Vijftien Aziatische landen tekenen zondag een historisch handelsakkoord, maar de betekenis ervan is eerder politiek, aldus KBC-hoofdeconoom Jan Van Hove. ‘Het akkoord verenigt de Aziatische krachten om de opmars van China onder controle te houden.’
De onderhandelingen hebben acht jaar geduurd, maar zondag is het zover: Vijftien Aziatische landen ondertekenen het Regional Comprehensive Economic Partnership (RCEP), een historisch belangrijk handelsakkoord. Gemeten naar bevolking en economisch gewicht wordt het RCEP het grootste handelsblok ter wereld. Het dekt zowat een derde van het wereldwijde bruto binnenlands product (bbp). “Het heeft bloed, zweet en tranen gekost”, liet Mohamed Azmin Ali zich ontvallen, de minister van Buitenlandse Handel van Maleisië.
India, dat lang deelnam aan de onderhandelingen, trok zich vorig jaar terug. Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Korea horen wel bij de ondertekenaars, samen met alle ASEAN-leden (Association of Southeast Asian Nations). Dat is een intergouvernementele organisatie van tien Zuidoost-Aziatische landen, waaronder Indonesië, Vietnam, Thailand, Maleisië en Singapore. En vooral: Japan en China ondertekenen mee het akkoord. “Die twee landen waren de eeuwige rivalen”, zegt Jan Van Hove, hoofdeconoom van KBC. “ASEAN heeft in het verleden geprobeerd banden te smeden met China, maar dat is nooit gelukt, onder druk van Japan. Met het RCEP zet Azië een stap naar meer integratie, met Japan en China erbij.”
Modernisering
Het feit dat zoveel landen op één lijn moesten komen, heeft het akkoord inhoudelijk verzwakt, aldus Van Hove. “RCEP is meer een intentieverklaring. Het is geen diepgaand akkoord, dat bijvoorbeeld niet even ver gaat als de vrijhandelsakkoorden die de Europese Unie afsluit. Een pluspunt is dat het RCEP veel aandacht besteedt aan de nieuwe trends in internationale handel, zoals e-commerce en de handel in diensten. Ook de intellectuele eigendomsbescherming is op de onderhandelingstafel gekomen, maar ik weet niet of dat het finale akkoord heeft gehaald. De wereldwijde handelsregels van de Wereldhandelsorganisatie zijn verouderd en staan nu helemaal op een laag pitje, omdat de Amerikaanse president Donald Trump de organisatie boycot. Een modernisering van de handelsregels is hoognodig. Het RCEP doet daar een poging toe.”
Lees verder onder de video
Het RCEP mag als Aziatisch initiatief niet worden verward met het CPTPP (Comprehensive and Progressive Agreement for Trans-Pacific Partnership), een handelsakkoord van elf landen rond de Stille Oceaan, zoals Canada, Mexico, Peru, Chili, Australië, Nieuw-Zeeland, Maleisië, Vietnam én Japan, maar zonder China. “Het CPTPP heeft meer potentieel, omdat het de binding maakt tussen Azië en Amerika”, zegt Van Hove. “Het was de grote droom van de vorige Amerikaanse president, Barack Obama, die de brug wou leggen tussen de Verenigde Staten en het Verre Oosten. Maar Donald Trump moest daar niet van weten, en trok zich terug.”
Kolonialisme
Het RCEP heeft een belangrijke politieke dimensie. “Het akkoord verenigt de Aziatische krachten om de opmars van China onder controle te houden”, zegt Van Hove. “China is zeer actief als exporteur en importeur in Azië. Het land werd de dominante kracht in de regio, en is daarin zeer assertief. Het typevoorbeeld is Cambodja. Daar legt China geld op tafel en zegt: ‘Dit is het politieke regime dat we willen, en dit moet je voor ons doen.’ Dat komt neer op kolonialisme. Het RCEP moet je lezen als een poging om China in te kapselen in een institutioneel kader dat de relaties in de regio stabiliseert. Of dat zal lukken, weet ik niet. Je kunt het vergelijken met Europa. We willen allemaal samenwerken met Duitsland, maar niemand wil dat Duitsland Europa domineert. Daarom komt de EU goed van pas.”