Macro-econoom Edin Mujagic over Europese wapenwedloop: ‘Overheden moeten net stap terugzetten’

Edin Mujagic | Foto: LinkedIn

De versoepeling van de Europese begrotingsregels voor defensie-uitgaven betekent volgens de Nederlandse econoom Edin Mujagic het definitieve einde van budgettaire discipline, met ingrijpende gevolgen. “Als meerdere economische motoren tegelijk beginnen te sputteren, wordt een recessie onvermijdelijk.”

Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen pleit voor een forse uitbreiding van de defensie-uitgaven. Volgens haar is “de tijd van illusies voorbij” en moet Europa zijn veiligheid versterken, onder meer via een fonds van 150 miljard euro aan leningen. Dat plan, dat groen licht kreeg van de lidstaten, gaat gepaard met versoepelingen van de begrotingsregels, waardoor defensie-uitgaven grotendeels buiten beschouwing blijven. De Commissie wil dat realiseren via artikel 122, een noodprocedure die het Europees Parlement buitenspel zet. Dat stuit op kritiek van verschillende fracties, die waarschuwen voor een gebrek aan democratische legitimiteit en de impact op andere investeringsprioriteiten.

Edin Mujagic, macro-econoom en fondsbeheerder bij Beleggingsfonds Hoofbosch in Haarlem, plaatst vraagtekens bij die koerswijziging en noemt het “het einde van de Europese begrotingsregels”. In een gesprek met BNR presenteert hij een alternatief: “Het bruto binnenlands product (bbp) van de eurozone bedraagt 15.800 miljard euro. De overheid beslaat in de meeste eurolanden 40 tot 60 procent van de economie. Als je met een Musk-achtige operatie – niet per se door iemand als Elon Musk zelf, want daar ben ik geen fan van – een procentpunt bespaart, levert dat jaarlijks 160 miljard euro aan uitgavenruimte op.

“Er wordt al jarenlang op Europees niveau geklaagd dat onze economie de Amerikaanse niet kan bijhouden. Terecht. Een belangrijke oorzaak is de zware last van regelgeving en overheidsbemoeienis voor bedrijven. Daarom moeten overheden net een stap terugzetten. Verlagen we het aandeel van de overheid met drie procentpunten – zonder dat de kwaliteit van publieke diensten in gevaar komt – besparen we jaarlijks bijna 500 miljard euro. Daarmee kunnen we defensie-uitgaven financieren zonder eurobonds of extra schulden.” 

“Ik pleit niet voor een kaalslag zoals in de Verenigde Staten, maar een gerichte afbouw van bureaucratie en inefficiënte uitgaven kan veel opleveren zonder dat burgers daar hinder van ondervinden.”

Wat is er mis met het plan van Von der Leyen?

EDIN MUJAGIC. “Het plan behelst 800 miljard euro. De cruciale vraag blijft: hoe wordt dat gefinancierd? Het bestaat uit twee delen: 150 miljard euro als leningen van de Europese Commissie aan lidstaten en 650 miljard euro uit een begrotingsclausule die voor vier jaar wordt geactiveerd en extra uitgaven buiten de berekening van het begrotingstekort houdt. Maar we weten allemaal dat het daar niet bij blijft.

“Defensie-uitgaven worden uitgesloten van de begrotingstekorten die lidstaten moeten rapporteren aan de EU. Dat is puur zelfbedrog, want de tekorten lopen wél verder op. Dit is creatief boekhouden op Europees niveau.”

‘Deze muntunie maakt eerder de sterke landen zwakker dan zwakke landen sterker’

Wat zijn de langetermijngevolgen?

MUJAGIC. “De begrotingsregels werden in 1999 ingevoerd als vangrails voor de euro, om een ontsporing te voorkomen. Nu die worden versoepeld, verdwijnt die bescherming. Ik ben een voorstander van een gemeenschappelijke munt die meer landen in Europa sterk, innovatief en betrouwbaar zou maken, maar zie met lede ogen aan hoe de begrotingsdiscipline verder wordt afgebouwd. Deze muntunie maakt eerder de sterke landen zwakker dan zwakke landen sterker.

“Lidstaten met al torenhoge schulden krijgen nu de mogelijkheid om nóg meer uit te geven. Dat vergroot de kans op een nieuwe schuldencrisis in landen als Frankrijk, Italië of Spanje. Daarnaast bemoeilijkt het de taak van de Europese Centrale Bank (ECB). Om de inflatie te bestrijden is een hoge rente nodig, maar dat is onwenselijk voor landen met hoge schulden. Dat kan leiden tot een structureel te hoge inflatie, koopkrachtverlies en groeiende onvrede over de euro en de Europese samenwerking in het algemeen.

“Als ik terugdenk aan 1999, was de euro bedoeld als een Europese versie van de sterke Duitse mark of de Nederlandse gulden: een stabiele munt die koopkracht garandeerde en wereldwijd vertrouwen genoot. Daar blijft steeds minder van over. De euro heeft ondertussen meer weg van de Italiaanse lire dan van de gulden.”

Zijn we op weg naar meer Europese schuld via eurobonds?

MUJAGIC. “De facto bestaan die al. Tijdens de coronapandemie werd een steunfonds van 850 miljard euro opgezet, gefinancierd via gezamenlijke schulden. Toen werd gezegd: ‘Dit is eenmalig.’ Maar in de geschiedenis van de EU zijn tijdelijke maatregelen vaak structureel geworden.

“Vorige week werd opnieuw een plan gelanceerd waarbij de Commissie leningen verstrekt aan lidstaten. Ze vermijden de term ‘eurobonds’, maar in de praktijk komt het erop neer. In de geopolitieke context is er iets voor te zeggen. Europa bevindt zich tussen een expansief Rusland, onvoorspelbare Verenigde Staten en een dominant China. Samenwerking en gezamenlijke financiering kunnen nuttig zijn. Voor zo’n verregaande maatregel als eurobonds moeten landen er echter op kunnen vertrouwen dat anderen er geen misbruik van maken. Dat vertrouwen is er niet, juist omdat de begrotingsregels jarenlang zijn genegeerd. Zonder dat fundament is het invoeren van eurobonds vragen om problemen.”

Dreigt op termijn een schuldencrisis?

MUJAGIC. “Het is veelzeggend dat de ECB onlangs waarschuwde voor een mogelijke schuldencrisis in de eurozone. De ECB komt niet vaak met zulke stevige waarschuwingen. Als we de staatsschulden en begrotingstekorten van de eurolanden bekijken en de trend doortrekken, zit er veel waarheid in die waarschuwing.

“Blijven de begrotingstekorten te hoog – en alles wijst daarop – dan groeit de schuldenlast. Nederland kan dat bijvoorbeeld aan, omdat de staatsschuld slechts 45 procent van het bbp bedraagt. Zelfs een stijging met twintig procentpunt zou geen paniek veroorzaken. Maar in andere Europese landen, zoals Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje, liggen de schulden al aanzienlijk hoger en blijven ze stijgen.”

Hoe verhoudt de Belgische situatie zich tot die van andere Europese landen? Nederland staat er duidelijk beter voor.

MUJAGIC. “België heeft, net als Frankrijk, al jarenlang een hoge schuld en een structureel begrotingstekort. Dat maakt het land kwetsbaar. In dat opzicht is België aan Frankrijk gekoppeld. 

“Op een bepaald moment zullen financiële markten zich afvragen of Frankrijk zijn schulden kan terugbetalen. Of, in een andere formulering: Frankrijk zal ongetwijfeld betalen, maar wat is de koopkracht van die euro’s op dat moment nog? De vraag is niet of Frankrijk nog staatsobligaties kan verkopen – dat zal altijd gebeuren – maar tegen welke rente. Als beleggers de risico’s hoger inschatten, zullen ze hogere rentes eisen, wat de schuldenlast verder vergroot.

“Als de markten het vertrouwen in Frankrijk verliezen, is de kans groot dat dat ook gevolgen zal hebben voor België.”

Stel dat de economie verder afkoelt. Is er dan nog ruimte voor versoepeling van het monetaire beleid?

MUJAGIC. “De ECB heeft als taak de inflatie laag te houden, wat gedefinieerd is als een jaarlijkse prijsstijging van 2 procent. We kampen al jaren met een te hoge inflatie. Vanuit dat perspectief zou de rente zeker niet verder omlaag mogen.

“Anderzijds draait de economie niet goed, wat juist pleit voor een lagere rente. De ECB staat dus voor een dilemma: ze heeft slechts één beleidsinstrument en kan dat maar in één richting inzetten. De economie vraagt om een lagere rente, maar de inflatie vereist minstens een stabiel of zelfs hoger niveau.

“In de economische theorie wordt vaak gesteld dat een zwakke economie inflatie vanzelf omlaag trekt. Maar de realiteit is dat de Europese economie al drie jaar zwak presteert, terwijl de inflatie niet voldoende daalt. Dat suggereert dat de inflatie structureel verankerd zit in het systeem.”

Sommige economen beweren dat de economie al sinds 2008 structureel niet meer functioneert en dat de kwantitatieve versoepeling (QE of geldcreatie door de centrale bank) een soort oneindig tijdelijk lapmiddel was.

