Septemberverklaring: 270 miljoen euro voor kinderopvang
De Vlaamse regering trekt 270 miljoen euro uit voor de kinderopvang. Dat blijkt maandag bij de Septemberverklaring in het Vlaams Parlement. Het bedrag wordt onder meer gebruikt om de kindratio te verlagen en 5.000 plaatsen bij te creëren. Het totale budget voor de sector bedraagt nu 1,1 miljard.
Bevoegd minister Hilde Crevits (CD&V) had bij de start van de begrotingsbespreking 330 miljoen euro extra gevraagd voor de sector. Na onderhandeling landde het totaalbedrag op 270 miljoen.
De meest opvallende maatregel is dat het aantal kinderen per begeleider daalt. Nu ligt dat nog op maximaal negen. In de toekomst zal het cijfer dalen tot vijf in groepen met enkel baby’s tot twaalf maanden. In gemengde groepen daalt de ratio tot zeven en in groepen met enkel oudere kinderen tot acht. Er geldt een overgangsperiode van drie jaar.
In eerste instantie zullen ook logistieke medewerkers meegerekend kunnen worden voor de ratio. Zij kunnen ook een traject volgen naar een tewerkstelling als kinderbegeleider. Voor deze maatregelen wordt 118 miljoen euro uitgetrokken.
Voor onthaalouders wordt de ratio verlaagd naar zeven kinderen per begeleider. Daar staat een verhoging van de basissubsidie en van de onkostenvergoeding tegenover. Hiervoor wordt 13 miljoen euro vrijgemaakt. Daarnaast kunnen 350 onthaalouders die dat wensen overstappen naar het werknemersstatuut, waardoor hun inkomen niet meer afhankelijk is van het aantal aanwezige kinderen per opvangdag. Beginnende onthaalouders krijgen een investeringspremie van 3.000 euro om hun huis in te richten. Daarvoor wordt 3,3 miljoen euro uitgetrokken.
Om meer kinderdagverblijven de overstap te laten maken naar het inkomenstarief, wordt 55 miljoen euro uitgetrokken. Wie met vrije prijs blijft werken, krijgt een hogere basissubsidie. Die maatregel kost 27 miljoen euro. Tot slot wordt er ook 35 miljoen voorzien om vijfduizend extra plaatsen te creëren.
De voorrangsregels voor werkende ouders worden verduidelijkt. De opvang is prioritair voor wie quasi voltijds werkt, voor broers en zussen van kinderen die al worden opgevangen en voor pleegkinderen. In 10 procent van de plaatsen kan er gemotiveerd worden afgeweken.
Om kinderopvang via bedrijven te stimuleren, kunnen bedrijven investeren in extra plaatsen voor hun medewerkers in bestaande crèches. Die kosten kunnen ze fiscaal inbrengen.
Ook over flexi-jobs neemt de regering een standpunt in. Ze pleit er bij de federale regering voor om flexi-jobs mogelijk te maken in diverse sectoren, zoals onderwijs, openbaar vervoer en kinderopvang.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier