Overleeft de Europese staalindustrie?
Een combinatie van een zwakke vraag, overcapaciteit en Chinese dumping dwingt de Europese staalindustrie op de knieën. Overal in Europa worden hoogovens stilgelegd. Geert Van Poelvoorde, de CEO van ArcelorMittal Europe, probeert de moed erin te houden. “Als de sector minder dan 30 procent krimpt in Europa, komen we goed weg.”
De Europese staalfederatie Eurofer luidde begin deze maand de alarmbel in een persmededeling: de sector staat voor een overlevingsstrijd. Chinees staal overspoelt de markt tegen dumpingprijzen, uitgerekend in tijden van wereldwijde overcapaciteit en zwakke vraag. Met 126 miljoen ton staal in 2023 zat de Europese sector al aan zijn laagste productievolume ooit, en de toestand verbetert maar niet. Veel productiecapaciteit blijft ongebruikt, met als gevolg het risico op permanente sluiting en het verlies van duizenden banen.
Geert Van Poelvoorde, de CEO van de Europese tak van de staalreus ArcelorMittal, somt een onheilspellende lijst op. “In het Tsjechische Ostrava is de staalfabriek van het Britse Liberty Steel kopje-onder gegaan. In Hongarije is Dunaferr vereffend en verkocht aan Liberty Steel. In het Verenigd Koninkrijk sluit het Indiase Tata Steel enkele hoogovens, net zoals Ilva in Italië. En het Duitse ThyssenKrupp zit in een regelrechte existentiële crisis.
Waar zal het eindigen? Worden de Europese hoogovens straks industriële museumstukken?
GEERT VAN POELVOORDE. “Niemand twijfelt nog aan de ernst van de toestand, wat de voorbije jaren weleens anders was. De erkenning van de feiten is al een grote stap vooruit. Vorige week haalde Mario Draghi (ex-voorzitter van ECB, nvdr) het probleem aan in zijn rapport over de Europese concurrentiekracht. In februari ondertekenden zeventig CEO’s van Europese energie-intensieve bedrijven The Antwerp Declaration for a European Industrial Deal. De problemen staan dus duidelijk op papier. De overleving van de Europese staalindustrie zal nu afhangen van wat de overheden willen doen.”
Welke maatregelen verwacht u?
VAN POELVOORDE. “Wereldwijd kampt de staalindustrie met een overcapaciteit van circa 600 miljoen ton. Bovendien overspoelt China de wereldmarkt met 100 miljoen ton gesubsidieerd staal, terwijl de vraag laag is. Dat heeft een cascade-effect. Overal duikt nu ook Japans, Koreaans en Indiaas staal op. De staaltsunami doet de marktprijs zo diep zakken, dat de Europese producenten bijna allemaal in het rood geduwd worden. Dat probleem moet je aan de Europese grenzen oplossen.”
U pleit voor invoertarieven op staal.
VAN POELVOORDE. “Gesubsidieerde concurrentie is oneerlijke concurrentie. Invoertarieven moeten het effect van die subsidies neutraliseren. Op termijn is er nog een probleem: door het Europese systeem van handel in CO2-uitstootrechten gaan we tegen 2030 naar extra kosten per ton Europees staal. Het Europese CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism) moet dat concurrentienadeel tegenover buitenlandse producenten neutraliseren, maar werkt niet goed, en moet opnieuw naar de tekentafel. Ten derde zijn er de enorme kosten van de vergroening. Een hoogoven op kolen vervangen door een elektrische oven gekoppeld aan een DRI-procedé (Direct Reduced Iron, waarbij ijzer uit erts gewonnen wordt door gebruik van aardgas, nvdr) is een investering van zowat 2 miljard euro. Bovendien zijn elektriciteit en aardgas zeer duur in Europa, zodat de productiekostprijs van groener staal veel hoger is dan die van klassiek staal. De hogere kosten moet de overheid opvangen door bij openbare aanbestedingen de verplichting in te bouwen groener staal te kopen tegen een meerprijs.”
Invoertarieven, een vernieuwd CBAM en een meerprijs voor groener staal: als dat er allemaal van komt, is de Europese staalindustrie dan gered?
VAN POELVOORDE. “Als de sector minder dan 30 procent krimpt in Europa, dan komen we goed weg. Maar ik vrees dat het meer wordt. Veel zal afhangen van hoe snel de Europese Commissie en de lidstaten beslissen over de invoertarieven en de hertekening van het CBAM. Ook de staalproducenten willen strijden tegen de klimaatopwarming. Maar als de Green Deal de Europese industrie deels vernietigt, dan zal de rest van de wereld er niet happig op zijn ons te volgen.”
U doelt op het fameuze leading by example: het CBAM moet de wereld ertoe aanzetten het Europese groene voorbeeld te volgen.
VAN POELVOORDE. “We leven allemaal op dezelfde planeet. Het is belangrijk dat Europa slaagt in zijn opzet. Maar Europa kan niet slagen als het zijn industrie opoffert, want daar zal de rest van de wereld niet in trappen. Door de dure elektriciteit en aardgas is groenere staalproductie gewoon niet rendabel in Europa, terwijl de resultaten van de Europese staalproducenten nu al onder zware druk staan. Ik zie concurrenten die niet langer geloven dat Europa het kan oplossen en in opkomende landen klassieke hoogovens bouwen met de bedoeling staal te exporteren naar Europa.”
Zal ArcelorMittal hetzelfde doen?
VAN POELVOORDE. “ArcelorMittal is wereldwijd actief en zal zijn toekomst zeker niet op het spel zetten als Europa een deel van zijn industrie opgeeft. De druk op onze Europese tak is heel groot, de investeringen worden allemaal ter discussie gesteld. Ondertussen investeren we onverminderd voort in Brazilië, India en Canada. De Europese tak is vooralsnog de grootste van de groep, maar we zien de krimp onder onze ogen gebeuren. ArcelorMittal is nog steeds een Europees bedrijf met hoofdkantoor in Luxemburg, maar de groep zal haar gewicht beginnen te verschuiven.”
De grote investering in groenere staalproductie in Gent, komt die er nog?
VAN POELVOORDE. “Het ontwerp moet klaar zijn in het laatste kwartaal van dit jaar. Of de investering er ook komt, hangt onder andere af van de elektriciteitsprijs.”
De regering-De Croo heeft u goedkope stroom beloofd.
VAN POELVOORDE. “We hebben een brief gekregen waarin de regering belooft aan alle energie-intensieve bedrijven in België een stroomprijs aan te bieden die hen concurrentieel maakt tegenover de rest van de wereld. Dat zou mooi zijn, maar zal weinig helpen als niets gedaan wordt aan de goedkope import en het CBAM.”
Intussen lonkt het Franse Duinkerke naar uw investering.
VAN POELVOORDE. “We hebben nooit gezegd dat het ofwel Gent ofwel Duinkerke wordt. De ene tegen de andere uitspelen doen we niet. Elk van beide projecten wordt op zijn merites beoordeeld. Daarbij speelt veel meer dan alleen de stroomprijs. Welke producten worden er gemaakt? Met welke klanten is de fabriek verbonden? Het is allemaal zeer complex. Het is evengoed mogelijk dat we in beide vestigingen investeren, of in geen van beide.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier