Belgische economie blijft in 2025 gezapig groeien: klimmen op een muur van zorgen

ANTWERPSE HAVEN. Er zijn amper nog bedrijven die investeren in een uitbreiding van hun productie in België. © Getty Images/iStockphoto
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Aan zorgen en onzekerheden is ook in 2025 geen gebrek, maar toch zal de Belgische economie volgend jaar in een gezapig tempo groeien.

Of het nu gaat om de verkiezing van Donald Trump, de hoge energiekosten, het gat in de begroting, de schaarste aan arbeidskrachten of het verstikkende vergunningenbeleid, niets of niemand slaagt erin de Belgische economie in een recessie te duwen. In het derde en het vierde kwartaal van 2024 groeide de economie telkens met 0,3 procent. Dat gezapige tempo kan ook in 2025 worden volgehouden, resulterend in een groei van 1 à 1,5 procent. Kortom, ook in 2025 zullen bedrijven en gezinnen de muur van zorgen beklimmen.

Kwakkelende industrie

Vooral de industrie staat nog altijd voor een stevige muur. De petrochemie bijvoorbeeld blijft met relatief hoge energie- en klimaatkosten kampen in een omgeving van overcapaciteit en pittige internationale concurrentie. Links of rechts durft een industrieel schuchtere tekenen van herstel te rapporteren, maar de onzekerheid is groot. Het sentiment lijkt uit te bodemen, maar de vraagvooruitzichten blijven pover. Bovendien gaat het regelgevend kader steeds strakker zitten en belemmeren aanslepende vergunningsprocedures nieuwe initiatieven. Er zijn amper nog bedrijven die investeren in de uitbreiding van hun productie in België. Recente capaciteitsuitbreidingen zijn een gevolg van beslissingen die jaren geleden al waren genomen.

De dienstensector moet het meer hebben van de binnenlandse vraag en zal in 2025 rustig voortkabbelen. De consumenten lopen niet over van vertrouwen, maar een licht stijgende koopkracht zal in 2025 de activiteit ondersteunen. Klanten tonen zich wel prijsgevoeliger, zodat heel wat bedrijven het lastig hebben om de hogere loonkosten door te rekenen in de eindprijzen. De winstmarges zijn sinds een piek in 2022 gevoelig gedaald, om in 2025 geleidelijk te stabiliseren.

De inflatie zal in 2025 geen grote krantenkoppen scoren. De golf van de voorbije jaren is voorbij. De Belgische inflatie zweeft door de hogere energie- en voedselprijzen nog boven de gemiddelde inflatie in het eurogebied, maar dat zijn eerder voetnoten in het verhaal. De concurrentiekracht van de ondernemingen herstelt wat, nu de lonen in de buurlanden sneller stijgen dan in België. Dat is geen overbodige luxe, want de voorbije jaren was die concurrentiekracht flink aangetast in het spoor van de automatische indexering van de lonen en de inflatie die in België hoger lag dan in de buurlanden. Hoge waakzaamheid blijft echter geboden. Met energieprijzen die nog dubbel zo hoog zijn als in de Verenigde Staten en met nog stijgende lonen is de Europese concurrentiekracht, en dus ook de Belgische, structureel beschadigd.

Afkoelende arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt krijgt het volgend jaar moeilijker om de muur van zorgen te beklimmen. De voorbije maanden daalde de werkgelegenheid al in de private sector, waarbij de totale werkgelegenheid enkel nog toenam dankzij de stijgende tewerkstelling bij de overheid. De onderliggende dynamiek is dus niet geruststellend. In de industrie bevriezen almaar meer ondernemingen hun aanwervingen of denken aan een vermindering van hun personeelsbestand. Ook in e dienstensector branden nieuwe aanwervingen op een laag pitje, zeker in de arbeidsintensieve sectoren.

Een forse stijging van de werkloosheid zit echter niet in de kaarten. Het aantal vacatures blijft relatief hoog. Ook in 2025 botst de veerkrachtige arbeidsvraag op de structurele krapte aan de aanbodkant. De bevolking op arbeidsleeftijd staat op een kantelpunt door de hoge uitstroom van mensen die de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. De schaarste op de arbeidsmarkt wordt versterkt door het aanhoudend hoge contingent langdurig zieken. Bedrijven zoeken de nodige vaardigheden in het buitenland en grijpen massaal naar alternatieve verloningen om een loonoorlog te vermijden. Bedrijven investeren in automatisering, maar slagen er niet in de arbeidsproductiviteit gevoelig te verhogen. Ook in 2025 zal de Belgische economie het moeten stellen met een productiviteitsverbetering van 0,5 tot hooguit 1 procent. Die zwakke potentiële groei maakt de economie op korte termijn kwetsbaar voor schokken.

Zonder doping van de overheid

Tegen de achtergrond van een aanhoudende maar gezapige groei wordt de sanering van de Belgische overheidsfinanciën geen eenvoudige opdracht. Bij ongewijzigd beleid loopt het begrotingstekort op tot 4,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2025 en tot 5,3 procent in 2026, onder impuls van stijgende vergrijzingskosten en rentelasten. Zonder bijsturing stijgen de overheidsuitgaven dus ook in 2025 sneller dan het bbp. Die begrotingsdynamiek is onhoudbaar, omdat België geen buffers meer heeft om de volgende crisis op te vangen, omdat de belastingdruk al torenhoog is en omdat nieuwe noden, zoals defensie en klimaat, extra middelen vragen. België staat voor een begrotingsinspanning van 8 procent van het bbp om zijn schuldgraad onder controle te krijgen, de vergrijzing te betalen en financieringen in defensie en voor de klimaattransitie te betalen, becijferde de Europese Centrale Bank onlangs.

De op til zijnde sanering van de overheidsfinanciën zal wegen op de groei. Sinds de pandemie groeide de Belgische economie iets sneller dan gemiddeld in het eurogebied, maar dat groeiverschil stoelde volledig op sneller stijgende overheidsbestedingen in België. De private sector deed het de voorbije jaren niet beter dan gemiddeld. Zonder de doping van een expansief budgettair beleid zal de Belgische groei vanaf 2025 terugvallen tot op of onder het Europese gemiddelde.

Europa zal in 2025 druk ontwikkelen om werk te maken van een begrotingssanering aan de uitgavenkant. De uitgavennorm kan echter minder scherp als er ook nieuwe inkomsten gevonden worden, wat de centrumlinkse partijen munitie geeft om ook de inkomstenkant in het bad te trekken. De Europese druk zal ook niet verpletterend zwaar worden. Aangezien Frankrijk eveneens in een lastig budgettair en politiek parket zit, kan de Europese Commissie moeilijk streng zijn voor andere lidstaten als ze Frankrijk wat ademruimte wil geven. België krijgt ook wat respijt van Europa als de nieuwe regering er voldoende hervormingen op tafel legt, wat de financiële markten op afstand kan houden. Voorlopig eisen beleggers geen onbetaalbare risicopremie op Belgisch staatspapier, maar gezien de volatiliteit op de markten, is het geen overbodige luxe om een geloofwaardig begrotingsplan achter de hand te hebben.

Kortom, ook het tempo van hervormingen en saneringen zal eerder gezapig zijn in 2025.

Lees meer over:

Partner Content