Jan Denys (Randstad) over Vlaams regeerakkoord: ‘Voor Vlaamse werkzaamheidsgraad van 80 procent zijn ook federale maatregelen nodig’

Jan Denys © belga
Alain Mouton

Het stond al in de startnota, het staat nu ook zwart op wit in het Vlaams regeerakkoord: de regering-Jambon wil de werkzaamheidsgraad optrekken naar 80 procent. “Het cijfer is ondubbelzinnig en je kunt de regering er dus ook op afrekenen”, zegt Jan Denys, arbeidsmarktspecialist bij Randstad. “Er staan goede voorstellen in het regeerakkoord, maar de resultaten zullen ook afhangen van het federale beleid.”

Is het realistisch dat de volgende jaren 120.000 Vlamingen extra aan de slag zullen zijn en een werkzaamheidsgraad van 80 procent wordt gehaald?

JAN DENYS. “Toen de werkzaamheidsgraad onlangs de kaap van de 75 procent overschreed, waren de toenmalige minister-president Geert Bourgeois (N-VA) en minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) euforisch. Terwijl Vlaanderen daarmee gewoon in de middenmoot bleef. Het is goed dat het regeerakkoord het heeft over een werkzaamheidsgraad van 80 procent. Aan het einde van de legislatuur kan ze erop worden afgerekend.”

Helpen de geplande maatregelen om die doelstelling te halen? Wat niet in de startnota van informateur Bart De Wever stond, maar onder druk van Open Vld toch in het regeerakkoord is terug te vinden: inkomens tot 2500 euro bruto krijgen een belastingverlaging via de jobbonus, een nieuwe jobkorting die tot 600 euro per jaar extra kan opleveren. Vindt u dat een goed idee?

JAN DENYS. “Elke maatregel die werken aantrekkelijker maakt, is positief. En een koopkrachtversterking die de werkloosheidsval verkleint, sluit daarbij aan. De vraag is natuurlijk of dat de meest effectieve maatregel is. Weegt het op tegen de kostprijs?”

De VDAB krijgt een duidelijke regisseursrol. Na drie maanden moet een werkzoekende een verplichte overeenkomst sluiten over een traject naar werk. Wat is uw mening daarover?

JAN DENYS. “Dat klinkt mooi, maar uit ervaring weet ik dat er altijd een verschil is tussen verklaringen en de uitvoering. De VDAB zal zeggen dat ze meer middelen nodig heeft, terwijl die organisatie toch al goed bediend is. En wat verstaat men onder arbeidsregisseur? Wat is de rol van de OCMW’s die zich bezighouden met de leefloners die niet in de categorie van werklozen terechtkomen? De VDAB is de regisseur maar geen actor. We moeten opletten dat er daar geen waterhoofd komt.”

Een opvallende maatregel: wie in twee jaar niet aan de slag raakt, kan verplicht worden ingezet voor gemeenschapsdienst. Is dat een goed idee?

JAN DENYS. “Ik ben daar maar een koele minnaar van. Je mag niet vergeten dat je de steden en de gemeenten moet meekrijgen. Daar zal wel weerstand zijn, want zij moeten het organiseren. Het kan een meerwaarde zijn voor de integratie van bepaalde kansengroepen op de arbeidsmarkt. Daar zijn wel degelijk voorbeelden van, onder andere in Nederland. Maar eigenlijk gaat het hier om iets anders: de discussie over gemeenschapsdienst zou niet worden gevoerd indien de werkloosheidsuitkeringen beperkt zouden zijn in de tijd. Maar dat is een maatregel die de federale regering moet nemen. Om een werkzaamheidsgraad van 80 procent te halen zijn federale maatregelen nodig. Dat moet de nieuwe Vlaamse regering goed beseffen. We activeren nu al vijftien jaar op Vlaams niveau, en ik hoor nu opnieuw dat men daar vooral op moet inzetten. Het blijft belangrijk, maar het is niet het enige. Kijk naar de dienstencheques. Die sector krijgt laaggeschoolden naar de arbeidsmarkt. Maar het aandeel buitenlandse poetshulpen blijft groot. Ondanks de activering slaagt men er onvoldoende in werklozen richting die sector te krijgen. Dan is een maatregel zoals beperkte uitkeringen wel een deel van de oplossing.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content