MUJAGIC. “Dat klopt gedeeltelijk. QE heeft de crisis tijdelijk gestabiliseerd, maar het onderliggende probleem bleef bestaan en is zelfs verergerd. We zien nu dat de inflatie hardnekkig blijft, ondanks een trage economische groei. Dat wijst erop dat de inflatie diep in het systeem zit en niet vanzelf verdwijnt.

“Gezien de oorspronkelijke taak van de ECB – het garanderen van prijsstabiliteit – is er eigenlijk geen ruimte meer om de rente te verlagen. Eigenlijk vond ik zelfs de eerdere verlagingen al onverantwoord. Wat dat betreft ben ik een grote fan van de gouverneur van de Nationale Bank van België (Pierre Wunsch, nvdr), die daar al langer voor waarschuwt. Als er in 2027 een nieuwe ECB-voorzitter wordt benoemd, zou hij een uitstekende kandidaat zijn.”

‘Als we kijken naar de VS en de eurozone, dan is de kans op een recessie aanzienlijk’

Hoe groot acht u de kans op een recessie in de VS en de eurozone de komende twaalf maanden?

MUJAGIC. “Dat hangt af van hoe je het definieert. In Duitsland wordt de vraag niet eens meer gesteld – daar zitten ze al twee jaar in een recessie. Maar als we kijken naar de VS en de eurozone, dan is de kans op een recessie aanzienlijk.

“Historisch gezien maken de VS ongeveer eens in de tien jaar een recessie door. De coronacrisis reken ik even niet mee, omdat dat een externe schok was en geen natuurlijke recessie. 

“De Amerikaanse economie draait op vier pijlers: consumptie, bedrijfsinvesteringen, overheidsuitgaven en de handelsbalans. Overheidsuitgaven waren de afgelopen jaren een belangrijke motor van groei, maar met de nieuwe president Donald Trump lijkt daar verandering in te komen. Op korte termijn is dat positief voor de overheidsfinanciën, maar het betekent ook dat een belangrijke drijfveer van economische groei wegvalt. Bovendien zorgt het huidige beleid voor onzekerheid bij consumenten en bedrijven, wat de bestedingen verder kan drukken.

“Als meerdere economische motoren tegelijk beginnen te sputteren, wordt een recessie onvermijdelijk.”

Trumps verkiezingsbeloftes van een lagere inflatie en een zorgeloze economie lijken dan moeilijk haalbaar?

MUJAGIC. “Inderdaad. Sommige beloftes, zoals massale deportaties van illegale arbeiders, kunnen zelfs leiden tot inflatie. In sectoren zoals landbouw en bouw werken veel illegale arbeidskrachten. Zonder hen moeten werkgevers fors hogere lonen betalen om vacatures te vullen, wat de kosten in de keten opdrijft en uiteindelijk leidt tot hogere consumentenprijzen.

“Een ander risico is dat invoerheffingen onbedoelde gevolgen hebben. Alles wat je doet in de economie, heeft neveneffecten – sommige gewenst, andere niet. Als de economische groei vertraagt terwijl de inflatie wordt aangejaagd, komt de Federal Reserve voor hetzelfde dilemma te staan als de ECB: de economie schreeuwt om een renteverlaging, maar de inflatie dicteert juist het tegenovergestelde.”

We zagen eergisteren dat de financiële markten fors daalden door recessievrees in de VS en de escalerende handelsoorlog onder Trump. Hoe kijkt u daarnaar met een beleggersblik?

MUJAGIC. “Wij investeren in bedrijven uit Zwitserland, de VS en Nederland. Dat zijn landen die een hoge mate van betrouwbaarheid combineren met een hoog kennisniveau. Die bedrijven moeten ook in principe minstens vijftig jaar bestaan, hun dividend consequent verhogen en producten of diensten aanbieden die in goede én slechte tijden gewild blijven. We nemen bedrijven pas op na een grondige screening.

“Wij kiezen voor bedrijven die hun productie grotendeels lokaal houden, zodat ze minder blootgesteld zijn aan geopolitieke risico’s. Neem Nestlé: een groot deel van wat Nestlé in de VS verkoopt, wordt ook in de VS geproduceerd. Dat soort bedrijven wordt amper geraakt door invoerheffingen.

“Ook Microsoft, Geberit, Roche en Lindt hebben wij in portefeuille. Lindt ziet bijvoorbeeld vaak een stijging in de chocoladeverkoop tijdens economische crises, omdat consumenten in moeilijke tijden vaker kleine luxes zoeken. Geberit is een Zwitsers bedrijf gespecialiseerd in sanitaire installaties. Dat soort bedrijven heeft een stabiel verdienmodel en is minder gevoelig voor handelsconflicten.”


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content