Regering voert extra bankentaks in
De overheid creëert een nieuwe taks op de kredietinstellingen, die bovenop de bestaande abonnements- en bankentaksen komt. De factuur voor de banken dreigt zwaar op te lopen.
De overheid creëert een nieuwe taks op de kredietinstellingen, die bovenop de bestaande abonnements- en bankentaksen komt. Bovendien wordt de bijdrage aan de depositogarantieregeling dit en volgend jaar uitzonderlijk hoog opgetrokken. De factuur voor de banken dreigt zwaar op te lopen.
Het ontwerp van programmawet dat de regering vorige week in de Kamer indiende, biedt meer duidelijkheid over de heffingen die de bankensector treffen. Meest opvallend is de nieuwe jaarlijkse taks op de kredietinstellingen. Het tarief van deze belasting wordt vastgesteld op 5 basispunten (0,05 procent), te heffen op het geld dat op de spaarboekjes staat en geniet van de vrijstelling van roerende voorheffing. Daardoor moet deze heffing niet alleen betaald worden door Belgische banken maar ook door de bijkantoren van buitenlandse instellingen (zoals Rabobank, Deutsche Bank en Fortuneo).
De nieuwe taks wordt bovendien gekoppeld aan de mate waarin een bank kredieten verleent aan de reële economie. Voor wie alleen maar deposito’s ophaalt en weinig leningen toekent, kan de taks oplopen tot 12 basispunten. Een instelling die in hoge mate spaargeld omzet in kredieten, ziet de taks verminderen tot 3 basispunten. Op die manier wil de overheid financiële instellingen penaliseren die hun rol van kredietverstrekker niet of onvoldoende vervullen.
De nieuwe taks op de kredietinstellingen komt bovenop de bestaande abonnementstaks op spaarboekjes, en bovenop de bijdrage van de banken voor de depositogarantie (de zogenaamde bankentaks). Deze laatste taks wordt geheven op spaardeposito’s (incl. termijnrekeningen, gedematerialiseerde kasbons,…). Bijkantoren van buitenlandse instellingen betalen die taks niet. Meestal spijzen zij de depositogarantieregeling in hun moederland.
De bankentaks in België bedroeg tot eind vorig jaar 15 basispunten, maar die wet werd na een klacht van Argenta vernietigd door het Grondwettelijk Hof. In het ontwerp van programmawet wordt nu een taks van 8 basispunten naar voren geschoven (gerelateerd aan het risicoprofiel van de banken), aangevuld met een ‘bijdrage voor de financiële stabiliteit’ van 3,5 basispunten. Het slechte nieuws voor de banken is dat het nieuwe (lagere) tarief van 8 basispunten pas geldt vanaf 2014.
Uitzonderlijk rekent de overheid dit en volgend jaar hogere heffingen aan. Voor 2012 (te betalen op 1 juli) moeten de banken 26 basispunten op het spaargeld betalen, en volgend jaar wordt dat 13 basispunten. De wetgever motiveert zijn beslissing met een verwijzing naar de recente crisis op de financiële markten ‘waardoor het risico is toegenomen dat het Bijzonder Beschermingsfonds in de loop van dit jaar effectief deposito’s zal dienen te vergoeden’.
De eenmalige hogere heffingen zouden worden gecompenseerd door de terugbetaling aan de banken van de middelen uit de vroegere depositogarantiefondsen. Maar duidelijkheid daarover is er niet, en het zou naar verluidt geen budgettair neutrale operatie zijn. Netto zullen de banken meer moeten storten dan ze eventueel terug krijgen.
Het mag duidelijk zijn dat de banksector dit jaar een enorme som op tafel zal moeten leggen om tegemoet te komen aan alle belastingen die haar opgelegd worden. In de begroting staat een miljard euro inkomsten uit fiscale maatregelen in de financiële sector ingeschreven. (PC)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier