De werkgevers willen een oplossing voor het eenheidsstatuut, maar waarschuwen voor de mogelijke gevolgen ervan.
De werkgevers willen een oplossing voor het eenheidsstatuut, maar waarschuwen voor de mogelijke gevolgen ervan.
De tijd dringt om een oplossing te vinden voor de verschillende statuten van arbeiders en bedienden. Maar een nivellering naar boven toe, waarbij het beste van beide statuten behouden wordt, zou rampzalig zijn voor de economie en tienduizenden banen kosten. Dat hebben de werkgeversorganisaties – verenigd in het Interprofessioneel Werkgeversoverleg (IWO) – vrijdag gezegd tijdens een persconferentie.
De werkgevers hebben intussen een eigen globaal plan klaar, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de ontslagregeling en de carensdag. De carensdag is de eerste ziektedag die bij arbeiders niet betaald wordt en bij de meeste bedienden wel.
Voor de ontslagregeling stellen de werkgevers een onder- en bovengrens van opzegtermijnen voor, waartussen er ruimte is om per sector te differentiëren. Het is daarbij van belang dat de anciënniteitsrechten die werknemers in het verleden opbouwden, behouden blijven.
Wat de carensdag betreft, moet er volgens de werkgevers gekozen worden voor of de volledige afschaffing ervan, of de invoering voor iedereen.
“Wij willen vanaf 9 juli een gelijk systeem voor iedereen”, luidde het vrijdag bij de werkgevers. Het IWO pleit voor een ‘pragmatische, toekomstgerichte oplossing, vergelijkbaar met de Europese buurlanden, met ruimte voor differentiëring tussen sectoren en die niet raakt aan de bestaande verworven anciënniteitsrechten.’
Het IWO bestaat uit de werkgeversorganisaties Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), Voka, Unizo, Boerenbond/FWA, Beci, UWE, UCM en Unisoc. (Belga/BO)
