‘Altijd vinden we betere oplossingen dan die protesten van vorige week in Brussel’: wat Belgische boeren kunnen leren van de Nederlandse BBB
Ook in Nederland werkt het stikstofdecreet voor de landbouwers als een rode lap op een stier. Hoe pakken onze noorderburen hun stikstofprobleem aan? En hoe sussen zij de onvrede op het platteland? “De boeren hebben niet ten onrechte het gevoel dat ze langzaam maar zeker het land worden uitgeduwd.”
Boerenprotesten zijn wijdverbreid in Europa; Nederland en België hebben geen duopolie op de agrarische malaise. Toch kan het lonen om de Vlaamse situatie te vergelijken met de Nederlandse: het gaat in beide gevallen om dichtbebouwde gebieden waar de boer ooit een onbetwiste hoofdrol in de economie speelde.
“Ik vind het zelf ook niet meer vanzelfsprekend dat het boerenbelang bovenaan staat”, zegt journalist Gertjan Van Schoonhoven (EW Magazine), die uit een boerenfamilie stamt. “Maar ik vind wel dat Nederland heel graag kwesties uitstelt; net zo lang tot het niet anders kan. Daar zijn de boeren het slachtoffer van geworden. Al die Europese richtlijnen waar het om gaat, de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn, stammen uit het begin van de jaren 90. Maar aan de uitvoering moeten we nog beginnen. Is dat wel in het voordeel van de boeren geweest, al dat uitstel?”
De richtlijnen – Habitat legt eisen op om de biodiversiteit in de Europese Unie waarborgen, de andere moet alle in het wild levende vogelsoorten beschermen – “zijn slechts gedeeltelijk de oorzaak van de onvrede”, zegt Cor Pierik, die voor de plattelandspartij BoerBurgerBeweging (BBB) in de Tweede Kamer zit. “We hebben intussen de Natura 2000-gebieden, wat de optelsom is van de Habitat- en de Vogelrichtlijn.”
Lont in het kruitvat
Zowel in Vlaanderen als in Nederland richt het stikstofbeleid zich op hetzelfde hoofddoel: het behoud van de gezonde staat van natuurgebieden die onder Europese bescherming staan. Juridische instanties hebben echter vastgesteld dat de strategieën van de overheid in beide gebieden tekortschieten in het afschermen van deze gebieden voor de negatieve invloeden van een te hoge stikstofneerslag.
Vlaanderen telt 61 Natura 2000-locaties, wat neerkomt op zo’n 12 procent van zijn territorium, terwijl Nederland 162 zulke locaties heeft, bijna 15 procent van het nationale oppervlak. “Die locaties zijn rond het jaar 2000 vastgelegd, tientallen jaren geleden”, zegt Pierik. “Er worden allerlei natuurdoelen gekoppeld aan die gebieden. Het is lastig om wetenschappelijk vast te stellen of die doelen wel gehaald worden, als je geen goede referentiedata hebt of geen systeem hebt van waaruit je door de jaren heen heel goed kan monitoren hoe het gaat met de natuurontwikkeling.”
“Er is jarenlang een soort van gedoogsituatie gecreëerd voor de stikstofuitstoot, iets als ‘het hoeft nu nog niet, als het maar op termijn omlaag gaat’”, observeert Van Schoonhoven. “Daar heeft de Raad van State in het voorjaar van 2019 een streep door getrokken. In datzelfde jaar kwamen de boerenprotesten en werd de BBB opgericht. De uitspraak van de Raad van State is een beetje de lont in het kruitvat geweest, want die heeft een abrupt einde gemaakt aan de gedoogsituatie voor heel veel boeren, waardoor ze in de problemen kwamen en dat nog steeds voor een deel zitten.”
De onderhandelingen in de Vlaamse regering, geïnspireerd door de boerenprotesten, liepen spaak door meningsverschillen over het opkopen van landbouwgronden door natuurorganisaties en de overheid, wat leidt tot hogere grondprijzen. Zuhal Demir (N-VA), de Vlaamse minister van Omgeving, stond erop dat de aankoop van landbouwgrond in Natura 2000-gebieden mogelijk moest blijven, zelfs voor gronden die door zeldzame vogels worden overvlogen. Daar bood Jo Brouns (cd&v), minister van Landbouw, stevig weerstand tegen. Uiteindelijk behield de overheid de mogelijkheid om grond aan te kopen in alle beschermde natuurgebieden.
