Ivan Van de Cloot (Merito): ‘Belangengroepen proberen de subsidiestromen onder de motorkap te houden. Wij halen ze eruit’

Ivan Van De Cloot
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Vlaanderen heeft sinds een paar jaar een subsidieregister waar iedereen kan checken waar de subsidies van de Vlaamse overheid naartoe gaan. Maar daarmee is volgens Ivan Van de Cloot slechts een deel van het werk gedaan. Daarom gaat zijn denktank Merito dieper in op de relevantie, de efficiëntie en de economische return van subsidiestromen.

Begin deze maand publiceerde de federale overheidsdienst Beleid en Ondersteuning (BOSA) een rapport waaruit blijkt dat de federale overheid maar liefst 66 miljard euro aan subsidies uitdeelde zonder te weten wat met dat geld gebeurde. Een aantal Vlaamse politici was er als de kippen bij om te pleiten voor een federaal subsidieregister naar analogie met het Vlaamse. Dat is een databank waarin alle Vlaamse subsidies worden geregistreerd en gecontroleerd. De vorige Vlaamse regering en ook de huidige beleidsploeg onder leiding van Matthias Diependaele (N-VA) pakt er graag mee uit, want het register geldt als een voorbeeld van goed bestuur.

Op de totale Vlaamse begroting van een kleine 60 miljard euro gaat zo’n 18 miljard euro naar subsidies.

Volgens Ivan Van de Cloot, econoom van de denktank Merito, is daarmee maar een deel van het werk geleverd. “Een terechte pluim voor Matthias Diependaele, die voor dat register heeft gezorgd, maar het is slechts een eerste stap. Sindsdien gebeurt er weinig meer mee. Men brengt de subsidies wel in kaart, maar het gaat zelden over de herziening van die uitgaven. In tijden dat de overheidsfinanciën er slecht aan toe zijn, spreken we slechts heel oppervlakkig over het gebruik van ons belastinggeld. Het is niet voldoende om gewoon te zeggen dat de subsidies de overheidsuitgaven doen toenemen en daar iets aan moet worden gedaan. We moeten onder de motorkap kijken en analyses maken, waarbij je Vlaanderen vergelijkt met andere landen of regio’s. Wat met de resultaatgerichtheid van die subsidies? Wat met het maatschappelijk rendement? Dat onderzoeken vraagt meer inspanningen. Neem de gezondheidszorg en welzijn. Wij geven meer uit dan het EU-gemiddelde, maar de resultaten blijven wel rond dat gemiddelde hangen. Daarom brengt Merito elke maand een rapport uit, waarin we dieper ingaan op de verschillende types van subsidies.”

Een derde van het Vlaamse budget

Volgens de denktank bevat het huidige subsidieregister te weinig informatie: je vindt er wel het subsidiebedrag en de juridische entiteit, maar geen motivering of impactinschatting. Merito heeft daarom al een eerste dossier met een helikopteroverzicht klaar. “Het doel is bij te dragen aan een rechtvaardig subsidiebeleid, dat de maatschappelijke impact maximaliseert en elke euro optimaal benut”, aldus Van de Cloot. “Dan moet je ook de vraag stellen of het doel is bereikt.”

Dat is geen overbodige luxe, want op een totale Vlaamse begroting van een kleine 60 miljard euro gaat zo’n 18 miljard euro, dus bijna één op de drie euro’s, naar subsidies. De belangrijkste posten zijn Welzijn en Volksgezondheid met 7,5 miljard euro, gevolgd door Bestuur, Buitenlandse Zaken en Justitie (4,7 miljard euro) en Werk en Sociale Economie (2,4 miljard euro). “Het is een gevoelig thema en de argumenten pro en contra subsidies zijn niet overal op dezelfde wijze van toepassing”, benadrukt Ivan Van de Cloot. Dat miljarden euro’s gaan naar ouderenzorg, is maatschappelijk minder een voorwerp van discussie dan de middelen die gaan naar de ondersteuning van het systeem van dienstencheques. Andere bedragen liggen nog gevoeliger.

‘Los de fetisj van de kwantiteit en de totale subsidiebedragen, maar kijk naar de kwaliteit’

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van vorig jaar kwam er kritiek op dat het gros van de middelen uit het Gemeentefonds naar grote steden gaat, ten nadele van het platteland. Die trend blijkt ook uit het Vlaamse subsidieregister. Antwerpen prijkt bovenaan met 925 miljoen euro subsidies, gevolgd door Gent met 426 miljoen euro. “Dat is een groot pijnpunt. Het is een mijnenveld van belangentegenstellingen”, aldus Van de Cloot. “Maar het enige waarover men praat, is de mate waarin het totale bedrag geïndexeerd wordt. Dat is het hoogst haalbare wat ons politieke proces in Vlaanderen tot stand brengt. Is er geen fundamentelere herziening van dat systeem nodig? De verdeling van die middelen komt voort uit historische keuzes, maar die hebben hun tijd misschien wel gehad, als je ziet dat bepaalde steden toch wel heel sterk bevoordeeld worden. Belangengroepen en lobby’s proberen die subsidies onder de motorkap te houden. Wij willen ze er dus uit halen.”

Onderzoek en ontwikkeling

Een opvallende Vlaamse subsidiestroom in het eerste rapport is het onderzoekscentrum voor digitale technologie imec. Het ontvangt 160 miljoen euro subsidies per jaar en zit daarmee in de Vlaamse top tien. Het leeuwendeel daarvan heeft te maken met zijn “brugfunctie tussen fundamenteel en toegepast onderzoek”. Imec geeft zelf aan dat uit een onafhankelijke impactstudie blijkt dat het tussen 2014 en 2023 bijna 7 miljard euro aan toegevoegde waarde heeft gerealiseerd in Vlaanderen en dat bijna 4 miljard euro terugvloeit naar de schatkist – tegenover 960 miljoen euro subsidies tijdens die periode.

“Ik vind het al belangrijk dat die cijfers er zijn. Maar imec duikt ook op in domeinen waar je het misschien niet had verwacht”, stelt Van de Cloot vast. “Het omvat ook Mediawijs.” Dat is het Vlaamse Kenniscentrum Digitale en Mediawijsheid van de Vlaamse overheid en imec. “Mediawijs helpt de inwoners van Vlaanderen en Brussel digitale technologie en media kritisch en bewust te gebruiken en te begrijpen, om deel te nemen aan onze maatschappij”, staat op de website.

“Ik wil het debat opentrekken. Nu is er een focus op uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling, die met meer dan 3 procent van het bruto binnenlands product tot de hoogste in de Europese Unie behoren. De mensen die enkel boven de motorkap kijken, vinden dat fantastisch”, legt Van de Cloot uit. “Maar in ons onderzoeklandschap zit ook kaf bij het koren.”

‘De motorkap opendoen is vaststellen dat bepaalde economische creatie er ook zonder ondersteuning zou zijn gekomen’

Een vaak gehoorde kritiek is dat het geld dat naar onderzoek en ontwikkeling gaat, nog altijd te weinig leidt tot hoogtechnologische goederen en diensten die gecommercialiseerd kunnen worden. “Dat is een legitieme kritiek in verband met de te lage resultaatsgerichtheid en economische return”, repliceert Van de Cloot. “Dat wijst erop dat het debat om de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling naar 4 procent van het bbp te brengen, een zwaktebod is. Los de fetisj van de kwantiteit en de totale subsidiebedragen, maar kijk naar de kwaliteit.”

Een ander gevoelig thema zijn economische subsidies die naar bedrijven gaan. “Vlaanderen en België spenderen daar meer aan dan andere landen”, stelt Van de Cloot vast. “Behalve naar de uitkeringen voor werklozen gaan er steunmaatregelen naar bedrijven. Ik noem dat corporate welfare, zoals het in de Verenigde Staten wordt genoemd. De praktijk heeft aangetoond dat het verlenen van subsidies niet altijd het juiste antwoord is op de vele uitdagingen waarmee onze ondernemingen kampen, en een rem kan zetten op creatieve destructie.”

Vlaamse politici zeggen in dat verband vaak dat die subsidies aan bedrijven een noodzaak zijn, aangezien Vlaanderen over te weinig eigen fiscale autonomie zou beschikken. Van de Cloot relativeert dat: “We hebben hefbomen om de Vlamingen belastingkortingen te geven, maar we benutten die niet. Sorry, maar zich verschuilen achter gebrekkige fiscale autonomie is slogantaal geworden. Daarmee sla je het debat plat. Sommigen halen het argument aan dat subsidies aan bedrijven toch niet erg zijn. Zo kijk ik niet naar de werkelijkheid.”

Ook subsidies richting buitenland

In zijn eerste rapport haalt Merito de bijna 10 miljoen euro aan die zijn toegekend aan de stichting van openbaar nut Limburg Sterk Merk onder het label ‘Financiering ondernemingen’. De provincie profileert zich al een tijd als toeristische regio. “Vaak claimt men veel banen in de toeristische sector. Zouden die er zonder de overheidsinterventie dan niet zijn gekomen? Er is vaak een neiging te veel consumptieprojecten te subsidiëren en te weinig productie”, stelt de Merito-nota.

“De motorkap opendoen is vaststellen dat bepaalde economische creatie er ook zonder ondersteuning zou zijn gekomen, en dat een deel van de meerwaarde niet beperkt blijft tot het Vlaamse domein, maar verdwijnt naar het buitenland”, vult Van de Cloot aan.

Het eerste Merito-rapport wijst erop dat wie dacht dat Vlaanderen enkel subsidies op binnenlandse adressen bestelt, er zo’n 20 miljoen naast zit. “De uitschieter is Mozambique, waar meer dan 6 miljoen euro naartoe vloeit, naar het ministerie van Gezondheid en het Clinton Health Access Initiative”, weet Van de Cloot. “Dat toont toch aan dat het debat in detail moet worden gevoerd. Niet alleen over waar het geld naartoe gaat, maar dat bepaalde subsidies zwaar ter discussie moeten worden gesteld. Dat is een normaal onderdeel van het politieke proces, maar het gebeurt niet.”

‘We hebben hier niet het temperament van Elon Musk, maar wees toch niet te braaf’

“Dat het debat over het subsidiebeleid zo traag op gang komt, doet de vraag rijzen of het voldoende zal zijn om de zaken te keren met beperkte incrementele veranderingen, door bijvoorbeeld hier en daar wat subsidies te schrappen of bij te sturen”, stelt Ivan Van de Cloot. “Zeker nu er veel aandacht is voor figuren als de Argentijnse president Javier Milei, die het overheidsapparaat drastisch afbouwt. Of voor Elon Musk, die in de Verenigde Staten met het DOGE-project gaat voor een efficiëntere en slankere overheid. Is ook hier geen nood aan radicalere recepten?”
Ivan Van de Cloot blijft realistisch: “We hebben hier kritiek op de aanpak van de Amerikanen. Dat komt voort uit ons conformisme. In Europa, België en Vlaanderen doen we dat allemaal veel bezadigder. Akkoord, we hebben hier niet het temperament van een Elon Musk, maar wees toch niet te braaf. Als grote inspanningen nodig zijn, moeten ook de verkozen politici hun rol spelen. Ze hebben een oorlogsplan dat goed gewerkt heeft om verkiezingen te winnen. Maar daarna blijven ze te veel vastzitten in hun taboes. Alles is zo moeilijk in beweging te krijgen, is dan hun excuus. Hun mandaat betekent echter niet dat ze als een notaris moeten besturen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content