Miranda Ulens (ABVV): ‘Personeel is voor veel bedrijven een louter economische variabele geworden’
Naar aanleiding van 1 mei, de Dag van de Arbeid, overloopt Trends met Miranda Ulens, algemeen secretaris van het ABVV, enkele actuele sociaal-economische thema’s: de verzelfstandiging van Delhaize, de herstructurering bij Dreamland, het behoud van de koopkracht, de rol van de vakbond als betaler van werkloosheiduitkeringen in tijden van lage werkloosheid en het sociaal overleg in het algemeen.
Het sociaal conflict bij Delhaize over de verzelfstandiging van 128 vestigingen houdt aan. Ondertussen werd ook een collectief ontslag aangekondigd bij de speelgoedwinkel Dreamland en de babywinkel Dreambaby. Zijn die cases uit de retailsector vergelijkbaar?
MIRANDA ULENS. “Volgens mij zijn het duidelijk twee uiteenlopende sociaal-economische dossiers. Het verschil tussen de cases is het gebrek aan voorafgaandelijk collectief sociaal overleg bij Delhaize. Bij Dreamland kiest men voor de aanpak die we hier gewoon zijn. Met Colruyt is de moedermaatschappij ook Belgisch. Het is heel moeilijk voor de mensen die betrokken zijn. Het zullen ook lastige besprekingen zijn, maar de wet-Renault wordt gevolgd en er wordt gesproken met de werknemersvertegenwoordigers. Dat zal wel eens conflictueus verlopen, maar uiteindelijk geraak je eruit.
“Delhaize is een case waarbij er geen overleg is en de directie een bedrijfs-cao eenzijdig opzegt. Dat is redelijk uniek voor het Belgische sociale model. Daarmee zet je 9.000 mensen voor een voldongen feit. Werknemers worden beschouwd als pionnetjes die je op een schaakbord verzet. Vandaar de heftige reactie van het gemeenschappelijke vakbondsfront. Vergeet niet dat de vakbonden 10 uur hebben samen gezeten met de sociaal bemiddelaar en de directie. De directie heeft geen enkele opening gemaakt.”
In welke mate is het een oplossing om in de retail tot één in plaats van vijf paritaire comités te komen? Nu zijn de arbeidsvoorwaarden in de supermarkten in eigen beheer nog altijd beter dan bij de zelfstandigen.
ULENS. “Voor het winkelpersoneel van Delhaize denk ik dat het te laat is. Maar het conflict bij het Delhaize-depot in Zellik gaat over hetzelfde, alleen heeft dat betrekking op de voedingssector. De werknemers daar zijn ook bang dat ze zullen worden getransfereerd naar een ander paritair comité met minder goede arbeidsvoorwaarden. Het is altijd hetzelfde: in de ogen van de moedermaatschappij zijn ze te duur en zijn het de werknemers die ervoor moeten zorgen dat het bedrijf meer winst maakt. Het personeel is zo voor veel bedrijven een louter economische variabele geworden.”
Denkt u dat dit een testcase is voor andere bedrijven?
ULENS. “Is Delhaize een unieke case? Neen, hetzelfde is gebeurd in de banksector met de franchisering van de kantoren. Maar daar was geen conflict, omdat men de regels van het sociaal overleg gerespecteerd heeft. Daar was inderdaad sprake van afvloeiingen. Maar ik zie nu dat ING in Nederland dezelfde methode toepast als Delhaize, waarbij de verzelfstandiging van kantoren zomaar gebeurt, zonder overleg. De bedrijfstop schuift de risico’s af op zelfstandigen, het personeel en het cliënteel.”
‘Ik ben voorstander van het sociaal overleg op het terrein, met mensen die de vloer kennen, vooraleer er professionals als vakbondssecretarissen op het toneel moeten verschijnen’
Miranda Ulens, algemeen secretaris ABVV
Is de vrees bij de vakbonden niet ingegeven door het feit dat de werknemers die overstappen minder vaak een beroep gaan doen op diensten van de vakbond, omdat in kleinere bedrijven geen syndicale delegatie of ondernemingsraad is? Vreest u daarom voor een tanende invloed van de vakbonden?
ULENS. “Toen ik nog vakbondssecretaris in de financiële sector was, was hier een klein Duits verzekeringsbedrijf actief. Ondanks winstcijfers werden de activiteiten in België stopgezet en verloren 35 mensen hun baan. Geen sociaal overleg, want er was geen werknemersvertegenwoordiging. Maar wij hebben druk gezet en toch een sociaal plan kunnen afdwingen. Werknemers die geen lid waren van de vakbond waren daar blij om. De vakbonden kunnen dus hun invloed vaker aanwenden dan je denkt.
“Persoonlijk zou ik de drempels voor een werknemersvertegenwoordiging verlagen. Ik ben trouwens voorstander van het sociaal overleg op het terrein, met mensen die de vloer kennen, vooraleer er professionals als vakbondssecretarissen op het toneel moeten verschijnen.”
Er zijn steeds meer mensen die werken in kmo’s waar geen ondernemingsraad of syndicale delegatie is. Toch blijft uw ledenaantal stabiel. Wat is volgens u de oorzaak?
ULENS. “Ook in bedrijven zonder syndicale delegatie rekenen de werknemers op de vakbonden om hun rechten te verdedigen, zo eenvoudig is het. Neem de covid-periode: toen hebben we vanuit de vakbond een belangrijke rol gespeeld om ervoor te zorgen dat wie toch op de werkvloer moest zijn, dat in veilige en gezonde omstandigheden kon doen. Werknemers zien dat en zijn de vakbond daar dankbaar voor.”
Lees hieronder verder
De sociale partners hebben onlangs een sociaal akkoord bereikt over aangepaste regels rond het SWT (het vroegere brugpensioen) en landingsbanen. Wat is het verschil met het loonoverleg, waar de vakbonden en de werkgevers al jaren diametraal tegenover elkaar staan?
ULENS. “Het verschil is de strenge loonnormwet van de vorige regering. In 2017 heeft men de wereld op haar kop gezet: specifieke materie voor onderhandelingen heeft men in een carcan geduwd, waardoor er naast de indexering geen ruimte meer is voor loonoverleg tussen de vakbonden en de werkgevers. Zelfs al zie je dat sectoren en bedrijven winst maken: 0 procent loonmarge blijft 0 procent. Zo neem je de kernactiviteit van de vakbonden weg.”
Bedrijven kunnen wel winstpremies en collectieve bonussen toekennen.
ULENS. “Ja, maar de echte verhouding tussen arbeid en kapitaal is scheefgegroeid. De winst of het deel van de welvaartskoek dat terugvloeit naar de werknemers via lonen daalde de voorbije 25 jaar van 65 naar minder dan 60 procent. Daar waar het aandeel van kapitaal in de toegevoegde waarde gestegen is van 35 naar 45 procent. De winsten gaan meer en meer naar de aandeelhouders.”
Hoopt u rond de loonvorming op de een of andere manier meer marge te krijgen, en zo ja, hoe?
ULENS. “Als vakbonden zeggen we: laten we de wet op de loonnorm verbeteren. Sommigen willen terug naar het verleden, toen de wet van de sterkste gold. Wat betekent dat? In bedrijven waar de delegaties sterk staan en waar ze actie kunnen voeren, gaan ze veel uit de brand slepen. Maar de werknemers in de kmo’s zullen afhankelijk zijn van de goodwill van de werkgever. De welvaart gaat er nog altijd het best op vooruit via collectieve akkoorden. Daarom zijn de drie onderhandelingsniveaus nodig: interprofessioneel, sectoraal en op bedrijfsniveau. We zijn het land met één van de hoogste cao-dekking, meer dan 90 procent. Ze hebben betrekking op de meeste werknemers en zo houden we ook rekening met de bedrijven waar mensen hun stem niet zo gemakkelijk kunnen laten horen. Dat geeft de vakbonden een erkende legitimiteit.”
‘De welvaart gaat er nog altijd het best op vooruit via collectieve akkoorden. Daarom zijn de drie onderhandelingsniveaus nodig: interprofessioneel, sectoraal en op bedrijfsniveau’
Miranda Ulens, algemeen secretaris ABVV
De regering geeft de vakbonden 20 miljoen euro extra voor de uitbetaling van werkloosheidsuitkeringen. Waarom is dat nodig? Omdat jullie minder inkomsten hebben door het dalende aantal werklozen? In de regio Luik heeft het ABVV zelfs mensen moeten ontslaan omdat er te weinig dossiers voor de betaling van uitkeringen waren.
ULENS. “Laat mij beginnen met te zeggen dat de vergoedingen die de vakbonden krijgen voor de uitbetaling van de uitkeringen de kosten niet dekken. Wij boeken verlies op die activiteit. Het blijft een goede zaak dat wij die taak vervullen omdat de vakbonden daar een lange expertise in hebben. Maar voor een overheidsopdracht moet je toch op zo’n manier worden vergoed. Wij krijgen gemiddeld 21 euro per dossier. Bij de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen, waar mensen niet moeten aangesloten zijn bij de vakbond, is dat 45 euro. Dat verschil is niet te verdedigen, ook al omdat wij meermaals moeten investeren in informatica en voldoende kantoren moeten open houden om werklozen te adviseren. En waarom denkt u dat er bij ons herstructureringen waren? Omdat onze middelen allang ondermaats zijn. Nu, die twee keer 10 miljoen is niet genoeg, maar een gegeven paard kijk je niet in de bek.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier