© reuters

Is de eurozone de zinkende Titanic, dan is Spanje de voorboeg die onherstelbaar lek is geslagen.

Een economische krimp van 0,3% in het eerste kwartaal, dat klinkt niet catastrofaal, maar de toestand in Spanje is gevaarlijk en bijna hopeloos. Bovendien mist Europa het politieke kapitaal om Spanje te redden en dit dodelijke lek in de eurozone te dichten.

Sta ons toe via een eenvoudige vergelijking de ernst van de Spaanse situatie duidelijk te maken. Het bruto binnenlands product (bbp) van een land is gelijk aan de optelsom van de publieke uitgaven plus de private uitgaven plus de netto-export (de export min de import). Het structurele probleem van Spanje is dat het land op alle drie deze fronten tegelijk in het defensief zit, waardoor nauwelijks te ontsnappen valt aan een langdurige en pijnlijke recessie.

De publieke uitgaven krimpen omdat Spanje fors moet besparen om in het Europese begrotingskeurslijf te passen. Vorig jaar boekte Spanje nog een overheidstekort van ruim 8%, maar tegen 2013 moet dat tekort tot 3% gereduceerd worden. Zo’n grote besparing op korte tijd is een aanslag op het bbp van elke economie, dus ook op het Spaanse bbp.

Maar ook de private uitgaven (consumptie + investeringen) zitten in een dalende lijn. Bedrijven en gezinnen hebben het voorbije decennium te lang met geleend geld boven hun stand geleefd en zitten nu te diep in de schulden. Hun voornaamste kopzorg is nu die overmatige schulden af te bouwen, waardoor ze meer sparen en minder consumeren. De snel dalende huizenprijzen en de oplopende werkloosheid verscherpen nog de nood om extra te sparen. Ook de bedrijven investeren nauwelijks omdat de binnenlandse afzetmarkt krimpt en omdat de noodlijdende Spaanse banken niet in staat zijn de economie nog van voldoende goedkoop krediet te voorzien. Dalende huizenprijzen en slechte kredieten trekken een spoor van vernieling door de balansen van de Spaanse banken. De Spaanse overheid meent dat de banksector 50 miljard euro vers kapitaal nodig heeft, maar wellicht loopt die behoefte op tot 150 à 200 miljard euro.

Een economie die kampt met een dubbele krimp van private en publieke bestedingen heeft nog maar één uitweg om de economie min of meer op toerental te houden, en dat is meer, veel meer exporteren. Elke economische dokter zal een patiënt met dat ziektebeeld een fikse devaluatie voorschrijven om de concurrentiepositie en de export aan te zwengelen, maar dat is in het geval van Spanje, als lid van de eurozone, onmogelijk. Spanje kan dan de concurrentiekracht alleen herstellen via een interne devaluatie, of via een verlaging van de lonen. Maar gegeven de slechte uitgangspositie (Spanje kampt met een forse loonhandicap) wordt dat een heel pijnlijk en lang aanpassingsproces, dat in combinatie met forse bezuinigingen politiek heel moeilijk te realiseren valt.

De Spaanse economie kan dus geen kant meer op. De leeglopende vastgoed- en schuldenzeepbel is de ijsberg die het schip lek heeft geslagen, maar Spanje heeft de instrumenten niet meer om dat lek te dichten. In principe zou de Spaanse overheid de besparingsoefening kunnen uitstellen tot de private sector klaar is met haar schuldafbouw, maar dat laat Europa niet toe. En de centrale bank zou een heel soepel monetair beleid kunnen voeren om de rente laag te houden en de munt in waarde te laten zakken. Maar ook hier is Spanje afhankelijk van de Europese Centrale Bank, die wel heel veel doet om Spanje nog enigszins drijvende te houden, maar te weinig mag en kan doen om het schip echt te bergen.

De Spaanse economie krijgt pas een geloofwaardige reddingsboei toegeworpen als de ECB of het Europees noodfonds op grote schaal en rechtstreeks Spaanse overheidsobligaties opkopen, als Spanje uitstel krijgt om de begroting te saneren in ruil voor structurele hervormingen van de Spaanse economie, en als het buitenland via een marshallplan investeringen in Spanje financiert. De sterke landen van de eurozone willen echter lang niet zover gaan, omdat ze te weinig vertrouwen hebben in en te weinig controle hebben op de inspanningen die Spanje zelf moet doen. Ofwel komt er één kapitein op het euroschip en komt er een echte politiek unie, ofwel zinkt Europa via de Spaanse voorboeg naar de bodem van de geschiedenis.

Daan Killemaes – Volg op Twitter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content