‘Kleine landen dreigen dupe te worden van plannen Europese Commissie’
Het Green Deal Industrial Action-plan van de Europese Commissie wil de regels voor staatssteun versoepelen. Vooral grote landen kunnen dan jobs subsidiëren. Europese steun moet het leed van de kleine landen verzachten, poneert Isabelle Van Damme (Van Bael & Bellis, Europacollege), een advocaat gespecialiseerd in Europees en handelsrecht.
Wat kan er concreet veranderen in de Europese regelgeving over staatssteun?
ISABELLE VAN DAMME. “Staatssteun is nu al mogelijk, maar wordt strikt gecontroleerd. Lidstaten moeten een melding doen aan de Europese Commissie, die de steun kan goedkeuren. Het Green Deal Industrial Action-plan stelt voor niet alleen de mogelijkheid van subsidies uit te breiden naar bijvoorbeeld waterstoftechnologie en elektrische auto’s, maar ook de goedkeuringsprocedure te versoepelen en te versnellen.”
Is dat een afdoend antwoord op de Amerikaanse Inflation Reduction Act, die massaal subsidies toelaat voor investeringen in Amerikaanse fabrieken?
VAN DAMME. “De versoepeling van de subsidieregels wordt aangekondigd als een tijdelijke maatregel, maar dat is relatief. Het probleem is dat dit soort tijdelijke maatregelen de hinderlijke gewoonte heeft permanent te blijven. De aangekondigde versoepeling is een tegenzet tegen de Amerikaanse IRA, die past in het halen van de klimaatdoelstellingen. Dat is een langetermijnverhaal. Het gevaar is reëel dat ook die versoepelde mogelijkheid om staatssteun te geven nog een hele tijd zal duren.”
Bestaat er ook gevaar op een intra-Europese concurrentievervalsing door nationale subsidies?
VAN DAMME. “Inderdaad. De vraag naar een versoepeling van de subsidieregels kwam vooral van grote landen, zoals Frankrijk en Duitsland. Zij beschikken over veel meer middelen om met staatssteun investeringen – dus ook nieuwe jobs in hoogtechnologische niches – aan te trekken dan kleine landen, zoals België of Nederland. Het gevaar is reëel dat Europese ondernemingen hun investeringen niet op basis van bedrijfsmatige maatstaven zullen toewijzen, maar op basis van de subsidies die ze kunnen losweken.
“Zo’n subsidiestrijd zet de integriteit van de interne markt onder druk. De Commissie wil dat temperen met een eigen subsidiekader via het Europese Soevereiniteitsfonds. Wel moet nog beslist worden of hiervoor nieuwe middelen moeten worden vrijgemaakt, zoals Frankrijk vraagt. Nederland stelt terecht dat het misschien beter is de bestaande subsidieregelingen te verfijnen. Het is immers een feit dat veel Europese budgetten niet optimaal gebruikt worden omdat de aanvraagprocedures veel te stroef zijn. Het risico bestaat dat heel wat Europese bedrijven daarom die EU-subsidies links laten laten liggen en een groene investering plaatsen in de VS, waar alles veel vlotter verloopt.”
Kan Europa de Amerikaanse subsidiepolitiek niet counteren met een procedure voor de Wereldhandelsorganisatie (WTO)?
VAN DAMME. “De Europese Unie heeft geen probleem met Amerikaans subsidies voor groene investeringen, maar laakt dat ze enkel gelden voor fabrieken in de VS of enkele bevoorrechte handelspartners, zoals Canada. De IRA past helemaal in de Buy American First-aanpak die al eerder was aangekondigd.
“In principe zou de Europese Unie een arbitrageprocedure kunnen opstarten bij een WTO-panel. Dat kan de subsidiepolitiek van de VS veroordelen, waarop dat land die maatregelen eventueel zou moeten intrekken. Zo niet kan de EU tegenmaatregelen nemen. Zo’n procedure neemt echter veel tijd in beslag, en ondertussen is het kwaad al geschied.
“Er is bovendien een probleem met de uitvoerbaarheid van de WTO-beslissingen. De VS weigerden de vorige jaren om rechters te benoemen voor de beroepsprocedure bij de WTO. Als dat land in eerste aanleg zou worden veroordeeld, kan het eenvoudigweg in beroep gaan. Op dat niveau is de procedure compleet geblokkeerd. De EU kan misschien wel een WTO-procedure opstarten, maar zal uiteindelijk enkel tot een onderhandelde oplossing kunnen komen met de VS.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier