‘Peking moet ingrijpen, anders dreigt een handelsconflict’
De Europese Kamer van Koophandel (EuCham) luidt de alarmbel over de Chinese economie. Met name de overcapaciteit in de industrie wordt een groot probleem.
De overcapaciteit in de Chinese industrie is tussen 2008 en 2015 enorm toegenomen, waarschuwt de Europese Kamer van Koophandel (EuCham) in een rapport waarover Het Financieele Dagblad maandag bericht.
Met name de Europese bedrijven die actief zijn in China maken zich grote zorgen over de enorme toename van die overcapaciteit in de Chinese industrie. “Peking moet ingrijpen, anders dreigt een handelsconflict en kan China de status van markteconomie mislopen”, luidt het.
Weerstand van de lokale overheden
Terwijl de industriële overcapaciteit in China de afgelopen zeven jaar fors is toegenomen, heeft Peking alle moeite van de wereld om de geplande hervormingen door te voeren. De Chinese centrale overheid botst bij haar plannen om de overcapaciteit in de industrie te beteugelen in de eerste plaats op de weerstand van de door economische groei geobsedeerde lokale overheden, meldt het rapport.
Hoewel de Chinese economie in snel tempo vaart mindert, blijkt er namelijk nog altijd op grote schaal capaciteit te worden toegevoegd in de industrie.
Een ander latent gevaar schuilt in de houding waarbij fusies en overnames door de lokale overheden worden belemmerd uit vrees voor een terugval van de belastinginkomsten. Fusies en overnames zouden er volgens die overheden toe kunnen leiden dat de belastinginkomsten worden overgeheveld naar andere jurisdicties, wat ze uiteraard willen vermijden.
‘Zombiebedrijven’
De Chinese centrale overheid, die de overcapaciteit in tabellen heeft gegoten, heeft de sluiting van de door schulden geteisterde ‘zombiebedrijven’ tot een van haar belangrijkste beleidsprioriteiten voor 2016 gemaakt. Actieplannen van de overheid maken alvast duidelijk dat er moet afgerekend worden met een capaciteit van 100 tot 150 miljoen ton staal en 500 miljoen ton steenkool.
Volgens berekeningen van de China Iron and Steel Association (CISA), telt China een jaarlijkse overcapaciteit van ongeveer 400 miljoen ton, met een bezettingsgraad die gedaald is tot 67 procent in 2015. Hoewel de productie sinds 1981 vorig jaar voor het eerst afgenomen is, neemt de capaciteit in 2016 naar alle waarschijnlijkheid weer toe.
‘Export tegen spotprijzen’
Een en ander heeft ertoe geleid dat Chinese bedrijven zich genoodzaakt zien hun producten over de grens tegen spotprijzen aan te bieden. De Chinese producentenprijzen, die al maandenlang blijven dalen, zakten afgelopen maand opnieuw met met 5,3 procent. Dat blijft niet zonder gevolgen voor de rest van de wereld, merkt Het Finacieele Dagblad op. De markten wereldwijd kunnen namelijk niet om Chinese overcapaciteit in de vorm van de export van goedkoop staal heen.
“China heeft zich altijd al verleidelijk opgesteld om de industrie te laten groeien. Het systeem voedt overcapaciteit”, aldus Jörg Wuttke, voorzitter van de Kamer van Koophandel.
Wuttke verduidelijkt aan het persagentschap Bloomberg dat China het probleem van de overcapaciteit sinds 2008 heeft laten escaleren door grote nieuwe projecten goed te keuren, waarna de bezettingsgraad in sectoren zoals staal, aluminium en chemicaliën is blijven afnemen. Van de negen industriële sectoren die EuCham in kaart heeft gebracht, verbeterde de bezettingsgraad enkel in de sector waar windturbines worden geproduceerd.
Volgens Wuttke moet je er als overheid naar streven om de capaciteit van de industrie voor een volle 100 procent te benutten, ‘maar dat is hier niet het geval, terwijl het industriële landschap hoe langer hoe inefficiënter oogt’. (BO)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier