Jef Vuchelen
‘Pensioenen vormen geen risico’
“De overheid keurt speculatie af, maar zelf doet ze het al vele decennia in het pensioendossier”, zegt Jef Vuchelen, hoogleraar economie aan de VUB.
De pensioenproblematiek heeft een hoog déjà-vugehalte. De media blijven ervan smullen omdat het thema de meeste lezers en kijkers aanbelangt. Vreemd is wel dat er weinig oplossingen worden aangereikt. De lijst met voorgestelde ingrepen is wel indrukwekkend lang, maar wat leveren ze op? Toegegeven, voor buitenstaanders valt het uitwerken van een geloofwaardig alternatief voor het bestaande pensioenstelsel nauwelijks te realiseren omdat het noodzakelijke basismateriaal ontbreekt. Zelfs de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040, ook omschreven als de Commissie Vandenbroucke, samengesteld uit twaalf experts en begeleid door de bevoegde administraties, becijferde de gevolgen van het vooropgestelde pensioenstelsel niet.
Cruciaal in iedere hervorming van de pensioenen is dat het overgangsprobleem op een geloofwaardige wijze wordt opgelost waarbij verworven rechten maximaal worden gehonoreerd, maar tezelfdertijd actieven geen torenhoge schuldenlast meedragen. Dat is nodig om de steun van de miljoenen betrokkenen te bekomen.
De overheid keurt speculatie af, maar zelf doet ze het al vele decennia in het pensioendossier
Veel grondige hervormingsvoorstellen zijn er niet. Mark Scholliers en ik hebben in ons pensioenboek Het grote pensioenbedrog een voorstel geformuleerd dat op het Nederlandse stelsel is gebaseerd. Eenzelfde basispensioen voor iedereen, gebaseerd op het huidige omslagsysteem en een aanvullend pensioen dat gefinancierd wordt met gekapitaliseerde bijdragen. De overgang van het oude naar het nieuwe stelsel zou gerealiseerd worden door het nieuwe stelsel enkel van toepassing te maken op de jongeren die op een gekozen tijdstip achttien jaar worden.
Een belangrijke karakteristiek van het nieuwe stelsel is dat het financieel in evenwicht moet draaien, zodat de actieven geen last meer leggen op de volgende generaties. Die eigenschap van het pensioenstelsel – financieel in evenwicht – kan al op het bestaande pensioenstelsel worden toegepast. Daartoe moet het pensioenstelsel wel losgekoppeld worden van de andere stelsels van de sociale zekerheid.
Er waren goede argumenten om het pensioenstelsel bij het ontstaan vijf decennia geleden onder te brengen in de sociale zekerheid. Vandaag zijn deze argumenten er niet meer, temeer omdat het pensioenstelsel in financieel turbulent vaarwater zit en zo de andere takken van de sociale zekerheid zou kunnen meesleuren. De belangrijkste reden om de loskoppeling te bepleiten is dat, in tegenstelling tot de andere takken van de sociale zekerheid zoals werkloosheid, ongevallen en ziekte, de pensioenuitkeringen niet gebonden zijn aan enig risico en dit in de brede betekenis van het woord, namelijk een onvoorspelbare gebeurtenis die zware financiële gevolgen heeft. Het verzekeringsprincipe speelt dan niet omdat ‘met pensioen gaan’ geen risico inhoudt dat moet worden verzekerd. Integendeel het is een extreem voorspelbare gebeurtenis die tijdig financieel moet worden voorbereid. Overlevingspensioenen houden wel een risico in en dus gelden daarvoor de wetten van het verzekeringsstelsel.
Het loskoppelen van de pensioenen van de overige takken van de sociale zekerheid biedt het voordeel dat de financiële omvang van de pensioenput duidelijk wordt en dat kan gediscussieerd worden over hoe die moet worden gedempt. De socialistische retoriek van de jaren negentig dat de stijging van de pensioenuitkeringen geen probleem stelt omdat die zou worden gecompenseerd door de daling van de uitgaven aan kinderbijslag, is natuurlijk al lang doorgeprikt, maar het illustreert dat voor velen de sociale zekerheid één grote pot is waaruit de stelsels die in financiële problemen verkeren, kunnen putten.
Een eerste stap in het oplossen van de financiële problemen van de pensioenen is dat die duidelijk zichtbaar worden en afgezonderd van de andere takken van de sociale zekerheid. Dan zal ook blijken dat er geen redenen zijn waarom het omslagstelsel deficitair zou moeten draaien. Dubieuze argumenten zoals toekomstige ontvangsten door een toegenomen tewerkstelling, kunnen dan als Ponzifraude ontmaskerd worden. De overheid keurt speculatie af, maar zelf doet ze het al vele decennia in het pensioendossier.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier