Republikeinen onderzoeken herinvoering goudstandaard
In de Verenigde Staten buigt de Republikeinse Partij van presidentskandidaat Mitt Romney zich over de mogelijkheid om de goudstandaard opnieuw in te voeren.
Op die manier zou de stabiliteit in het internationale financiële systeem terugkeren en kunnen overheden niet meer onbeperkt lenen. De goudstandaard werd in 1971 onder president Richard Nixon opgeheven.
In een goudstandaard bepaalt de hoeveelheid goud die een centrale bank in zijn kluizen heeft liggen, de totale geldhoeveelheid in een land. Dat betekent dat een overheid geen kunstmatige inflatie kan creëren door extra geld te drukken (inflatie doet een overheidsschuld – een vast bedrag – wegsmelten met de tijd).
Bovendien zijn de wisselkoersen vast, omdat elke munt wordt vastgeklikt aan de internationale standaard, namelijk goud. Vandaag zitten we ver van deze situatie af.
Hoewel een terugkeer naar de goudstandaard aantrekkelijk kan lijken, zijn er belangrijke bezwaren. Zo wijst professor economische geschiedenis Erik Buyst op het feit dat de bestaande goudvoorraad veel te klein is om de huidige economische activiteit te dekken. De economische groei, die een grotere geldhoeveelheid vraagt, zal dan ook beperkt worden door de groei van de goudvoorraad. Bovendien toont de geschiedenis dat overheden de natuurlijke werking van een goudstandaard – waar goud stroomt van landen met een handelstekort naar landen met een handelsoverschot – willen tegengaan door export- of importbeperkingen op te leggen. (M.N.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier