Money time voor artificiële intelligentie: AI moet zich bewijzen in 2025

Sam Altman © Belga

Zal de AI-zeepbel barsten of zal de technologie eindelijk echte waarde leveren?

Het is misschien de grootste gok in de geschiedenis van het bedrijfsleven. De manie voor artificiële intelligentie (AI) begon met de lancering van ChatGPT eind november 2022. In enkele weken trok de chatbot van OpenAI 100 miljoen gebruikers aan, sneller dan elk ander product in de geschiedenis. Ook de investeerders stonden in de rij. De marktwaarde van Nvidia, de toonaangevende maker van AI-chips, is verachtvoudigd, tot meer dan 3 biljoen dollar.

Toch weten de meeste bedrijven nog steeds niet zeker wat de technologie kan, of hoe ze die het best kunnen gebruiken. Slechts 5 procent van de Amerikaanse bedrijven zegt AI te gebruiken in hun producten en diensten. Weinig AI-start-ups maken winst. Het verschil tussen het enthousiasme van investeerders en de zakelijke realiteit lijkt onhoudbaar. 2025 wordt beslissend. De race om AI efficiënter en nuttiger te maken voordat investeerders hun enthousiasme verliezen, is begonnen.

Innovatie

Het begint al bij de innovatie. Het tempo waarin de technologische grenzen worden verlegd, vertraagt. Grote modellen trainen vergt enorme hoeveelheden energie. Om steeds grotere en snellere modellen te ontwikkelen, moeten de bedrijven dus steeds diepere zakken hebben. Volgens sommige schattingen kan het trainen van de volgende generatie modellen 1 miljard dollar kosten. Bovendien dreigt een tekort aan trainingsgegevens. Volgens één schatting zal de voorraad hoogwaardige tekstuele gegevens op het internet in 2028 uitgeput zijn.

Bedrijven over de hele wereld haasten zich om slimme oplossingen te bedenken, van efficiëntere en gespecialiseerde chips tot meer gespecialiseerde en kleine modellen, die minder stroom nodig hebben. Anderen bedenken manieren om nieuwe databronnen van hoge kwaliteit aan te boren, zoals tekstboeken of het genereren van synthetische data voor gebruik in training. Of dat zal leiden tot almaar grotere verbeteringen in de technologie, en of het de volgende grote sprong voorwaarts betaalbaar en haalbaar zal maken, is nog onduidelijk. Investeerders hebben geld gestoken in supersterbedrijven als OpenAI. Maar in de praktijk is er niet veel verschil in de prestaties en de mogelijkheden van die paradepaardjes en Google. En bedrijven als Meta, Mistral en xAI zitten hen op de hielen.

Cultuur

Bij de eindgebruikers van AI is een ander soort strijd gaande. Individuen en bedrijven proberen uit te vissen hoe ze de technologie het best kunnen gebruiken. Dat kost tijd: er moeten investeringen worden gedaan, processen opnieuw uitgedacht en werknemers omgeschoold. Naarmate de technologie geavanceerder wordt en complexere taken kan plannen en uitvoeren, kan de adoptie versnellen.

Het lijkt erop dat veel AI in het geheim wordt toegepast, omdat werknemers het gebruiken zonder het hun bazen te vertellen.

Ook cultuur speelt daarin een rol. Hoewel weinig bedrijven stellen dat ze AI gebruiken, zegt een derde van de werknemers in Amerika dat ze het één keer per week voor hun werk gebruiken. Uit een onderzoek bleek dat 78 procent van de softwareontwikkelaars in Amerika minstens wekelijks AI gebruikt, tegenover 40 procent in 2023. OpenAI zegt dat 75 procent van zijn inkomsten van consumenten komt in plaats van bedrijfsabonnementen.

Dat alles suggereert dat veel AI in het geheim wordt gebruikt, omdat werknemers het gebruiken voor taken als het herschrijven van teksten of het genereren van rapporten. Werknemers kunnen bang zijn dat ze meer werk toegeschoven krijgen, als ze toegeven dat ze AI gebruiken om de zaken sneller gedaan te krijgen, of dat hun bazen het zullen opvatten als een signaal dat er minder werknemers nodig zijn. Om het maximale uit de technologie te halen, moeten bazen een omgeving creëren die openheid en experimenteren stimuleert, in plaats van geheimzinnigheid en achterdocht.

De race

AI heeft veel meer in zijn mars, zoals de ontwikkeling van medicijnen (de eerste van AI afgeleide medicijnen gaan in 2025 misschien naar de derde fase van klinische proeven) of defensie (als intelligentie wordt toegevoegd aan drones). Het Westen vreest dat China AI zal inzetten om een militair en economisch voordeel te halen. Ironisch genoeg zijn Chinese ingenieurs bijzonder bedreven geworden in innovatie, deels omdat Amerikaanse exportcontroles hun toegang tot geavanceerde AI-chips hebben beperkt.

De AI-race zal in 2025 vele vormen aannemen. Toch is het punt waarop beleggers afhaken vaak het moment dat nieuwe technologieën stilletjes aan tractie beginnen te winnen. Barst de zeepbel of begint de technologie te werken? Het antwoord in 2025 kan zijn: een beetje van beide.

Partner Content