‘Je moet een cultuur creëren van risico’s nemen’: Johan Albrecht (UGent) over het Europese klimaattraject
De Europese Commissie stelt vandaag haar plan voor om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2040 met 90 procent te beperken. “Uiteindelijk moeten we kiezen tussen gedragsverandering of radicaal andere technologie”, duidt milieu-econoom Johan Albrecht (UGent).
De Europese beleidsmakers bouwen voort op de eerdere toezegging om tegen 2050 koolstofneutraal te zijn. Er wordt gestreefd naar een vermindering van de uitstoot met 55 procent tegen 2030, in vergelijking met 1990. Albrecht ontwaart “weinig verrassingen” in het Europese verhaal. “Als we tegen 2050 klimaatneutraal willen zijn, moet de uitstoot tegen 2040 ook al heel sterk gedaald zijn. Dus als dat mogelijk is: hoe eerder hoe beter”, klinkt het. “We zitten nu op min 35 procent of iets meer. Dan moet er ook nog vrij veel gebeuren tegen 2030. Als dat gaat lukken, dan houd ik er een eerder optimistische blik op na voor 2040.”
Boerenkrijg
Tegen de achtergrond speelt politieke onrust, met de aanhoudende landbouwerprotesten op het oude continent. Een boerenkrijg die voornamelijk gekant lijkt tegen de regelgeving die zo’n groene omslag met zich brengt. “Europa blijft zedig zwijgen over de veestapel in Europa”, ziet Albrecht. “Het wil zich ook niet moeien met wat mensen eten. Dat betekent dat de vleesconsumptie wellicht op een hoog niveau zal blijven.”
Het doel is een reductie met 30 procent van de landbouwemissies – vooral methaan – tegen 2040 (voorbeeldjaar: 2015). Eerdere plannen, zoals een drastische reductie van de vlees- en melkproductie, en de halvering van het pesticidegebruik, werden naar de prullenmand verwezen. De landbouwsector, goed voor ongeveer 11 procent van de EU-emissies, zal dus een mildere aanpak ervaren in het licht van de recente protesten. “Goed, als men beslist om niet doortastend de vleesproductie te gaan inperken, dan heeft dat wel ecologische consequenties”, stelt de milieu-econoom.
“Dan moet er iets technologisch gebeuren om dat te compenseren. En dat is er momenteel niet. Er is geen technologie die een massale veestapel zonder impact op het ecosysteem kan faciliteren. Je kunt die keuze wel voor je uit blijven duwen, maar op een gegeven moment ligt ze op ons bord. En dan is het ofwel gedragsverandering, ofwel radicaal andere technologie.”
Ondenkbaar in Europa
Albrecht wijst op de noodzaak van aanzienlijke investeringen, maar ook op een flexibele aanpak, vooral in vergelijking met de Verenigde Staten. “Je mag niet alleen naar de geldbedragen kijken. In de VS is het proces veel sneller en minder bureaucratisch. Ik ken een Europees bedrijf dat in de VS een projectaanvraag heeft ingediend binnen de Inflation Reduction Act, voor een aanzienlijk bedrag – misschien wel 100 miljoen dollar. Die aanvraag telde tien bladzijden, en dat bedrijf kreeg binnen de drie weken antwoord. Dat is hier in Europa ondenkbaar.”
Het gaat over snelheid en flexibiliteit in dat soort kwesties, aldus Albrecht. “Als wij spreken over radicale innovatie, dan betekent dat dat bedrijven aan iets beginnen, maar eigenlijk niet echt goed weten wat er uit zal voortkomen. Er kunnen positieve en negatieve verrassingen ontstaan. Dus je moet ook wel een cultuur kweken van risico’s nemen. En aanvaarden dat je projecten zal financieren die jammer genoeg met een sisser aflopen. Die cultuur is anders over de oceaan dan in Europa, vind ik. Veel bedrijven die internationaal werken, klagen daarover.”
‘Het is eigenlijk net het verkeerde moment om industrie kwijt te spelen’
Johan Albrecht (UGent)
Alle red tape ten spijt, was er nochtans een aanzienlijke daling van de Europese uitstoot in 2022. “Dat de uitstoot is gedaald met 2,5 procent, komt een stuk door de zachte winter, maar ook door de crisis in de industrie”, observeert Albrecht. “Door die extreme energieprijzen is een deel van de productie geforceerd stilgelegd. En een deel is ook niet opgestart. We krijgen nu meer en meer signalen dat bedrijven niet gaan opstarten en eventueel Europa gaan verlaten.”
Groene hoogovens
Onbedoelde degrowth? “Dat brengt niks op, want die bedrijven laten hun activiteit elders plaatsvinden. En dan heb je geen garantie dat het ecologischer gebeurt dan in Europa. Die activiteiten blijven bestaan, en dan gaan we gewoon meer fossiele energie of andere producten importeren. Onze uitstoot is ook voor een stuk gedaald de afgelopen dertig jaar, omdat we minder hier maken en meer vanuit Azië invoeren. Je kunt dan decarboniseren, maar je bent wel je industriële weefsel aan het kwijtraken.”
De industrie heeft de sleutel: “Als wij tegen 2050 een radicaal ander energielandschap willen zien in alle sectoren, hebben wij net enorm veel industrie nodig, want die infrastructuur moet worden aangepast. Daarvoor heb je industriebedrijven nodig. Het is eigenlijk net het verkeerde moment om industrie kwijt te spelen.”
Behelst de vereiste innovatiedrang bijvoorbeeld de hoogoven op groene waterstof van ArcelorMittal Gent? “Dat is een voorbeeld. Maar kijk ook naar de auto-industrie. In de Europese autosector werken direct en indirect 3 miljoen mensen. En als wij nu zeggen dat het allemaal elektrisch moet worden, dan moet je ook met nogal wat risico’s rekening houden. In het premiumsegment zit je met Tesla en het is heel moeilijk om Tesla te kopen. Onderaan in de markt komen de Chinezen met een relatief goedkoop aanbod.
Ander landschap
“Kunnen wij die beconcurreren, met Europese auto’s? Dat valt af te wachten. Het zou wel eens kunnen dat als we elektrisch moeten gaan rijden, een deel van de Europese auto-industrie het gelag zal betalen en dat we weer veel banen zullen kwijtspelen. Ik ondersteun de elektrificatie vanuit ecologische optiek, maar we moeten een ruimere blik hanteren. Vanuit een globaal perspectief geloof ik niet dat fossiele brandstoffen volledig weg zijn in 2050. We moeten in alle technologieën die we vandaag gebruiken, vooruitgang blijven boeken en er nieuwe technieken aan toevoegen. Dan komen we – hopelijk – tegen 2050 thuis in een ander landschap.”
Tot 2050 zijn jaarlijks voor 1.500 miljard euro aan klimaatinvesteringen nodig om de doelstellingen te bereiken, voorziet de EU.
De uitstootreductie met 90 procent is een nettoreductie. Zo kunnen sectoren die onmogelijk in zo’n korte termijn klimaatneutraal kunnen worden, zoals de luchtvaart of de chemie, inzetten op technieken voor koolstofopslag.
Bekijk hieronder het studiogesprek (Kanaal Z) met Hans Bruyninckx, hoogleraar internationaal milieubeleid aan de Universiteit Antwerpen, over het Europees klimaattraject.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier