Lonen mogen toch met 1,1 procent stijgen
De lonen mogen dit en volgend jaar met maximaal 1,1 procent stijgen bovenop de index. Dat blijkt uit nieuwe berekeningen door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB).
Volgens eerdere berekeningen van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) bedroeg de maximale marge voor loonopslag voor dit en volgend jaar 0,8 procent. Voor de vakbonden was een loonsverhoging van 0,8 procent bovenop de index de komende twee jaar evenwel onvoldoende, waarna de stekker uit het sociaal overleg tussen bonden en werkgevers getrokken werd. Gevolg: een nationale staking op 13 februari.
Maar doordat het Planbureau de inflatieprognoses heeft verlaagd, kwam er meer ruimte voor extra loon. De CRB heeft de maximale marge waarmee de lonen mogen stijgen nu met 0,3 procentpunt verhoogd tot 1,1 procent. Dat is exact hetzelfde als de loonnorm van twee jaar geleden.
Op basis van die bijgestelde maximale loonmarge herstarten de sociale partners, verenigd in de Groep van Tien, maandag het loonoverleg.
Hoewel door de ruimere loonmarge de kans stijgt dat het binnen de Groep van Tien tot een akkoord komt, blijft het afwachten of de vakbonden akkoord zullen gaan met 1,1 procent loonopslag, eventueel aangevuld met allerlei netto koopkrachtverhogingen.
Behalve de loonnorm wordt ook onderhandeld over andere belangrijke sociale hangijzers, zowel de swt-regels en landingsbanen. Ook moet de welvaartsenveloppe, om de uitkeringen welvaartsvast te maken, nog worden verdeeld.