Industriële productie Antwerpse havengebied kent sterkste terugval in veertig jaar

Een windmolen en de rook van de kerncentrale van Doel zijn te zien vanuit de Antwerpse haven -- Foto door Thierry Monasse/Getty Images

De industriële productie in het Antwerpse havengebied kent haar sterkste terugval in veertig jaar. Het productievolume is er verder gezakt tot een niveau van twintig jaar geleden. Dat meldt werkgeversorganisatie Voka donderdag in een persbericht.

“De grote industriebedrijven luiden de alarmklok”, klinkt het bij Voka. Ook de afgelopen dagen werd al gewag gemaakt van de toegenomen economische werkloosheid, vooral in de chemie. Woensdag kwam het zoveelste teken aan de wand, een nieuwe ontslagronde bij European Master Batch in Bornem, een producent van kunststof- en rubberartikelen. 

Uit de jaarlijkse productiemeting van Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland blijkt nu dat het productievolume van de 31 grootste industriële sites het afgelopen jaar is teruggevallen tot 55 miljoen ton. “Dat is een krimp van twaalf miljoen ton tegenover het recordjaar 2018”, weet Luc Luwel, gedelegeerd bestuurder. “Daarmee zitten we opnieuw op het niveau van het jaar 2000. Zeer verontrustend, want zoiets hebben we de voorbije veertig jaar nooit meegemaakt.”

Laagste niveau

Bij sectorfederatie Essenscia geeft men aan dat de chemie inderdaad betere tijden heeft gekend, maar men wil ook geen paniek zaaien. “De benuttingsgraad van de productiecapaciteit zat begin dit jaar op het laagste niveau sinds 1981, 42 jaar geleden”, zegt de woordvoerder bij Essenscia. “Maar dat is natuurlijk niet hetzelfde als een algemene productiedaling of productieterugval.” 

Voor Voka is het duidelijk: de sector kwijnt weg en de winsten staan onder druk. “De bedrijven bezorgen ons de cijfers elk jaar”, gaat Luwel verder. “Dat gaat over zeer gevoelige informatie. Wij tellen de tonnages op. Die index werd in het leven geroepen om ons een precies beeld te geven van hoe onze industriële cluster ervoor staat.”

IJdele hoop

Sinds het begin van de metingen, veertig jaar geleden, laat de index een bijna continue stijging van de productievolumes optekenen. Op een paar knikjes na, die gepaard gingen met de sluiting van Opel Antwerpen in 2010 en de COVID-crisis in 2020. 

“Maar na elke dip zagen we een vrij krachtig herstel, zodat de curve structureel stijgend bleef”, besluit Luwel. “Dat leek aanvankelijk ook te gebeuren na de coronacrisis. In 2021 knoopten we vrij snel opnieuw aan met groei. Maar vorig jaar donderde de productie naar beneden, zodat we nu weer op het niveau zitten van twintig jaar geleden.”

Concurrentienadeel

Concreet toont de index van Voka een krimp van 12 miljoen ton of een daling van 18 procent tegenover het recordjaar 2018. De huidige daling zou ook een structureel karakter hebben omdat ze over de hele industriële cluster gespreid is. Volgens sectorfederatie Essenscia wordt vandaag over het algemeen 70 procent van de productiecapaciteit in de chemiesector in Vlaanderen benut. Normaal is dat 78 procent. 

Werkgeversorganisaties geven al langer aan dat de indexering van de lonen, alsook de hoge energie- en grondstoffenprijzen, ons een concurrentienadeel bezorgen. “Maar er is verder nog de kost van de strenge Europese richtlijnen en de regionale vertaling ervan”, stelt het persbericht van Voka. Dat zou leiden tot complexe regelgeving en rechtsonzekerheid in vergunningsdossiers. 

“Bovendien worden onze ondernemingen geconfronteerd met import uit andere werelddelen van producten waarvan de productie in Europa structureel duurder is”, concludeert het persbericht.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content