Jean Stéphenne: ‘We hebben een nationaal Marshallplan nodig’
Jean Stéphenne bouwde GSK Vaccines uit tot de wereldleider in vaccins. Nu is de architect van het Waalse sociaaleconomische Marshallplan businessangel en wijze waarnemer van onze economie. “We moeten vooral meer groeipolen als GSK hebben”, is zijn advies.
Stéphenne heeft zopas de titel van Ridder Commandeur in de Orde van het Britse Rijk ontvangen. Het is een zoveelste bewijs van zijn enorme impact op de ontwikkeling van GSK Vaccines, de vaccindivisie van de Britse farmareus GlaxoSmithKline. GSK Vaccines is in Waals-Brabant alleen al goed voor 7900 directe banen, maar niemand die eraan twijfelt dat het zonder Stéphenne helemaal anders zou zijn gelopen.
“Ik heb ervoor gevochten”, zegt Stéphenne, die vurig hoopt dat zijn aanpak van GSK navolging krijgen. “Ik zeg je, als we in België tien GSK’s zouden hebben in diverse domeinen, zou België uit de problemen zijn. Neem bijvoorbeeld celtherapie. Hoeveel kleine ondernemingen hebben we niet in Wallonië en in Vlaanderen? Ik heb al aan politici gevraagd wie de moed heeft die te groeperen. Alleen als we ervoor zorgen dat die de kritische massa bereiken, worden ze leiders in hun domein. Dát is het soort beslissingen dat hier moet worden genomen.”
Stéphenne heeft intussen bijna afscheid genomen van zijn GSK Vaccines. Sinds 2012 is hij CEO af, en eind dit jaar stopt hij er ook als consultant. Maar zijn moreel gezag is nog groot. Stéphenne groeide uit tot een spil van het Waalse bedrijfsleven en trok aan heel wat politieke touwtjes. Zijn netwerk reikte tot in de hoogste federale en regionale regionen. Onverzettelijk blokkeerde Stéphenne als voorzitter van de Waalse werkgeversfederatie UWE ooit de eis van de vakbonden om de 32-urige werkweek in te voeren. Later gaf hij de aanzet voor het Marshallplan om de Waalse economie een nieuw elan te bezorgen.
Het Marshallplan werkt wel, maar vordert traag.
Jean Stéphenne: “Ja, je kunt altijd zeggen dat het sneller zou moeten gaan, maar het plan is nog niet zo oud. Bovendien neemt technologische innovatie nu eenmaal vele jaren in beslag. Dat moet je accepteren. Neem Nanocyl, de producent van koolstofnanotubes waar ik voorzitter van ben. In zo’n bedrijf in de materialensector neemt de cyclus van ontwikkeling, van idee tot marktintroductie, al gauw vijf tot zes jaar in beslag. In farma spreek je zelfs over tien tot vijftien jaar. Ik stel ondertussen wel vast dat het aantal banen in biotech en farma in Wallonië de jongste tien tot vijftien jaar gestegen is. In kmo’s is het zelfs verdubbeld. En als je het verder ontleedt, merk je dat bedrijven die in het Marshallplan zitten, veel sneller groeien dan andere.”
Hoe scoort Vlaanderen volgens u met zijn steun aan de economie?
Jean Stéphenne: “Vlaanderen heeft goed gewerkt met instituten als imec en VIB. Maar de overweging zou moeten zijn hoe we allen samen grote spelers als GSK kunnen creëren uit innovatieve bedrijven uit het industriële kmo-weefsel. We moeten sectoren zoeken waarin we leidinggevend willen zijn. Alleen als Vlaanderen, Wallonië en Brussel daarin massaal investeren, creëer je wereldcentra. Het enige dat ontbreekt, is kritische massa. Vandaag werken we alleen vanuit een regionale visie. Dus voor sommige dragende sectoren zou een nationaal Marshallplan goed zijn. Daar is iedereen het trouwens al over eens, wat niet vanzelfsprekend is in dit land. Neem bijvoorbeeld ThromboGenics, dat met zijn oogmedicijn een geweldige ontdekking had. Maar het is slechts één medicijn. Zeggen dat we in België marktleider in oftalmologie willen worden, is iets anders dan zeggen dat je een spin-off wil creëren rond één product, daarmee succesvol wilt zijn en het dan verkopen.”
Wat is uw grootste zorg?
Jean Stéphenne:”Het baart me zorgen te zien wat in België gebeurt. Hoe meer België verdeeld geraakt, hoe meer het verzwakt. We hebben een grote schuldenberg, jongeren hebben te weinig banen. Dus moet je echt het industriële weefsel versterken. En dan heeft het geen belang welke politieke structuur je hebt. Zonder bedrijven is er geen sociaal welzijn.”
We hebben nu eenmaal onze regio’s.
Jean Stéphenne: “In Zwitserland of Duitsland heeft de industrie veel meer succes dan in België. Nochtans is hier de knowhow even groot. Wij hebben niet de beste maatregelen getroffen. We zijn zo bezig met onze communautaire problemen, dat we ons niet met de echte problemen bezighouden. De visie moet wat nobeler zijn dan elkaar de laatste lokale stem te betwisten.”
U leest het volledige interview met Jean Stéphenne deze week in Trends.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier