Overheidsschuld eurozone daalt licht
De schuldenberg van de landen van de eurozone is in het derde kwartaal van vorig jaar wat minder hoog in vergelijking met een kwartaal eerder, blijkt uit cijfers van het Europees statistiekbureau Eurostat.
De schuldgraad van de negentien landen van de monetaire unie klokte in het derde kwartaal van 2018 af op 86,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp), meldt het Europese statistiekbureau maandag.
In het tweede kwartaal noteerde Eurostat nog een schuldgraad van 86,3 procent en aan het einde van het derde kwartaal het jaar voordien was dat nog 88,2 procent. Voor de hele Europese Unie was er ook een daling, van 81 procent tot 80,8 procent in het derde kwartaal.
Volgens de berekeningen van Eurostat klokte de Belgische overheidsschuld eind september af op een schuldgraad van 105,4 procent van het bbp tegenover 105,9 procent drie maanden eerder, en 107,1 procent in vergelijking met een jaar eerder. België blijft hoe dan ook een zware schuldenlast torsen, waardoor ons land tot de grootste schuldenzondaars van Europa mag gerekend worden. Op het einde van het derde kwartaal stond België op de vijfde plaats in de schuldenrangschikking.
Griekenland spant de kroon met 182,2 procent, voor Italië (133 procent) en Portugal (125 procent). Ook Cyprus doet het slechter (110,9 procent). Aan het andere uiterste staat Estland met een schuldenlast van amper 8 procent, gevolgd door Luxemburg (21,7 procent) en Bulgarije (23,1 procent). Ter vergelijking nog de schuldenlast van de grote buurlanden. Die bedraagt 99,5 procent in Frankrijk, 52,9 procent in Nederland en 61 procent in Duitsland.