gebruiken, betoogt Europaspecialist Steven Van Hecke in een nieuw essay. “Het benutten van eigenbelang, daar is niks verkeerds mee.”

De Europeanen zouden Vladimir Poetin bijna dankbaar moeten zijn voor de wake-upcall. Europa was een brok vergane glorie geworden, een leuke plek waar voor toeristen veel moois te zien is, maar zonder rol van betekenis op het wereldtoneel. “De beslissingen werden elders genomen”, aldus Steven Van Hecke, hoogleraar Europese politiek aan de KU Leuven, in de inleiding van zijn essay Het kantelende continent, Overleeft Europa de 21ste eeuw?

Het plotse wapengekletter gaf Europa opnieuw een hartslag, een bezieling. De uitdrukking ‘the European way of life’ had enkele jaren eerder nog voor controverse gezorgd, nu was zij gemeengoed geworden. De Europese Unie wist weer waarom ze bestond. Maar is zij ook bereid om daarnaar te handelen?

De manier waarop de EU de kandidaat-lidstaten behandelde, zegt al veel. Het heeft tergend lang geduurd eer de West-Europese lidstaten de volle EU-wachtkamer als een kans beschouwden. “De toetreding van nieuwe lidstaten is wellicht de meest onderschatte vorm van actieve geopolitiek”, schrijft Van Hecke. Intussen zijn de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne gestart, en heeft de EU – “na een verloren decennium van pappen en nathouden” – de westelijke Balkanlanden herontdekt. “Het is onaanvaardbaar dat de EU in haar eigen binnentuin nog niet de onbetwistbare baas is”, aldus Van Hecke.

De EU moet wel de lat hoog durven te leggen, zodat nieuwe lidstaten niet verglijden naar autoritarisme, zoals in Polen en Hongarije is gebeurd. EU-lidmaatschap moet een hefboom zijn om corruptie, kleptocratie en de macht van oligarchen uit te roeien. Het is geen toeval dat in Oekraïne nu allerlei schandalen aan de oppervlakte komen. Het klopt dat de nieuwe lidstaten massale financiële steun zullen nodig hebben van de EU. Maar een geleidelijke uitbreiding moet die geldstromen behapbaar houden. De extra druk van meer dan dertig lidstaten op de spelregels van de EU – het wordt nog moeilijker om unaniem te beslissen – is evenmin een bezwaar. De uitbreiding is net een kans om eindelijk orde op zaken te stellen.

Uit de comfortzone

Het probleem ligt elders, aldus Van Hecke. Het publiek voelt aan dat Europa in een nieuw tijdperk beland is, maar is mentaal nog niet klaar voor de gevolgen. De politieke en economische globalisering, de Europese soft power, het is allemaal voorbij. De Russische invasie van Oekraïne legde de échte plaats van Europa in de wereld bloot. Op militair vlak blijven we in grote mate aangewezen op de Verenigde Staten. Voor fossiele brandstoffen zijn we nog altijd afhankelijk van autoritaire regimes, terwijl de transitie naar hernieuwbare energie moeizaam verloopt. In de technologierace lopen de VS en China voorop, en is Europa op achtervolgen aangewezen.

Het is duidelijk wat Europa te doen staat. “We zullen meer dan vroeger onze eigen boontjes moeten doppen.” Dat betekent strategische autonomie in domeinen als defensie, energie en technologie, zodat Europa niet langer te chanteren valt. Dat vergt moeilijke keuzes. Voor investeringen in defensie zullen we een deel van onze welvaart moeten opofferen. Het taboe op niet-Europese arbeidsmigratie moet sneuvelen om onze welvaart op peil te houden.

Om dat te bolwerken, zullen politici én burgers hun comfortzone moeten verlaten. Dat gaat in tegen de tijdsgeest en zal weerstand oproepen. “We zijn verleerd offers te brengen, op individueel en op collectief vlak.” Toch is dat geen reden voor pessimisme voor Van Hecke. “We zijn veel veerkrachtiger dan we denken.” Het essay sluit af met een citaat van Mathieu Segers, de onlangs overleden hoogleraar Europese geschiedenis aan de Universiteit van Maastricht. “Als er geen licht meer lijkt te zijn, ontstaan vaak de meest briljante plannen. Bovendien is er dan de kracht om ze praktisch uit te werken.”

Een rad voor de ogen

Klinkt dat niet te optimistisch? Zijn de Europeanen echt in staat om hun zelfgenoegzaamheid te overwinnen? “Dat hebben we bewezen tijdens de pandemie”, zegt Van Hecke in een toelichting aan Trends. “We hebben toen de hele samenleving op slot gedaan om de meest kwetsbaren in onze samenleving te redden. En we hebben massaal Oekraïense vluchtelingen opgevangen. Dat zijn de meest indrukwekkende antwoorden die we al aan Poetin gegeven hebben. Want die vindt dat het decadente Westen enkel geïnteresseerd is in geld en vertier.”

Gematigdheid zal niet helpen tegen Poetin, schrijft Van Hecke in zijn essay. “Het is godgeklaagd dat na twee jaar oorlog Poetins nuttige idioten nog altijd pleiten voor vrede en verzoening met Moskou.” Is oorlog voeren tegen heug en meug dan een betere oplossing? “Neen, natuurlijk niet. Maar dat is het punt niet”, zegt Van Hecke. “De Oekraïners vechten voor het behoud van hun territorium, en daar hebben ze alle recht en reden toe. De enige beslissing die Europa moet nemen, is of het Oekraïne gaat steunen. Degenen die vrede willen, vragen niet aan de Oekraïners wat ze daar zelf van vinden. Dat is net het soort imperialisme waar Poetin zich aan bezondigt.”

Decennialang is het Westen Moskou tegemoet gekomen, aldus Van Hecke. “Denk aan het lidmaatschap van de Raad van Europa, de WHO, de G7 die de G8 werd. Ondanks onze belofte daartoe in 2008 zijn Oekraïne en Georgië geen lid van de NAVO geworden, net om Rusland niet voor het hoofd te stoten. Bij de Russische inval in Oekraïne zijn we tot het laatst blijven onderhandelen. Herinner u de beelden van de Franse president Emmanuel Macron aan de lange tafel met Poetin. Die empathie heeft niets uitgehaald. Empathie ziet Poetin als een teken van zwakte. Al die jaren dachten de West-Europese leiders dat ze on speaking terms waren met Poetin, maar in werkelijkheid hebben ze zich een rad voor de ogen laten draaien.”

Moed

Hopelijk heeft Europa de les nu geleerd. Alleen de toepassing wordt nog wennen. Als voorbeeld verwijst Van Hecke naar de migratieakkoorden met Tunesië en Egypte. In ruil voor forse Europese bedragen moeten die landen de oversteek van migranten vanuit Afrika beletten. “Europa onderhandelt daar met corrupte en ondemocratische regimes. We weten intussen dat die landen niet zomaar zullen overschakelen op ons democratische model. Daarom moet Europa de moed hebben om bij de onderhandelingen over migratiedeals zaken op tafel te leggen die deze regimes pijn kunnen doen: niet alleen beperkingen op investeringen en ontwikkelingshulp, maar ook op de toegang voor hun producten tot de Europese markt, zelfs op visa en toerisme.”

Dus landen die geen uitgeprocedeerde asielzoekers terugnemen, krijgen ook geen Europees visum voor hun inwoners? “Inderdaad. Werkt Egypte niet mee, dan maken we ons visumbeleid voor Egyptenaren strikter. Dat betekent ook dat Europeanen niet meer zomaar naar Egypte op vakantie kunnen gaan. Dan wil ik wel eens zien wie het eerst met de ogen knippert.”

Europa maakt veel te weinig gebruik van zijn onderhandelingsvoordeel, volgens Van Hecke. “Het benutten van eigenbelang, daar is niks verkeerds mee. Dat komt ook de lokale bevolking in die verre landen ten goede. Als je autoritaire leiders met fluwelen handschoenen aanpakt, dan schieten Tunesische en Egyptische dissidenten, of de Iraanse mensenrechtenactivisten en Oegandese homo’s daar niets mee op. Zij zijn de echte slachtoffers van het tandenloze Europese migratiebeleid.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content