Luisa Santos (BusinessEurope): ‘De vrienden van vandaag zijn niet noodzakelijk de vrienden van morgen’

Luisa Santos, adjunct-directeur-generaal van BusinessEurope. Foto: Erik Luntang
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Het Europese streven naar strategische autonomie bereikt de economische pijngrens. De Europese werkgeversfederatie BusinessEurope roept op tot bezinning. “Geen strategische autonomie zonder openheid.”

Geopolitiek is slecht voor de business, zo lijkt het toch. In de eerste vier maanden van dit jaar is de Duitse export naar China met ruim 11 procent gezakt tegenover hetzelfde kwartaal vorig jaar. Dat ligt voor een deel aan de hoge energiekosten in Europa, wat een concurrentieel nadeel betekent voor de Duitse industrie. Maar analisten zien nog een andere verklaring. In Chinese ogen is Duitsland een bondgenoot van de Verenigde Staten, de grote rivaal van China. Daarom zouden de Chinezen minder geneigd om Duitse producten te kopen. Meespelen met de grote jongens op het geopolitieke toneel heeft dus zijn prijs. Net nu wil de Europese Commissie een tandje bijsteken in het geopolitieke strategospel. Volgende maand komt ze met voorstellen om de economische veiligheid van de Europese Unie te versterken, onder meer via scherpere exportcontroles op gevoelige technologie en op buitenlandse investeringen buiten de EU.

BusinessEurope ziet het met lede ogen aan. De Europese werkgeversfederatie publiceerde net een paper die de Europese Commissie moet herinneren aan haar traditie als verdediger van de multilaterale vrijhandel, een traditie die de Europese welvaart geen windeieren gelegd heeft. De omgekeerde richting inslaan wordt een doodlopend straatje, al was het maar omdat Europa niet alles zelf kan produceren, aldus Luisa Santos, adjunct directeur-generaal van BusinessEurope. “Strategische grondstoffen zijn daar een goed voorbeeld van. We hebben behoefte aan lithium, kobalt, magnesium en andere grondstoffen waarvan Europa er te weinig of geen heeft. We moeten ze kunnen invoeren, en daarom moet onze markt open blijven. Strategische autonomie mag niet alleen betekenen: meer dingen zelf produceren. Invoer is het noodzakelijke complement van die eigen productie.”

Dat is best ironisch. Strategische grondstoffen worden verwerkt in windmolens en elektrische auto’s. Die moeten ons van onze olieafhankelijkheid verlossen. Maar via de invoer van grondstoffen voor de groene transitie blijven we afhankelijk van het buitenland.

LUISA SANTOS. “Net daarom moeten we vooruit kijken. Als gevolg van de Europese Green Deal investeren we volop in groene technologie. Dat is niet alleen de toekomst, het is ook een beloftevolle business. Om het potentieel waar te maken, moet die business kunnen groeien. Europa is weliswaar een markt van 450 miljoen consumenten, maar de markt buiten Europa is veel groter. Ook daarop moet Europa zich richten als het zijn investeringen in groene technologie een duurzame toekomst wil geven. Dat is een andere reden waarom Europa open moet blijven.”

‘Natuurlijk blijven de VS en andere ontwikkelde economieën belangrijke markten voor ons. Maar de grote groeikansen liggen in de opkomende landen, zelfs voor traditionele sectoren’

Luisa Santos, BusinessEurope

Is een markt van 450 miljoen consumenten echt te klein om een groene industrie te laten groeien?

SANTOS. “Natuurlijk. De echte miljarden vallen te verdienen in China en India, om er twee te noemen. Natuurlijk blijven de VS en andere ontwikkelde economieën belangrijke markten voor ons. Maar opnieuw,  de grote groeikansen liggen in de opkomende landen, zelfs voor traditionele sectoren.”

Het is dus niet het juiste ogenblik voor de EU om stevig door te pakken met die strategische autonomie?

SANTOS. “Het hangt ervan af wat je precies bedoelt met strategische autonomie. Europa moet aantrekkelijk blijven voor internationale investeerders, alleen al om de noodzakelijke groene transitie te realiseren. Ook dat vraagt om een open economie en een aangepast beleid. Want een voldoende hoog niveau van investeringen is voor Europa geen vanzelfsprekendheid. Bedrijven hebben de natuurlijke neiging om markten op te zoeken die de aantrekkelijkste voorwaarden bieden. De laatste trends zijn niet bepaald bemoedigend. Europa wordt minder aantrekkelijk voor investeerders.”

BusinessEurope is niet bepaald enthousiast over de Europese voornemens omtrent extra exportcontroles op gevoelige technologie, en beperkingen op EU-investeringen in derde landen.

SANTOS. “We zijn sceptisch, ja. Wat die beperkingen op investeringen betreft: een groot deel van de economische groei en ontwikkeling van Europa én de wereld hangen af van investeringen. We moeten ook investeren in derde landen als we willen dat zij de EU-standaarden en -normen overnemen. En wat die exportcontroles betreft: uiteraard gaat het daar over technologie die zowel voor militaire als voor burgerlijke doeleinden kan worden gebruikt, en dat is een terechte bezorgdheid. Het is geen gemakkelijke kwestie. Neem nu halfgeleiders. Die zitten zowat overal in. Het is erg moeilijk om te achterhalen of het uiteindelijke gebruik van een halfgeleider overeenkomt met de oorspronkelijke bedoeling. We zien dat exportcontroles een grotere speelruimte krijgen. Als je die speelruimte te groot laat worden, kan dat ook een impact hebben op investeringen buiten Europa, bijvoorbeeld in alles wat te maken heeft met halfgeleiders. Dat heeft op zijn beurt gevolgen voor de groei van Europa en van onze handelspartners in de wereld. Europa moet daarover zeer goed nadenken en instrumenten als exportcontroles beperken tot gevallen waar er bewezen gevaar is voor onze veiligheid. Het is niet simpel. In de huidige geopolitieke context nemen in de investeringen in defensie snel toe. Maar juist daarom moeten we des te voorzichtiger zijn.”

