Nederlandse verkiezingen in slecht economisch klimaat
De Nederlanders trekken naar de stembus in een uiterst onzeker economisch klimaat. Dalende huizenprijzen, krimpende pensioenfondsen, burgers die de hand op de beurs houden, stijgende werkloosheid…
Eerste grote probleem bij onze noorderburen is dat er de voorbije vijftien jaar in Nederland een heuse vastgoedzeepbel is ontstaan en die is opengebarsten, met alle gevolgen van dien voor de rest van de economie.
Dalende huizenprijzen Recente cijfers van het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) leren dat de huizenprijzen vorig jaar het sterkst gedaald zijn sinds 1995. De huizenprijzen bevinden zich weer op het niveau van 2004. Het begon allemaal halfweg de jaren negentig toen banken royaal hypotheekleningen rondstrooiden. De hoge vastgoedprijzen dopeerden de groei sinds 1995 elk jaar met 0,2 tot soms een vol procentpunt. De overwaardering van hun huis verzilverden de Nederlanders via een extra lening en dat geld werd dan geconsumeerd. Sinds 2008 en de financiële crisis ging het omlaag met de huizenprijzen. Daardoor zit de Nederlandse economie eigenlijk extra op slot. De huiseigenaars hebben een gebrek aan vertrouwen en willen niet langer consumeren.
Lager pensioen
Een tweede reden tot ongerustheid bij de Nederlanders is de verslechterende financiële gezondheid van de pensioenfondsen. In Nederland is dat aanvullend pensioen bovenop de staatspensioenuitkering (de AOW) dé financiële buffer voor ouderen. Maar tal van die pensioenfondsen lijden onder de lage rente. Daardoor is hun dekkingsgraad verlaagd. Dat is de verhouding tussen het vermogen van de pensioenfondsen en hun verplichtingen, nu en in de toekomst. Door die gedaalde dekkingsgraad zit er voor de fondsen niets anders op dan de pensioenuitkeringen in 2013 te verlagen.
Negatief vermogen
Daar komt nog bij dat de voorbije jaren reële inkomstenstijgingen voor de Nederlanders uitbleven. De hogere lonen, hogere uitkeringen en pensioenen werden ongedaan gemaakt door prijsstijgingen via hogere inflatie, belastingen en hogere premies voor pensioenen.
De Nederlandsche Bank berekende begin dit jaar dat steeds meer Nederlandse huishoudens een negatief nettovermogen hebben. In 2008 had 5 procent van onze noorderburen een nettoschuld, ondertussen is dat al 9 procent. Een gevolg van dalende huizenprijzen, lagere reële lonen, hogere werkloosheid. De waarde van spaargeld en andere tegoeden als aandelen wegen niet meer op tegenover hun schulden, zowel gewone kredieten als hypotheekschulden.
Al deze factoren wegen op de werkgelegenheid. Een stijgende werkloosheid is al een tijd een normale zaak boven de Moerdijk. In juni 2011 was de werkloosheidsgraad 5 procent, ondertussen 6,3 procent.
Meer consumptie aub Economen zien een oplossing in het stimuleren van de binnenlandse vraag. “De consumptie trekt pas weer aan met structurele oplossingen voor de vastgoedcrisis”, zegt Lans Bovenberg van de universiteit van Tilburg. “Er bestaat bij de hypotheeknemers onduidelijkheid over wat er op termijn met de rente-aftrekken gebeurt. Als daar duidelijke beslissingen genomen worden, is dat goed nieuws voor de huizenmarkt. Daarnaast moet het voor de gezinnen mogelijk zijn om hun restschuld te herfinancieren bij de bank als ze verhuizen. Als het vertrouwen op de vastgoedmarkt terugkomt, stimuleert dat de consumptie.” (AM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier