OESO-rapport overwegend positief over Belgisch coronabeleid

secretaris-generaal van de OESO Mathias Cormann en premier De Croo © belga

België heeft tijdens de coronapandemie behoorlijk gepresteerd, maar er zijn zaken die beter kunnen in de toekomst. Dat blijkt uit de onafhankelijke doorlichting van het beheer van de coronacrisis door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

Het OESO-rapport, dat donderdag werd voorgesteld door secretaris-generaal Mathias Cormann van de OESO, premier Alexander De Croo (Open VLD), minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) en minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V), kwam er op vraag van de federale regering zelf. De onderzoekers evalueerden onder andere de risicobereidheid en het crisisbeheer, maar namen eveneens gezondheid, onderwijs, de economische en financiële maatregelen en de arbeidsmarkt onder de loep. 

Naast het nog meer inzetten op het anticipatievermogen en het crisisbeheer is ook de veerkracht van het gezondheidssysteem voor verbetering vatbaar, vindt de OESO, die pleit voor een sterkere focus op de indirecte gezondheidseffecten en op de impact op de geestelijke gezondheid, in het bijzonder bij jongeren. 

‘Hoewel België het tijdens de eerste golven van de coronapandemie niet zo goed deed, kon het gezondheidssysteem zich in de loop van de pandemie aanpassen en reageerde het over het algemeen vrij robuust’, merkt de OESO op. Ook waren de genomen maatregelen, zoals bijvoorbeeld het opschalen en opvolgen van de ziekenhuiscapaciteit of het uitrollen van de vaccinatiecampagne, over het algemeen succesvol in vergelijking met andere OESO-landen. 

Dat neemt echter niet weg dat bepaalde groepen, onder wie ouderen in woonzorgcentra, zeer hard werden getroffen. Wil ons land beter kunnen reageren op toekomstige schokken, dan moet de gezondheidszorg beter kunnen omgaan met crisissen en moet de coördinatie tussen de overheidsniveaus worden verbeterd, stellen de onderzoekers. 

Een ander aandachtspunt heeft betrekking op de economische en fiscale maatregelen. België verleende snel economische steun tijdens de pandemie, maar de ingrepen bestonden vooral uit maatregelen met een directe impact op de overheidsuitgaven en minder op liquiditeitssteun. In de toekomst wordt dat best anders aangepakt door meer nadruk te leggen op liquiditeitsmaatregelen, zoals staatsgaranties. Hierdoor wordt de belastingdruk beperkt terwijl de economie toch wordt gestimuleerd, klinkt het in de analyse. Ook zou de steun door middel van strengere voorwaarden, nog gerichter moeten gaan naar levensvatbare bedrijven.

Al bij al heeft België zich goed uit de slag getrokken, concludeert de OESO. Volgens de organisatie slaagden de overheidsinstanties in het hele land erin om met één stem te spreken en was de crisiscommunicatie over het algemeen coherent, al hadden bepaalde kwetsbare groepen nog gerichter benaderd kunnen worden. Wel zorgde de veelheid aan boodschappen van de verschillende overheidsniveaus af en toe voor uitdagingen, vooral op gemeentelijk niveau, en zou een grotere betrokkenheid van het middenveld in de toekomst tot meer vertrouwen in de openbare instellingen kunnen leiden, meent de OESO. 

Een grote pluim krijgt ons land voor het maximaal openhouden van de scholen tijdens de coronapandemie. Volgens de OESO kende België een van de laagste percentages van nationale schoolsluitingen binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling en de EU. Ook tijdens toekomstige crises moet dat een prioriteit blijven. Dat kan door te blijven investeren in digitale paraatheid en door het versterken van coördinatie- en betrokkenheidsprocessen met onderwijsactoren.

Partner Content