Ontbinding slapende vennootschappen wordt eenvoudiger
Het wordt binnenkort eenvoudiger om slapende vennootschappen op te doeken. De Kamer heeft daarover dinsdag een wetsvoorstel goedgekeurd.
De meerderheid en sp.a stemden voor terwijl de rest van de oppositie zich onthield. De tekst voorziet een maximaal verbod van drie jaar om zaakvoerder van een vennootschap te zijn wanneer een zaakvoerder niet meewerkt in het geval van een gerechtelijke ontbinding.
Nogal wat vennootschappen in ons land oefenen niet langer echt activiteiten uit. Zo blijkt dat meer dan 140.000 vennootschappen voor 2013 geen jaarrekening meer hebben ingediend. Veel van die vennootschappen zijn eigenlijk “slapende of spookvennootschappen”, lichten de ondertekenaars van de tekst toe.
Spookvennootschappen kunnen gebruikt worden als dekmantel voor illegale activiteiten.
Die structuren zadelen de rechtbanken en parketten met veel werk op, omdat bij het verdwijnen ervan een hele procedure komt kijken. Bovendien wijst het voorstel op het gevaar dat achter die spookvennootschappen schuilt. Ze kunnen immers worden gebruikt als dekmantel voor illegale activiteiten.
Volgens het wetsvoorstel moeten de kamers voor handelsonderzoek van de rechtbanken voortaan nagaan of ondernemingen nog actief zijn en eventueel gerechtelijk kunnen worden ontbonden. Daarna zouden ze dan de zaak met een gemotiveerd advies doorverwijzen naar de feitenkamer bij de rechtbank, die de ontbinding kan uitspreken na de betrokkenen te hebben gehoord. Dat zou ook gelden voor vennootschappen die de concurrentie verstoren door de voorwaarden voor de uitoefening van het beroep aan hun laars te lappen.
Een vennootschap zou de kans krijgen haar situatie te regulariseren. Dat geldt nu ook al voor vennootschappen die zouden worden ontbonden omdat ze drie keer op rij hun jaarrekening niet hebben ingediend.
Een amendement voegt aan het oorspronkelijke voorstel een burgerlijke procedure toe. De tekst legt een beroepsverbod van maximaal drie jaar op wanneer iemand de verplichtingen in de vennootschapswetgeving met de voeten treedt. Een voorbeeld daarvan is weigeren mee te werken met de gerechtelijk vereffenaar. De rechtbank van koophandel moet zich over zo’n verbod uitspreken.