Minister Francken over aankoop Franse pantservoertuigen: ‘Hier valt geen lijk uit de kast’

Theo Francken © Belga

Het dossier van de Franse pantservoertuigen betekent niet dat er een lijk van miljarden uit de kast valt. Dat heeft minister van Defensie Theo Francken (N-VA) woensdag benadrukt in de Kamer. Francken gaf toe dat de totale kost van het programma niet van bij het begin bekend was, maar van een bijkomend gat in de begroting is geen sprake, luidt het.

De Kamercommissie Defensie organiseerde woensdag een gedachtewisseling met minister Francken over het aankoopdossier van pantservoertuigen. Dat dossier werd in 2018 afgesloten en had betrekking op 382 Griffons en 60 Jaguars. Volgens een voorlopig rapport van het Rekenhof bleek dat de kosten voor de aankoop en het gebruik van die voertuigen kunnen oplopen tot 14,4 miljard euro, in plaats van 1,5 miljard euro. Kosten voor de nieuwe garages, onderhoud of munitie zijn slordig berekend of waren niet voorzien, luidde het.

Francken merkte daarbij op dat het over een “zeer lange periode” van 25 jaar gaat. “Het klopt dat deze kosten bij de aanvang van dit project niet voldoende bekend waren, en dat dat beter het geval was geweest”, gaf de minister toe. Toch vroeg hij ook wat clementie voor Defensie. Sommige zaken waren immers nog in ontwikkeling, dus kon je de kost nog niet weten. 

‘Geen lijk uit de kast’

“Maar nu lijkt het alsof er plots een lijk van ettelijke miljarden uit de kast valt. Dat klopt dus niet.” Defensie weet ook wel dat je die voertuigen moet stationeren en dat er hangars nodig zijn, net als brandstof en munitie, luidde het. Francken is er met andere woorden ook voorstander van een ‘life cycle cost” mee te geven bij de start van dergelijke projecten, en het gewoon eerlijk te zeggen wanneer sommige zaken niet kunnen worden vastgelegd. “Maar dan moet je ook de intellectuele eerlijkheid hebben te zeggen dat het over een lange periode gaat.”

Het rapport van het Rekenhof wijst er ook op dat de economische return voor ons land aan de lage kant ligt. Premier Bart De Wever wees president Emmanuel Macron dinsdag op dat onevenwicht. Maar Francken merkte op dat hij een week na zijn benoeming tot minister zijn Franse collega al duidelijk maakte dat er een bezorgdheid was over het CaMo-project en de return. “Het staat op de radar in Parijs”, aldus Francken. 

Francken gaf aan dat ons land nog gaat bijkopen in het CaMo-project. “We zijn een richting ingeslagen, je kan niet zomaar van platform veranderen. Net zoals bij de F-35’s, waarbij je nu niet ineens Rafale’s kan kopen.” Toch hield de minister een slag om de arm. “Ik moet tekenen voor een bestelling van 700 miljoen euro. Ik ga dat doen van zodra er een akkoord is over het evenwicht”, aldus de N-VA’er. Het gaat er nu om een goede technische definitie af te spreken van wat economische return precies inhoudt. “Maar ik heb begrepen dat er goodwill aanwezig is.”

De minister benadrukte dat andere landen, ook buurlanden, steevast teruggrijpen naar een uitzonderingsclausule in het Europees verdrag die is voorzien om de essentiële veiligheidsbelangen te verzekeren, om op die manier hun economische return te beschermen. Ons land heeft daar niet vaak naar teruggegrepen omwille van de open interne markt, duidt Francken. “Je kan nu zeggen dat dat naïef was, maar dat was een bewuste keuze. Als jullie nu zeggen dat we dat niet meer mogen doen, dan zal ik dat doen, maar dat is een debat.”

Francken hoedde zich in een eerste ronde voor kritiek op zijn voorgangster Ludivine Dedonder (PS). Nadat de PS-fractie vooral toenmalig minister Steven Vandeput (N-VA) viseerde en diens opvolger Dedonder uit de wind probeerde te zetten, veranderde Francken even het geweer van schouder. “Als minister Dedonder geen fan was van CaMO, waarom heeft ze dan 4,7 miljard euro geprogrammeerd voor het programma voor de periode 2023-2030?”, vroeg Francken. En over economische return is onder Dedonder helemaal niks afgesproken, voegde hij er aan toe.

“Ik blijf geloven in nauwere defensiesamenwerking met onze partners binnen de EU en de NAVO, maar dat mag niet ten koste gaan van transparantie, industriële return of budgettaire betrouwbaarheid”, concludeerde Francken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content