‘De laatste trends zijn niet bepaald bemoedigend. Europa wordt minder aantrekkelijk voor investeerders’

Luisa Santos, BusinessEurope

Het zogenoemde friendshoring – het beperken van handel en investeringen tot landen waarvan je de waarden deelt – ziet BusinessEurope niet zitten. Waarom?

SANTOS. “Omdat de vrienden van vandaag niet noodzakelijk de vrienden van morgen zijn. We zijn niet tegen allianties met gelijkgezinde landen, die bij ons aanleunen op het gebied van politieke en economische doelstellingen. De voorwaarden en regels van zo’n allianties mogen wel niet exclusief zijn. Een land dat de voorwaarden vervult of zich daartoe engageert, mag niet uitgesloten worden. Anderzijds moeten we oppassen voor een wereld die steeds meer verdeeld geraakt. Als de landen van de G7 bijvoorbeeld enkel handel drijven en investeren onder elkaar, dan sluiten ze een groot deel van de wereld uit. Dat is contraproductief, niet alleen economisch, ook geopolitiek. Kijk naar al die discussies met Latijns-Amerika. Als Europa te selectief wordt, dan duwen we die landen van ons af.”

U hebt het over het Europese vrijhandelsakkoord met de Mercosur-landen Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay. De EU heeft twintig jaar onderhandeld over het akkoord, maar heeft het nog steeds niet geratificeerd.

SANTOS. “Inderdaad. De EU had heel wat achterdocht, wegens het bedenkelijke trackrecord van die landen in milieu en ontbossing. Dat zijn legitieme bekommernissen. Maar die landen kijken niet alleen naar Europa. China is erg geïnteresseerd in de Mercosur-landen, en is vandaag al de voornaamste handelspartner van de regio. Het doet denken aan wat gebeurd is in Afrika. Nu zegt iedereen: ‘China heeft een groot deel van de handel en investeringen in Afrika overgenomen. We hadden daar iets moeten aan doen.’ Welnu, hetzelfde gebeurt momenteel in Latijns-Amerika. En het zal nog gebeuren. Als Europa enkel naar derde landen gaat met eisen en geen aantrekkelijke voorstellen, dan zullen zij aanleunen bij mogendheden die beters te bieden hebben. Dat is het risico voor Europa.”

Intussen zorgen de VS en Europa goed voor zichzelf. De Amerikaanse Inflation Reduction Act en Chips and Science Act voorzien in massale subsidies voor de eigen groene energiesector en halfgeleiderindustrie. En de EU mobiliseert via haar Chips Act miljarden voor de eigen halfgeleiderindustrie. En zeggen dat beide ooit stonden voor vrijhandel en multilateralisme.

SANTOS. “Ik zou de VS en de EU niet in dezelfde zak steken. De EU probeert inderdaad haar productieketens te versterken in kritieke producten als halfgeleiders, maar niet op dezelfde manier als de VS. De Amerikaanse Inflation Reduction Act is duidelijk in strijd met internationale verbintenissen, inclusief de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Dat kan je van het EU-beleid niet zeggen. Wij houden ons aan het multilaterale handelssysteem en zijn regels. Dat is een probleem, want het vertekent de concurrentie tussen de VS en Europa. Toch mag Europa niet versagen. Het moet de internationale regels blijven respecteren, en binnen dat regelgevend kader zijn industrie steunen en zijn concurrentiekracht versterken. En ook al subsidiëren de VS en ook China massaal sommige delen van hun industrie, de EU mag zich niet laten verleiden door de subsidierace. Want die zal overcapaciteit creëren waar iedereen de dupe van wordt. Kwesties als subsidiëring moeten aan bod komen op de Trade and Technoloy Council, een Amerikaans-Europees overlegforum voor de coördinatie van het technologisch en handelsbeleid. Zo vermijden we dat we elkaar steeds meer vliegen afvangen.”

‘Als de landen van de G7 bijvoorbeeld enkel handel drijven en investeren onder elkaar, dan sluiten ze een groot deel van de wereld uit. Dat is contraproductief’

Luisa Santos, BusinessEurope

We moeten meer met elkaar praten.

SANTOS. “Inderdaad. Want op dit ogenblik zitten we in een stevige competitie met elkaar, ook al zijn we dan gelijkgezinde partners. Ook daarom is friendshoring geen goed idee. Want zelfs onze veronderstelde vrienden zijn concurrenten van ons, en ze concurreren niet altijd op een faire manier. We moeten daarmee rekening houden. Een beetje meer focussen op het eigenbelang kan geen kwaad. Maar concurrentie en eigenbelang sluiten samenwerking niet uit. We moeten derde landen iets bieden waardoor ze zich niet uitgesloten voelen van de Europese markt, van de Europese handel en de Europese investeringen. Dat is belangrijk als we een sterke leider op het wereldtoneel willen zijn. Geen strategische autonomie zonder openheid.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content