Nieuw-Zeeland begint te vrezen voor een braindrain

129.000 Nieuw-Zeelanders zochten vorig jaar andere oorden op. Vooral Australië is hun gedroomde bestemming.
‘Laat de winterkou achter je’ en ‘verruim je horizon in zonnig South East Queensland!’ luidt een krantenadvertentie die Nieuw-Zeelandse gezondheidswerkers naar een nieuw leven in Australië lokt. ‘Warmere dagen en hogere lonen’, kopte een andere advertentie van de Australische politie vorig jaar. Nieuw-Zeelanders die kozen voor ‘politiewerk in het paradijs’ konden zich verheugen op 300 dagen zonneschijn per jaar en een verhuispremie van 20.000 Australische dollar (11.500 euro).
Voor veel Nieuw-Zeelanders is dat een goede deal. Ze verlaten hun land in recordaantallen. Bijna 129.000 inwoners emigreerden vorig jaar, of 40 procent meer dan het gemiddelde van vóór de coronapandemie. De meerderheid waren Nieuw-Zeelanders, en geen immigranten die naar huis terugkeerden, waardoor er een nettoverlies van 47.000 burgers ontstond.
Inkomenskloof
Hoewel Nieuw-Zeeland een land van kolonisten is, is het ook gevormd door emigratie. De kleine economie en het gebrek aan kansen hebben jonge Nieuw-Zeelanders lange tijd gedreven in de richting van wat ze de “overzeese ervaring” noemen, wat de angst voor een braindrain aanwakkert. In verhouding tot zijn 5,3 miljoen inwoners heeft het een van de grootste diaspora’s in de OESO. Emigratie komt en gaat: de jongste piek dateert van 2012, aan het einde van de financiële crisis. Tijdens de coronapandemie keerden veel expats naar hun land terug, maar de uitstroom werd snel hervat. De jongste tijd zit de Nieuw-Zeelandse economie in een recessie en is de werkloosheid gestegen. Vertrekkende Kiwi’s mopperen over dure huisvesting en een misdaadgolf.
Nieuw-Zeelanders zijn vrij om in Australië te wonen en werken, en omgekeerd. Bijna 15 procent van de Nieuw-Zeelanders woont daar. Niet alleen is de inflatie in Australië minder hoog, er groeit al tientallen jaren een inkomenskloof tussen de twee landen. Gecorrigeerd voor koopkracht is het Australische bruto binnenlands product per persoon ongeveer een derde hoger dan het Nieuw-Zeelandse. De pensioenen zijn royaler en de centrumlinkse Labour-regering van Australië heeft het voor Nieuw-Zeelanders makkelijker gemaakt om paspoorten en uitkeringen te krijgen. In vergelijking daarmee is Nieuw-Zeeland “een zinkend schip”, zegt iemand op een Facebook-groep voor expats. Australië is “het beste voor een makkelijk leventje”, schrijft een ander.
Brain exchange
In het verleden is de angst voor een braindrain overdreven gebleken. Veel jonge expats zijn teruggekeerd en regeringen hebben de verliezen gecompenseerd door immigranten uit landen als India en China toe te laten. Het resultaat was een “brain exchange”, zegt Paul Spoonley, een socioloog van de Nieuw-Zeelandse Massey University. Maar volgens hem bestaat het risico dat dat verandert. Ten eerste, zegt hij, vertrekken niet langer alleen jonge Nieuw-Zeelanders, maar ook meer ervaren professionals en zelfs hele families. Ten tweede vertraagt de immigratie. Na een piek na de pandemie is de instroom vorig jaar met ongeveer een derde gedaald, hoewel de bevolking nog altijd groeit.
Premier Christopher Luxon zegt dat de oplossing is “op lange termijn een beleid uit te bouwen waardoor Nieuw-Zeelanders ervoor kiezen te blijven”. Maar dat is niet eenvoudig. In 2009 stelde premier John Key zich tot doel “Australië te evenaren tegen 2025”. In de hoofdstad Wellington grappen sommigen nu dat een realistischer doel zou zijn “Fiji te verslaan tegen 2050”.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier