Nationale Bank: ‘Belgische economie vliegt op één motor. Dat is riskant’

Pierre Wunsch: "Indien nodig verhogen we de beleidsrente niet alleen in juli en september, maar ook nog later" © belga
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Belgische economie presteert relatief goed, maar we betalen daar een vrij hoge prijs voor. De concurrentiekracht neemt af en het overheidstekort blijft onhoudbaar hoog. “We vliegen op één motor. Dat is op langere termijn riskant”, zegt Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank.

Op korte termijn is de Belgische economie in goede conditie, zegt de Nationale Bank in haar pas gepubliceerde voorjaarsverwachtingen. Van een crisis of een recessie was de voorbije maanden geen sprake, integendeel zelfs. In het eerste kwartaal groeide het bruto binnenlands product (bbp) in België met een fraai 0,5 procent. Over heel 2023 verwacht de Nationale Bank een groei van 1,4 procent, bij een arbeidsmarkt die op jaarbasis ruim 40.000 extra banen genereert. De Belgische economie hoort met die resultaten bij de betere van de Europese klas.

Consument laat het geld rollen

Die relatief sterke prestaties zijn vooral te danken aan de consument die het geld vlot laat rollen. In tegenstelling tot de rest van het eurogebied stijgt de koopkracht van de Belgische gezinnen fors, wat vooral te danken is aan het vertraagde effect van de loonindexering. De lonen stijgen dit jaar zelfs met 3 procent in reële termen. “Daarnaast wordt de vraag ook ondersteund door hogere overheidsinvesteringen, vooral op lokaal niveau in aanloop naar de verkiezingen van volgend jaar”, zegt Geert Langenus, econoom van de Nationale Bank.

De Nationale Bank stelt wel vast dat de investeringen in woningen vrij zwak blijven. “Terwijl we net meer investeringen nodig hebben om de klimaatdoelstelling in 2030 en 2050 te halen. De investeringen zouden met 10 tot 16 miljard euro op jaarbasis moeten stijgen om ons woningpark klimaatneutraal te maken”, zegt Pierre Wunsch.

Lees verder onder de video

Povere exportprestaties

Terwijl de consumptie de Belgische economie op korte termijn vooruit brandt, toont de uitvoer een pover herstel. “De Belgische loonkosten stijgen sneller dan in de buurlanden. Dat kost ons in 2023 en 2024 ongeveer 1 procent marktaandeel, wat hoger is dan het historische gemiddelde. De export zal daarom amper bijdragen aan de economische groei. We vliegen op één motor, en dat is riskant op langere termijn”, zegt Pierre Wunsch, die ook opmerkt dat de hoge Belgische lonen vooral afgestemd zijn op de competitieve Vlaamse economie. “De hoge lonen remmen het herstel van de Waalse economie, die minder productief is. Er is daarom geen sprake van convergentie tussen de Vlaamse en de Waalse economie”, zegt Pierre Wunsch.  

Overheidstekort onhoudbaar hoog

De sterke binnenlandse vraag is ook een gevolg van een aanhoudende stijging van de overheidsuitgaven, tot intussen ruim 55 procent van het bbp. “In 2023 stijgt het overheidstekort tot 4,7 procent van het bbp, ondanks een daling van de energiesteun aan de gezinnen. Het risico is groot dat we op de strafbank van de Europese Commissie belanden. De Belgische economie presteert dus goed, maar dat lukt alleen omdat onze loonkosten sneller stijgen dan in de buurlanden en omdat het overheidstekort sneller toeneemt dan in de rest van de EU. Er is een trendbreuk in de overheidsuitgaven nodig. Politici zullen moeten werken in een omgeving zonder budgettaire ruimte”, zegt Pierre Wunsch.

Kerninflatie blijft hardnekkig hoog

De inflatie koelt intussen verder af in België. “Ondernemingen rapporteren een afname van de prijsdruk en dankzij de sterke daling van de energieprijzen kan de inflatie later dit jaar zelfs tijdelijk negatief worden. Ook de voedingsinflatie neemt af. Van zogenoemde graaiflatie is in België geen sprake”, zegt Geert Langenus.

De daling van de inflatie betekent niet dat de inflatiestrijd gewonnen is. De kerninflatie, die geen rekening houdt met de volatiele energie- en voedingsprijzen, blijft hardnekkig hoog, zowel in België als in het eurogebied. “De kerninflatie in het eurogebied bedraagt al 1,5 jaar ongeveer 5 procent en we zien nog geen daling van deze kerninflatie”, zegt Pierre Wunsch.

Renteverhoging ook na september mogelijk

Gegeven deze hardnekkig hoge kerninflatie verhoogde de Europese Centrale Bank gisteren de beleidsrente met 25 basispunten tot 3,5 procent. In juli volgt normaal gezien een nieuwe verhoging met 25 basispunten, en de kans is groot dat de ECB ook in september de beleidsrente verhoogt. “We stoppen pas met renteverhogingen als de kerninflatie enkele maanden daalt. Dat zien we nog niet. De kans dat de kerninflatie de volgende maanden aangenaam verrast, is klein. Misschien zullen we ook na september de beleidsrente verder moeten verhogen”, zegt Pierre Wunsch.

De vraag is of een zachte landing van de economie van het eurogebied mogelijk blijft, gegeven de hardnekkig hoge kerninflatie. “We mogen nog dromen van een zachte landing, maar we zullen de beleidsrente verder verhogen zolang dat nodig is”, zegt Pierre Wunsch. “Het mandaat van de ECB zegt niet dat we een recessie moeten vermijden. Er is een pad naar een kerninflatie van 2 procent tegen 2025, maar dat pad is smal. Dat pad veronderstelt dat de lonen in het eurogebied in de periode 2019-2024 geen reële stijging laten zien, ondanks de krappe arbeidsmarkten en hoge werkloosheid. Er mogen ook geen nieuwe schokken opduiken. Vergeet niet dat we nog altijd 9 procent van ons aardgas invoeren uit Rusland.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content