Raad van State legt Oosterweelwerken opnieuw stil
De Raad van State heeft voor de tweede keer de technische verslagen voor het grondverzet van de Oosterweelwerken geschorst. Dat meldt Greenpeace, dat samen met de Bond Beter Leefmilieu (BBL), en met steun van burgercollectief Grondrecht en activist Thomas Goorden, een spoedprocedure had aangespannen als gevolg van de PFOS-verontreiniging op de werf.
De Raad van State volgt met het arrest het advies van de auditeur. Ook eind vorig jaar besliste de Raad al eens om de technische verslagen te schorsen waarop Oosterweel-bouwheer Lantis zich baseert om grondverzet uit te voeren op de werf op Linkeroever. Toen was er sprake van een verkeerde indeling van de werfzone, maar nu stelt Greenpeace dat de Raad zich ook inhoudelijk uitspreekt over de zaak.
‘De Raad van State heeft het onder meer over het ontbreken van een bodemsaneringsplan en het feit dat de beruchte veiligheidsberm bij 3M niet is vergund als afvalstort’, zegt Joeri Thijs van Greenpeace. ‘Dat zijn de zaken die wij ook aanklagen’, klinkt het.
Greenpeace maakt zich sterk dat een kleine aanpassing ditmaal niet zal volstaan om opnieuw aan de slag te kunnen, zoals dat na het eerste arrest wel het geval was.
‘Hopelijk zet dit de Vlaamse overheid eindelijk aan om samen met Lantis en OVAM eerst te bekijken hoe de vervuiling moet worden aangepakt’, zegt Thijs. ‘En om de sanering, én de aansprakelijkheid van de vervuiler, niet te laten doorkruisen door de Oosterweelwerken’, voegt hij toe.
Ook de Bond Beter Leefmilieu stelt dat het arrest niet kan worden genegeerd. ‘Lantis en de overheid moeten een geïntegreerd saneringsplan voor de hele regio – inclusief de werf – op tafel leggen’, zegt Tycho Van Hauwaert van BBL.
‘Dat moet gepaard gaan met een openbaar onderzoek, waarbij burgers en milieuverenigingen hun bezorgdheden kunnen uiten. Dit is een belangrijk precedent’, aldus Van Hauwaert.
In het arrest stelt de Raad van State ook onder meer dat de Vlaamse Commissie Grondverzet zelf een bijkomende blootstelling aan verontreiniging door de Oosterweelwerken niet uitsluit. Dat doet de Commissie volgens de Raad onder meer door te zeggen dat er moet worden gestreefd naar een ‘maximale beperking van bijkomende blootstelling’ en dat het “nastreven van een nulrisico niet realistisch’ is maar er wel kan worden gestreefd naar “een zo laag mogelijk risico”.