‘Het is hier ook wel gegaan over gedwongen uitkopen. Maar daar worden boeren nog bozer van, dus dat is nu even niet aan de orde’
Lotte Elbrink (EW Magazine)
Gedwongen uitkopen
Zowel Nederland als Vlaanderen heeft het voornemen om de stikstofemissies tegen 2030 aanzienlijk te reduceren. Nederland heeft als doel 50 procent minder, Vlaanderen 43 procent. Maar er zijn ook verschillen. Vlaanderen wil de stikstofconcentraties in zijn natuurgebieden tegen 2030 te halveren, terwijl Nederland ernaar streeft om in 74 procent van zijn natuurgebieden de stikstofdepositie onder de kritische waarde te brengen. Onze noorderburen zijn dus veel ambitieuzer.
“In Nederland hebben we een paar jaar geleden ook enorme boerenprotesten gehad”, zegt Lotte Elbrink, redacteur economie van EW Magazine. “Johan Remkes van de liberale partij VVD is toen bemiddelaar geworden. Hij is met de boeren, ministers, het bedrijfsleven en allerlei belangenorganisaties rond de tafel gaan zitten om het vertrouwen te herstellen tussen al die partijen. Hij heeft een rapport opgesteld, en een actieplan: hoe kom je uit deze crisis? En hoe houd je iedereen toch wat tevreden? Daarin stond onder andere dat er 500 tot 600 piekbelasters zijn, boeren die het meeste stikstof uitstoten in de buurt van natuurgebieden en die moeten inkrimpen of met innovatie hun uitstoot moeten beperken. Daar is een regeling voor gekomen; zij kunnen zich vrijwillig laten uitkopen. Het is hier ook wel gegaan over gedwongen uitkopen. Maar daar worden boeren nog bozer van, dus dat is nu even niet aan de orde.”
‘Meer kunstmest is misschien eventjes gunstig om de stikstofdoelstelling te halen. Maar voor het klimaat is het heel ongunstig’
Cor Pierik, BoerenBurgerBeweging
Tractors op de snelweg
“Remkes heeft best zinvolle adviezen gegeven”, merkt Cor Pierik van de BBB op. “Hij heeft goed geluisterd naar de boeren. Hij kwam uiteindelijk met de rapportage dat ‘niet alles overal kan’; een heel genuanceerd beeld. Hij zei de wanhoop in de ogen van heel redelijke mensen gezien te hebben. Dat betekent dat we aan de keukentafel van de boeren oplossingen moeten zoeken. Dat is iets wat de BBB heel graag wil en ook voortdurend doet. Altijd vinden we veel betere oplossingen dan de boerenprotesten die de afgelopen week hebben plaatsgevonden in Brussel. De protesten begrijpen we heel goed, echter, die onlusten keuren we ten zeerste af.”
Maar, stelt Pierik, het is verre van alleen stikstof dat de deining bij de boerenstand aanjaagt. “Stikstof is misschien wel de druppel die de emmer heeft doen overlopen, maar het gaat om veel meer zaken. We hebben nu de gebiedsgerichte aanpak, het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dat zijn plannen die vanuit de provincies en het ministerie gemaakt worden om het platteland zo in te richten dat de klimaat- en natuurdoelen gehaald worden, dat het ook een gezonde leefomgeving is voor mensen. Het is een heel breed scala aan maatregelen die de boeren opnieuw beperken in hun ontwikkelingsmogelijkheden.”
“Daarin staat dat de boeren minder stikstof op hun land mogen brengen, via dierlijke mest. Minder dierlijke mest, waardoor ze weer wat meer kunstmest gaan kopen. Kunstmest is, wat de gezondheid van de bodem of de uitspoeling betreft, een ander verhaal. Dierlijke mest is veel beter voor het bodemleven dan kunstmest. Daarnaast heb je voor kunstmest gewoon ook heel veel CO2 en gas nodig om dat te kunnen produceren. Dat is misschien eventjes gunstig om de stikstofdoelstelling te halen. Maar voor het klimaat is het heel ongunstig. Dat zijn maatregelen die tegen elkaar ingaan, onverenigbaar met een consistent en uitlegbaar beleid.”
“Tegelijkertijd is er nog geen zicht op de effecten op het verdienmodel van de boer”, concludeert Pierik. “Dat is een van de grootste manco’s; dat er allemaal plannen zijn en dat er doelen gesteld worden, maar dat pas nadien een beetje uitgerekend wordt wat dat betekent voor de Nederlandse economie. Of wat het betekent voor de boer. Eerst roepen ze: ‘je inkomen gaat halveren’ en pas later gaat het erover hoe je dat kan bijklussen. Dat veroorzaakt heel veel onzekerheid en onrust. Dat pakken onze boeren af en toe de tractors pakken om een snelweg te blokkeren.”
‘Na de Tweede Wereldoorlog was het credo: nooit meer honger. De rol van de boeren in het Nederlandse landschap was altijd onomstreden’
Gertjan Van Schoonhoven (EW Magazine)
Slag om de ruimte
Van Schoonhoven ziet een breder verhaal: “Wat in Nederland heel intensief speelt, is wat ik de slag om de ruimte noem. België is ook een dichtbevolkt land, maar Nederland nog wat dichter en het kent een heel snelle bevolkingsgroei. Er zijn veel claims op de ruimte. Er is een economische claim, een huisvestingsclaim, een infrastructurele claim, er in toenemende mate een milieuclaim. Als je naar 22 of 23 miljoen inwoners gaat in Nederland, dan moeten die mensen ergens wonen, ergens naar school gaan, ergens werken. Dat is een stille verandering van het land, een nieuwe verstedelijking.”
“Na de Tweede Wereldoorlog was het credo: nooit meer honger”, vervolgt Van Schoonhoven. “De rol van de boeren in het Nederlandse landschap was altijd onomstreden. Eerst het eten, de rest kwam daarna wel. Nederland was na de oorlog nog een agrarisch land. En de ruimte was er ook. Maar als je kijkt naar de arealen grond die aan de boeren is onttrokken in de afgelopen decennia, dat is gigantisch. De boeren hebben niet ten onrechte het gevoel dat ze langzaam maar zeker het land worden uitgeduwd.”
En nu? “Er stonden in het rapport van Johan Remkes nog een aantal punten, maar niets is echt opgelost”, recapituleert Elbrink. “Dat rapport is er gekomen en vervolgens zou de minister met de sector een landbouwakkoord sluiten. Dat is op het laatste moment afgekapt omdat een boerenorganisatie uit het overleg is gestapt. Omdat ze niet goed zagen hoe boeren nog geld zouden kunnen verdienen. En daarna is het kabinet over een andere kwestie gevallen. Dus ligt het zo goed als stil.” Nederland staat intussen voor lange formatiegesprekken, luidt het. Een stand van zaken die niet geheel onherkenbaar is.
In Vlaanderen wordt de impact van een bedrijf bepaald op basis van de volledige stikstofdepositie die het veroorzaakt, inclusief zowel toenemende als afnemende stikstofdeposities.
In Nederland wordt de stikstofdepositie gemeten in mol per hectare per jaar. Eén mol stikstof komt overeen met 14 gram. Als we de Nederlandse drempelwaarde nemen voor bijkomende depositie, die 0,005 mol per hectare per jaar is, betekent dit dat de stikstofneerslag 0,07 gram per hectare per jaar mag bedragen.
“Die 0,005 mol per hectare is eigenlijk een ondergrens waar we helemaal niet mee uit de voeten kunnen”, zegt Cor Pierik. “De ondergrens is in Duitsland bijvoorbeeld 24 mol bijvoorbeeld, wat veel realistischer is. Door die 0,005 mol hebben wij in Nederland natuurlijk heel wat piekbelasters en PAS-melders. Die laatste zijn mensen die wel een vergunning hebben gekregen, maar die door de rechter ongeldig is verklaard. Als al die boeren uiteindelijk geen vergunning krijgen, dan moeten ze stoppen met hun bedrijf. Daar worden een paar duizend boeren in Nederland zeer wanhopig van.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier