Industrie mag hopen op respijt: ‘Vanaf 2026 kunnen de aardgasprijzen stevig dalen’

AARDGAS - "De stijging van de aardgasprijs was een gamechanger." © NurPhoto via Getty Images
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Europese industrie krijgt een nieuwe stijging van de aardgasprijs in de maag gesplitst, maar de cavalerie lijkt eindelijk op komst. Een forse uitbreiding van de mondiale productiecapaciteit van vloeibaar aardgas moet in de tweede helft van dit decennium voor ontspanning zorgen op de aardgasmarkt.

“Vanaf de zomer van 2026 kunnen de aardgasprijzen in Europa stevig dalen. Er komt vanaf volgend jaar een pak extra lng-capaciteit op de markt. Dankzij dat extra aanbod zal de macht op de lng-markt in de periode 2026-2030 verschuiven van de leveranciers naar de klanten. Lagere aardgasprijzen zullen de Europese economie zuurstof geven”, zei Fatih Birol, de hoofdeconoom van het Internationaal Energieagentschap (IEA), begin februari op een energiesymposium georganiseerd door de federale overheidsdienst Economie en Energy Tech Belgium (Agoria).

Die ontspanning op de aardgasmarkt komt voor de Europese energie-intensieve industrie geen dag te vroeg. De scherpste kantjes mogen van de energiecrisis van 2022 zijn geveild, Europese bedrijven betalen voor aardgas nog altijd tot vijf keer meer dan hun concurrenten in de Verenigde Staten. “De grootste uitdaging voor Europa is de concurrentiekracht van de industrie. Sectoren zoals chemie, staal en cement hebben het moeilijk door hun hoge energiekosten, zeker tegenover de Verenigde Staten. De kostenstructuur van staal bestaat voor 30 procent uit energie. Voor de productie van ammoniak loopt dat aandeel op tot 70 procent”, zegt Fatih Birol.

‘Europa en Azië zullen dit jaar concurreren met elkaar om het beschikbare lng’

TotalEnergies

In België zijn de uitbreidingsinvesteringen intussen grotendeels van het menu geschrapt. De Nationale Bank waarschuwde eerder voor het opduiken van ‘bruine zombies’. Dat zijn bedrijven die niet meer over de financiële slagkracht beschikken om hun productieprocessen te verduurzamen en hun emissie te verlagen. “De stijging van de aardgasprijs was een gamechanger. De zware industrie loopt het risico te verdwijnen in Europa”, zegt Yves Verschueren, de gedelegeerd bestuurder van essenscia, de sectorfederatie van de chemische industrie en lifesciences.

De industrie kreeg vorig jaar een beetje respijt omdat de aardgasprijzen terugvielen in het spoor van het lagere verbruik in Europa, de relatief zachte winter en de haperende vraag uit China. Het prijsverschil, vooral met de Verenigde Staten, bleef echter hoog. Bovendien zitten de aardgasprijzen al enkele maanden opnieuw in de lift. Voor levering in maart is de aardgasprijs opnieuw boven 50 euro per megawattuur gegaan, tegenover 30 euro in dezelfde periode vorig jaar.

Aardgasmarkt opnieuw krap

Debet aan de prijsstijging zijn deels de weersomstandigheden. Niet alleen was de winter minder zacht, er stond ook minder wind, waardoor aardgasgestookte centrales meer uren moesten draaien om de elektriciteitsbevoorrading op peil te houden. Ook door de lagere aanvoer van Russisch aardgas via Oekraïne sinds 1 januari dit jaar zullen de Europese aardgasreserves tegen het eind van de winter relatief lage niveaus aantikken (zie grafiek Europese aardgasvoorraden zijn relatief laag). Dat betekent dat Europa later dit jaar de portefeuille moet opentrekken om de reserves aan te vullen voor de volgende winter.

Bij gebrek aan Russisch aardgas zal Europa opnieuw meer lng moeten invoeren om de voorraden te herstellen, net zoals een – vooral Amerikaanse – armada aan lng-schepen Europa in volle energiecrisis een alternatief bood voor het Russische aardgas. Europa is echter niet het enige continent dat hongerig naar lng kijkt. In Azië stijgt de vraag naar aardgas en dus ook naar lng, op een ogenblik dat de markt nog behoorlijk krap is. “In 2025 stijgt de lng-capaciteit slechts met 5 procent door de vertraging van een aantal sleutelprojecten. Europa en Azië zullen concurreren met elkaar om het beschikbare lng”, luidt de analyse van het energiebedrijf TotalEnergies.

Als reactie op de gestegen aardgasprijs overweegt de Europese Commissie opnieuw prijsplafonds in te voeren. De achterliggende vrees is dat Europese landen straks opnieuw tegen elkaar opbieden om hun reserves aan te vullen. In de zomer van 2022 joeg vooral een panikerend Duitsland de aardgasprijzen door het dak. De Europese Commissie reageerde toen met een maximumprijs van 180 euro per megawattuur, maar de aardgasprijzen tikten die niveaus niet meer aan.

Vanuit de Europese industrie klinkt de bezorgdheid dat prijsplafonds een risico zijn voor de bevoorradingszekerheid. “Europa moet zich vooral bezighouden met het verwerven van voldoende aardgas. Een prijsplafond is geen oplossing als het onderliggende probleem een tekort aan energie is”, zei Amund Vik, de voormalige Noorse staatssecretaris voor Energie, in Financial Times.

Beterschap vanaf 2026

Blijft een krappe aardgasmarkt dit jaar nog heel prijsgevoelig voor tegenslagen, dan is vanaf 2026 beterschap te verwachten dankzij een hoger aanbod. Vooral de Verenigde Staten en Qatar investeren fors in een hogere exportcapaciteit van lng (zie grafiek Lng-aanbod neemt vanaf 2026 sterk toe). Tussen nu en 2028 zou de Amerikaanse exportcapaciteit van lng bijna verdubbelen. Daarom zet de Amerikaanse president Donald Trump de Europese Unie onder druk om meer Amerikaans lng te kopen. Tegen eind 2030 komt er wereldwijd 270 miljard kubieke meter aan lng-exportcapaciteit bij. Dat is ongeveer drie vierde van het Europese gasverbruik.

Die sterke capaciteitsuitbreiding moet in het tweede deel van dit decennium de zorgen over de kostprijs en de bevoorradingszekerheid van aardgas verminderen. Op de termijnmarkten is die ontspanning al zichtbaar. Voor levering in de zomer van 2026 kost aardgas ongeveer 20 procent minder dan voor levering deze maand. “Intussen kun je de Europese industrie een overlevingspakket aanbieden door subsidies te geven in ruil voor investeringen in hernieuwbare energie”, zegt Fatih Birol.

“Dankzij het extra lng-aanbod kan de aardgasprijs dalen naar 20 euro per megawattuur”, zegt Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank. “Maar als Europa vasthoudt aan de doelstelling de emissies van de industrie tegen 2040 naar nul te brengen, dan zullen de energieprijzen in Europa op langere termijn vijf tot tien keer duurder blijven dan in de VS. Dat bedreigt onze energie-intensieve industrie.”

Tegen eind 2030 komt er wereldwijd 270 miljard kubieke meter aan lng-exportcapaciteit bij. Dat is ongeveer drie vierde van het Europese gasverbruik.

De drie Europese energiefouten

Europa krijgt op die manier een oplossing aangereikt voor de dure vergissing om zich in het verleden te afhankelijk te maken van goedkoop Russisch aardgas. “Europa heeft de voorbije jaren drie grote fouten gemaakt in zijn energiebeleid”, zegt Fatih Birol. “De eerste grote fout was voluit te kiezen voor Rusland als de belangrijkste leverancier van goedkoop aardgas. Dat doe je niet, zelfs als die leverancier het meest vredelievende land ter wereld is. Het sleutelwoord in de energiebevoorrading is diversificatie. Het IEA waarschuwde Duitsland in 2004 al voor een te grote afhankelijkheid van Russisch aardgas.”

“Daarnaast keerde Europa de rug naar kernenergie – de tweede grote fout in het Europese energiebeleid”, zegt Fatih Birol.” Begin deze eeuw zorgde kernenergie nog voor 35 procent van de elektriciteitsbevoorrading in Europa. Nu is dat minder dan 25 procent en straks minder dan 15 procent. Het klopt dat de Europese nucleaire industrie de voorbije jaren niet goed heeft gepresteerd. We hebben alle nieuwe projecten geanalyseerd en stelden een gemiddelde vertraging met acht jaar en een budgetoverschrijding met een factor 2,5 vast. Een aantal landen met ervaring en knowhow besloot uit kernenergie te stappen. Die landen zetten een technologie opzij die continu emissievrije elektriciteit kan leveren tegen competitieve prijzen.”

Ook in het beleid rond hernieuwbare energie heeft Europa de bal misgeslagen, zegt Fatih Birol: “Europa was aanvankelijk het nummer één in de productie van zonnepanelen, maar het heeft die positie uit handen gegeven aan China. Europa is nu de grootste invoerder van zonnepaneelinstallaties. Het verlies aan competentie en innovatiepotentieel is groot. Zonne-energie is Europa definitief kwijt, maar Europa staat wel nog sterk in offshore wind, warmtepompen, batterijen en elektrische auto’s. Maak daar een industrie van die wereldwijd kan concurreren.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content