Johan Van Overtveldt over het rapport-Draghi: ‘Weinig nieuws’
Het langverwachte rapport van Mario Draghi over de Europese concurrentiekracht zal geen gensters slaan, aldus Europees Parlementslid Johan Van Overtveldt. Hij kreeg een inkijk in het werkstuk.
Vorig jaar vroeg Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen aan Maria Draghi om een rapport te schrijven over het versterken van de Europese concurrentiekracht en productiviteit. Er werd lang uitgekeken naar het rapport. De Europese economie loopt immers achter op de Amerikaanse en Chinese groeimotoren, en de vraag was hoe een autoriteit als Draghi de kloof zou dichten. Draghi is een gewezen Italilaanse premier, maar verwierf vooral eeuwige roem toen hij in 2012 als ECB-voorzitter de eurocrisis bedwong met zijn ‘we are ready to do whatever it takes’-uitspraak.
In de voorbije maanden lanceerde Draghi al enkele van zijn ideeën, die echter niet overal in goede aarde vielen. In februari zei hij dat Europa jaarlijks 500 miljard euro zou moeten vinden om de groene en digitale transitie te financieren. Dat enorme bedrag zette kwaad bloed bij politici die zich zorgen maakten over de oplopende overheidsschuld in een aantal lidstaten.
Intussen is het rapport van Draghi klaar, en zou volgende week gepubliceerd worden. De publicatie was oorspronkelijk voorzien voor juni, maar had dan in de weg kunnen lopen van de Europese verkiezingen en de herbenoeming van Ursula von der Leyen als commissievoorzitter. Maar die twee hinderpalen zijn inmiddels uit de weg geruimd. Europees Parlementslid Johan Van Overtveldt (N-VA) kreeg al een briefing over het rapport.
Wat staat in het rapport?
JOHAN VAN OVERTVELDT: “Het bevat vier grote thema’s: het herstel van onze productiviteitsgroei, de afbouw van onze economische afhankelijkheid van China en Rusland, de strijd tegen de klimaatopwarming en het streven naar sociale inclusie. Verweven met die vier thema’s is de nood aan meer innovatie, en het feit dat we dringend iets moeten doen aan onze hoge energiekosten, want die jagen investeringen uit Europa weg. Ik zeg niet dat het allemaal dooddoeners zijn, maar het zijn toch wel bekende problemen.”
Springt er dan niets uit?
VAN OVERTVELDT: “De aandacht voor de zogenoemde skill gaps. Volgens Draghi loopt Europa achterstand op inzake vaardigheden en bekwaamheden. Op dat vlak is er nog altijd veel zelfgenoegzaamheid in Europa. We vinden dat we het best nog wel goed doen. Draghi linkt de skill gaps aan onze technologische achterstand tegenover China en vooral de VS. Het verklaart ook waarom zoveel jonge technologiebedrijven wegtrekken uit Europa. Hier wijst Draghi duidelijk met de vinger.”
Daarmee geeft hij meteen ook het recept voor een hogere productivteitsgroei.
VAN OVERTVELDT: “Inderdaad. Als je innovatie en vaardigheden stimuleert, verhoog je automatisch de productiviteitsgroei. Het is bijna zoals met een gaspedaal: duw je die in, dat rijdt de auto sneller.”
Het drukken van energiekosten wordt allicht een moeilijker kwestie.
VAN OVERTVELDT: “Dat is zo. Daar blijft Draghi eerder aan de oppervlakte, vermoedelijk omdat het energievraagstuk ook gelinkt is aan het gevoelige thema van fiscaliteit. De bewering dat Europa fossiele brandstoffen te veel subsidieert, vind ik grappig. Wie tankt in het benzinestation, betaalt voor 80 procent belastingen. Wie dus spreekt over energiekosten in Europa, spreekt over belastingen. Waarmee ik niet zeg dat de oplossing voor onze hoge energiekosten enkel ligt bij de hoge belastingen. Om de transitie naar duurzame energie te realiseren hebben we meer toegang nodig tot lithium en andere kritische grondstoffen, die we nog grotendeels halen uit derde landen. Daarom pleit het rapport voor de afbouw van onze afhankelijkheid, wat ook betekent dat we opnieuw meer mijnbouw moeten toelaten in Europa.”
Maar ook dat zijn geen nieuwe ideeën.
VAN OVERTVELDT: “Dat is mijn grote conclusie bij het rapport. Er staat weinig nieuws in, toch voor wie vertrouwd is met de grote economische discussies in Europa. Ook het deel over het functioneren van de EU – een apart thema in het rapport – bevat weinig nieuws. De werking van Europa is zeker aan een fundamentele bijsturing toe. Vandaag schippert de EU tussen twee visies: het Europa zoals de gewezen Britse premier Margaret Thatcher het zag, als een loutere economische unie, en de Zuid-Europese visie van een voldragen Europese staat. Vandaag valt Europa tussen die twee stoelen, met alle gevolgen vandien. Denk maar aan de unanimiteitsregel, die van een aantal beleidsdomeinen no go-zones maakt voor Europa, zoals fiscaliteit. Maar opnieuw blijft Draghi een beetje aan de oppervlakte, toch wat betreft concrete aanbevelingen.”
Het rapport ligt er. Hoe gaat het nu verder?
VAN OVERTVELDT: “In het beste geval zal het rapport een aanzet zijn tot verdere discussies in de Europese ministerraad en het Europese parlement, en eventueel in de zogenoemde triloog tussen ministerraad, parlement en de Europese commissie. We zullen moeten zien wat er uitkomt, of concreter uitgedrukt, wat er van het rapport overblijft.”
U denkt dat het rapport vooral stof zal vergaren.
VAN OVERTVELDT: “Ik vrees het. Draghi legt terecht de vinger op een aantal problemen, maar kan niets forceren. Het initiatief hangt uiteindelijk van de lidstaten af. Maar de toestand belooft weinig goeds. Duitsland ligt politiek op apegapen, net als Frankrijk. En de Italiaanse regering van de radicaal-rechtse premier Giorgia Meloni wordt in grote delen van Europa met veel argwaan bekeken. Begin er dan maar eens aan.”
In april kwam Enrico Letta, ook een gewezen Italiaanse premier, met zijn grote rapport over de voltooiing van de eengemaakte Europese markt. Is dat rapport al volop stof aan het vergaren?
VAN OVERTVELDT: “Ja. Maar Draghi heeft de Europese eenheidsmarkt in zijn rapport meegenomen. Zo wil hij een herziening van de staatsteunregels en een versterking van de faire concurrentie, wat ook al in het rapport van Letta stond. In die zin overlappen beide rapporten elkaar . Maar het blijft wachten op concrete resultaten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier