Alain Mouton
‘Koppeling begrotingscontrole en taxshift wordt nefast’
De federale regering moet de komende weken twee grote werven opstarten: de begrotingscontrole 2015 en de verschuiving van belastingen. Ze doet er goed aan beide zaken apart te behandelen. Anders dreigt de taxshift te verworden tot een taxlift: extra belastingen om de begrotingsput te vullen. Dat zegt Trends-redacteur Alain Mouton.
De door interne strubbelingen geplaagde regering kreeg deze week twee keer goed nieuws. Er was de analyse van de Belgische begroting 2015 door de Europese Commissie. Daaruit blijkt dat de regering een structurele inspanning van 0,7 procent van het bbp doorvoert (in plaats van 0,4 procent in november), wat overeenstemt met de geplande doelstelling. Het begrotingstekort zou op 2,6 procent uitkomen in plaats van de in november geraamde 2,8 procent, en dus ruim onder de 3 procentdrempel. Premier Charles Michel ziet de begrotingscontrole van volgende maand dan ook “sereen” tegemoet.
Daarnaast gaf ook de OESO goede punten aan België. De denktank van de geïndustrialiseerde landen kijkt ook uit naar de taxshift die de regering zal doorvoeren. De OESO hoopt op minder lasten op arbeid en meer op vermogen, milieu en consumptie.
Maar er dreigt een gevaar: de verleiding is groot om de twee dossiers aan elkaar te koppelen. Een of andere vermogens(winst)belasting zoals een antispeculatietaks _ vooral bepleit door CD&V – kan al snel een gemakkelijkheidsoplossing worden om het begrotingstekort verder af te bouwen. Extra inkomsten kunnen vermijden dat er tijdens de begrotingscontrole opnieuw moet worden bespaard op de uitgaven. Onder andere CD&V-voorzitter Wouter Beke liet een paar weken geleden weten dat de Belgische overheid en sociale zekerheid zowat op hun tandvlees zitten en dat nieuwe besparingen niet meer mogelijk zijn.
Koppeling begrotingscontrole en taxshift wordt nefast
Dat klopt niet. De Belgische overheidsuitgaven exclusief rentelasten bedragen 51,5 procent van het bbp. Dat is bijna 10 procentpunt meer dan aan het begin van de eeuw. Uiteraard stegen die uitgaven onder andere door de crisisperiode na 2008, maar zelfs gecorrigeerd voor de impact van de conjunctuur namen de overheidsuitgaven tussen 2000 en 2013 toe met 7,7 procent. De regering kiest bij de begrotingscontrole dus het beste voor een verdere afbouw van de overheidsuitgaven.
De taxshift is een compleet ander debat. Het moet de bedoeling zijn dat de concurrentiekracht van de ondernemingen wordt versterkt door een verlaging van de kosten op arbeid. Die kunnen gecompenseerd worden door andere inkomsten zonder dat de totale belastingdruk stijgt. De federale excellenties doen er trouwens goed aan de aanbevelingen van de OESO grondig te lezen. Vandaag krijgt men al te vaak de indruk dat een taxshift enkel kan uitmonden in extra belastingen op vermogens en vermogensinkomsten. Maar de impliciete belastingdruk op kapitaal (de verhouding tussen de belastinginkomsten en de belastbare basis) ligt in België al op 35,5 procent, dat is het vijfde hoogste van de EU. Voor de belastingdruk op consumptie (20% impliciete belasting) zit België op een gemiddeld niveau en die op milieu is bij de laagste van Europa. Dat moet in de discussie zeker worden meegenomen. Een belastingverschuiving van arbeid naar consumptie en milieu is de beste garantie op groei en jobs.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier