Johan Thijs (CEO KBC Groep): ‘De politiek is met de eerste staatsbon in haar opzet geslaagd. Waarom dan nog een tweede?’
‘
“Als het de bedoeling was de concurrentie aan te zwengelen en de spaarrentes omhoog te duwen, dan is de politiek met de eerste staatsbon in haar opzet geslaagd. Ik vraag me af wat dan het doel van een tweede staatsbon kan zijn”, zegt KBC-topman Johan Thijs.
Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) verklaarde donderdagmiddag dat er begin december een nieuwe uitgifte van de staatsbon komt. Hij liet in het midden tegen welke voorwaarden dat zal gebeuren. Komt er opnieuw een staatsbon met een beperkte looptijd, een hoge rente en een verminderde roerende voorheffing (15 i.p.v. 30 procent) zoals eind augustus? Die staatsbon trok 22 miljard euro spaargeld aan en kostte de banken handenvol geld. In elk geval laat Van Peteghem uitschijnen dat hij druk wil blijven uitoefenen op de banken om de spaarrente te verhogen.
Wat vindt u van het vooruitzicht van een tweede staatsbon?
JOHAN THIJS (CEO KBC GROEP EN VOORZITTER FEBELFIN). “Ik heb de minister niet expliciet horen verklaren dat er een tweede fiscaalvriendelijke staatsbon met een korte looptijd komt. De modaliteiten zouden pas volgende week bekendgemaakt worden. De staatsbon van eind augustus/begin september heeft 5,7 miljard euro spaardeposito’s losgeweekt bij KBC. Dat gaat ons dit en volgend jaar in totaal 212 miljoen euro opbrengsten kosten. Sindsdien hebben de meeste banken de spaarrentes fors opgetrokken. De meeste financiële instellingen zitten nu aan 2,5 tot 3 procent rentevergoeding (basisrente en getrouwheidspremie opgeteld, nvdr). Dus kun je stellen dat de overheid haar doel bereikt heeft.”
U ziet het nut van een tweede fiscaalvriendelijke staatsbon op één jaar, die rechtstreeks zou concurreren met de banken, niet in?
THIJS. “De vraag is wat de finaliteit ervan is. Als het de bedoeling is de staatsschuld te financieren, kan de overheid beter een uitgifte op meerdere jaren doen. De langetermijnrente is immers lager dan die op één jaar. Als het de bedoeling is de spaarrente voor particulieren omhoog te duwen, hoop ik dat we deze keer minstens met dezelfde wapens kunnen strijden. Wij hebben producten voor dit type cliënteel, zoals termijnrekeningen, maar daarop waren een hogere roerende voorheffing, een effecten- en een bankentaks van toepassing. Dat kun je geen faire concurrentie noemen.”
‘De realiteit is dat vooral rijke klanten van de staatsbon geprofiteerd hebben’
Welke klanten hebben massaal ingeschreven op de eerste staatsbon?
THIJS. “Vooral de vermogende Belgen. Bij KBC heeft één op de vier klanten die minstens 250.000 euro vermogen bezitten, de staatsbon gekocht. Bij de klanten die minder dan 25.000 euro hebben, was dat amper één op de honderd. Dat is ook niet onlogisch. Je moet voldoende liquiditeiten hebben om je geld een jaar aan de kant te zetten. Bovendien bedroeg de gemiddelde inleg 32.000 euro per klant. De realiteit is dat vooral rijke klanten van de staatsbon geprofiteerd hebben.”
De Belgische Mededingingsautoriteit wijst deze ochtend in een rapport op een gebrek aan concurrentie in de Belgische banksector.
THIJS. “Ik heb het rapport nog niet gelezen. Afgaande op krantenberichten meen ik dat de concurrentiewaakhond niet zegt dat er onvoldoende concurrentie is. De Mededingingsautoriteit zegt duidelijk dat er geen kartel- of concurrentievervalsende afspraken gemaakt worden. Ze stelt vast dat een aantal grootbanken de markt domineren, maar dat die concentratie er ook in andere landen van Europa is. Dat er weinig verschillen bestaan tussen die grootbanken in spaarrentetarieven is eigenlijk de normaalste zaak van de wereld.”
Hoezo?
THIJS. “De basisgrondstof van een bank zijn liquiditeiten. Een bank kan zich geen grote verschuiving van liquiditeiten veroorloven. Kijk naar wat er gebeurde bij Silicon Valley Bank of Crédit Suisse: een bankencrisis is altijd een liquiditeitscrisis. Een grootbank kan het zich met andere woorden niet permitteren een substantieel lagere rentevergoeding te bieden dan een concurrent. En dus komt iedereen min of meer op dezelfde tarieven uit. Dat heeft ervoor gezorgd dat de vergoeding op spaarboekjes in amper anderhalf jaar gestegen is van 0,11 tot bijna 3 procent. Bij zowat alle instellingen, groot en klein. Net die evolutie toont dat de concurrentie wel degelijk speelt.”
‘Afschaffen van de getrouwheidspremie is niet noodzakelijk beter voor de klant’
Een voorstel van de BMA is om de getrouwheidspremie af te schaffen en te komen tot een eenheidstarief.
THIJS. “Dat zal niet noodzakelijk beter zijn voor de klant. Als je alleen nog met een basisrente werkt, krijg je een heel andere dynamiek. De getrouwheidspremie is een wettelijke bepaling die de bank de mogelijkheid geeft een hoger rendement te bieden op geld dat minstens een jaar blijft staan. Geld dat langer op een rekening staat, kun je nu eenmaal beter vergoeden dan geld waarvan je niet weet of het er morgen nog is. Nogmaals, voor een bank is de stabiliteit van deposito’s belangrijk, en de getrouwheidspremie draagt daartoe bij.”
Dus het afschaffen van de getrouwheidspremie zou kunnen leiden tot een lagere totale rentevergoeding op spaargeld?
THIJS. “Als er een eenheidstarief komt, zal dat niet de som zijn van de huidige basisrente en getrouwheidspremie. Dat zou een denkfout zijn. Als een bank er bij elke spaarcent moet van uitgaan dat die zomaar kan verschuiven en daar niettemin een hoge basisrente moet tegenover stellen, zou zij genoodzaakt zijn dit risico door te rekenen in de kredietverstrekking. Dan dreigen we de economie dood te doen, en dat kan niet de bedoeling zijn.”
Een ander idee is het afschaffen van de fiscale vrijstelling voor het spaarboekje.
THIJS. “Ik heb al eerder in Trends verklaard dat ik voorstander ben van een uitbreiding van het fiscaal voordeel naar andere producten, zoals termijnrekeningen en beleggingsproducten. Dat lijkt mij de logica zelve. Op die manier kan elke burger zijn eigen keuzes maken.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier