Op de vingers getikt voor een Sinterklaascadeau: verschillende sociale inspecties, verschillende aanpak

BART ADRIAENS “De RVA en de RSZ willen echt dat er geld binnenkomt voor de overheid.” © FRANKY VERDICKT
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De strijd tegen de sociale fraude bracht vorig jaar ruim 334 miljoen euro op en er werden 122.159 onderzoeken afgesloten. In veel gevallen gaat het om niet-aangegeven arbeid en illegale tewerkstelling, vaak van niet-EU-burgers. Maar de cijfers verbergen verschillen in aanpak van de sociale-inspectiediensten. “Een wekelijkse markt controleren op zwartwerk is laaghangend fruit plukken. Het grote probleem is de sociale dumping in de bouw en de vleessector”, weet advocaat Bart Adriaens.

38,4 miljoen euro. Dat bedrag wisten de inspectiediensten van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) in 2022 terug te vorderen aan werkloosheidsuitkeringen die tijdens de coronapandemie onterecht waren toegekend. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD), die cijfers over de strijd tegen fiscale en sociale fraude verzamelt. Die 38,4 miljoen euro is een belangrijk deel van de 334 miljoen die de strijd tegen sociale fraude vorig jaar heeft opgebracht.

Tijdens de lockdowns van 2020 hadden veel werknemers tijdelijk niets omhanden. De regering versoepelde daarop de regels van de tijdelijke werkloosheid, om ontslagen te vermijden. Maar misbruik loerde om de hoek. Malafide bedrijven schreven buitenlanders in als werknemer, zonder dat die eigenlijk werkten. Ze werden vervolgens op tijdelijke werkloosheid gezet en vroegen een uitkering aan.

“Als die ondernemingen hier al even actief waren, is het voor de inspectiediensten niet makkelijk dat geld te recupereren”, zegt Bart Adriaens, advocaat arbeidsrecht en partner bij Claeys & Engels. “Er vinden nog andere controles op misbruik van de tijdelijke werkloosheid ten tijde van de coronapandemie plaats, maar veeleer bij ondernemingen die niet direct ter kwader trouw zijn. Die gaan heel ver. Tijdens een inspectie moet een bedrijf alle e-mails van het personeel tonen. Als een medewerker tijdens de periode van tijdelijke werkloosheid een e-mail heeft gestuurd, gaat de inspecteur ervan uit dat die aan de slag was. Een boete en de terugvordering van de tijdelijke werkloosheidsuitkering zijn dan het gevolg.”

De RSZ zegt: de regels zijn de regels. De instructies niet volgen is meteen een overtreding. De arbeidsinspectie heeft meer marge
BART ADRIAENS, CLAEYS & ENGELS

“Je merkt dat de RVA en de RSZ echt willen dat er geld binnenkomt voor de overheid”, stelt Adriaens vast. “Een ander voorbeeld: tien jaar geleden betaalden veel bedrijven aan werknemers 400 tot 500 euro forfaitaire onkostenvergoedingen, nu wordt dat al snel als zwart loon aangezien. Al zeggen de werknemers: ja maar, toen ik hier aan de slag ging, heb ik dat onderhandeld als een deel van mijn verloningspakket.”

Sociale zekerheid

De aanpak van de inspectiediensten is een gevolg van het beleid dat al jarenlang wordt gevoerd. De lasten op arbeid zijn hoog in België, maar er zijn allerlei uitzonderingsregimes die minder zwaar worden belast: extralegale voordelen bijvoorbeeld, of systemen zoals de studentenarbeid en flexi-jobs. De RSZ-diensten willen er toch voor zorgen dat er voldoende compenserende inkomsten zijn voor de sociale zekerheid.

Dat leidt soms tot vreemde toestanden. Zoals een bedrijf dat op de vingers wordt getikt, omdat het voor Sinterklaas een aankoopbon van een speelgoedwinkel en een paar chocolade sinterklazen cadeau gaf aan alle personeelsleden, maar die laatste stonden niet in de boeken. Of ze schonken een aankoopcheque plus een fles wijn, waardoor het maximum van 40 euro voor personeelsgeschenken overschreden wordt en de inspectie het toegekende voordeel verwerpt.

“De RSZ zegt: de regels zijn de regels”, weet Adriaens uit ervaring. “Men denkt daar dat het recht een exacte wetenschap is. De instructies niet volgen is meteen een overtreding. De arbeidsinspectie heeft meer marge. Die inspecteurs gaan de boer op en dan leer je het onderscheid kennen tussen een echte fraudeur en iemand die toevallig eens iets verkeerd doet. Elke inspecteur heeft volgens het Sociaal Strafwetboek beoordelingsbevoegdheid. Ze kunnen ook een waarschuwing geven. Iemand van de arbeidsinspectie die ziet dat te goeder trouw wordt gehandeld, zal daar rekening mee houden.”

Die verschillende benaderingen hebben te maken met de specifieke opdracht van de inspectiediensten. De arbeidsinspectie vertrekt van de werknemers en gaat na of die ontvangen waar ze recht op hebben. Krijgen ze het juiste loon? Zitten de werknemers van het bedrijf in hetzelfde paritair comité? De dienst Welzijn op het Werk kiest dan weer voor een preventieve aanpak en gaat bijvoorbeeld na of de werknemers voldoende zijn ingelicht over de gevaren van hun werk en of de werkplaats aan de normen voldoet. De RSZ-inspectie heeft nog een andere rol: die kijkt na of de overheid de sociale bijdragen krijgt waar ze recht op heeft. Worden werknemers volgens de regels tewerkgesteld? Of zijn er pogingen om zich te onttrekken aan de betaling van die parafiscale lasten?

Focus op de bouw

De sociale-inspectiediensten hebben vorig jaar 122.159 onderzoeken afgesloten, waarvan 7.718 naar sociale dumping. Bij dat laatste fenomeen gaat het vaak over illegale tewerkstelling van buitenlanders of niet-EU-inwoners, die hier via malafide bedrijven worden tewerkgesteld, onder meer in de bouw en de vleessector. Niet verwonderlijk dus dat volgens SIOD in 2022 in de bouwsector 3.507 controles plaatsvonden. “Een wekelijkse markt in een provinciestad controleren op zwartwerk is laaghangend fruit plukken. Maar het grote probleem zijn de gevallen van sociale dumping in de bouw en de vleessector”, stelt Bart Adriaens.

In de bouw gaat het in eerste instantie over illegale tewerkstelling. Niet-EU-burgers krijgen een tijdelijke verblijfsvergunning. Als die afloopt, moeten ze het land verlaten, maar ze blijven soms toch aan de slag in het zwarte circuit. Er zijn meer en meer zogenoemde derdelanders. Die niet-EU-burgers zijn bijvoorbeeld Brazilianen die via Portugal in België aan de slag gaan, Nigerianen komen via Spanje het land binnen en Macedoniërs, Kosovaren Serviërs en Turken via Bulgarije. “Die derdelanders mogen na 90 dagen niet langer in België werken”, legt Bart Adriaens uit. “Al is dat vaak niet de enige overtreding die wordt begaan. Sommigen worden zelfs niet eens ingeschreven als werknemer. Of hun nationaliteit klopt niet. Vaak volgen inspecties na een arbeidsongeval.”

BART ADRIAENS “Door de vele inspecties zit de schrik erin.”
BART ADRIAENS “Door de vele inspecties zit de schrik erin.” © FRANKY VERDICKT

Adriaens geeft het voorbeeld van een bouwwerf waar 24 mensen aan de slag zijn via onderaannemers. Bij een controle blijkt dat er zes niet ingeschreven zijn. De anderen zijn zelfstandig of hebben zich na de controle diezelfde namiddag nog snel ingeschreven bij een sociaal-verzekeringsfonds. Al is dat laatste niet genoeg.

Vaak zijn die zelfstandigen schijnzelfstandigen. Inspectiediensten focussen niet langer op de zelfstandigen aan de zogenaamde bovenkant, zoals managers of consultants. Als die een vrije werkorganisatie hebben en niet in een hiërarchische structuur hoeven te werken, stelt zich daar geen probleem. Dat is anders aan de onderkant van de arbeidsmarkt. In de bouwsector moet een zelfstandige aan een aantal criteria voldoen. Volgens Adriaens is het gemakkelijk te detecteren of het om schijnzelfstandigheid gaat: zulke personen hebben geen eigen materiaal of bestelwagen, of werken voor slechts één opdrachtgever. “De inspectiediensten focussen vooral op het misbruik van mensen in een zwakke positie. Ze willen sociale dumping tegengaan. Het gaat niet alleen over mensen in een statuut duwen, zodat ze minder kosten – denk dus aan de zelfstandigen. Soms worden ze ook nog gedwongen een deel van hun loon in te leveren om hun transport- en slaapkosten te betalen.”

Je bent dom als je in de horeca nog personeel in het zwart uitbetaalt
BART ADRIAENS, CLAEYS & ENGELS

De bouw kampt met een grote arbeidskrapte. Om de vacatures ingevuld te krijgen, wordt meer dan vroeger een beroep gedaan op buitenlandse bedrijven die bouwvakkers naar ons land detacheren.

Afschrikkend effect

Kijken we naar de bredere economie, dan neemt het gewicht van zwartwerk af. Dat komt door de vele inspecties. “De schrik zit erin”, zegt Adriaens. “Daarnaast mag je niet vergeten dat verschillende lastenverlagingen op arbeid zijn ingevoerd. Akkoord, de fiscale druk op arbeid blijft hoog. Maar in de horeca bijvoorbeeld zijn zoveel maatregelen genomen dat zwartwerk er veel minder interessant is geworden. De laagbelaste flexi-jobs zijn duidelijk een succes. Tot 360 overuren kunnen horecabedrijven netto voor bruto uitbetalen én die bedragen zijn fiscaal aftrekbaar. En er is de voordelige studentenarbeid. Je bent dom als je in de horeca nog personeel in het zwart uitbetaalt. Als mensen toch nog in het zwart werken, is het vaak omdat ze in een schuldbemiddeling zitten en een deel van hun reguliere inkomen wordt aangeslagen om de leningen af te betalen.”

Adriaens wijst ook op het afschrikkend effect van de boetes voor zwartwerk. Op één gemiste Dimona-aangifte, het elektronische bericht waarmee de werkgever iedere indiensttreding en uitdiensttreding van een werknemer aangeeft bij de RSZ, staat als fysieke persoon een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een strafrechtelijke geldboete van 4.800 tot 48.000 euro. De boete voor een vennootschap is een geconverteerde gevangenisstraf: 24.000 tot 576.000 euro voor één Dimona-aangifte die niet is gebeurd. “Als je tien mensen niet inschrijft en dan zo’n boete krijgt, is het boeken dicht”, besluit Adriaens.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content