Alain Mouton

‘Indexsprong is meer dan ooit nodig’

Volgens Trends-redacteur Alain Mouton blijft de indexsprong meer dan ooit nodig om de concurrentiekracht van de ondernemingen te versterken.

Kmo-bedrijfsleiders lopen niet warm voor de geplande indexsprong. Een onderzoek van SD Worx is duidelijk: slechts 20 procent denkt dat dat de juiste manier is om de Belgische loonkostenhandicap weg te werken. 50 procent is van mening dat zo’n indexsprong enkel zinvol is als er andere maatregelen – bijkomende lastenverlagingen – worden genomen. Toch blijft de indexsprong meer dan ooit nodig om de concurrentiekracht van de ondernemingen te versterken.

De bezorgdheid van de kmo-bedrijfsleiders is begrijpelijk. De regering-Michel heeft besloten dat een indexaanpassing van 2 procent niet zal worden doorgevoerd. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat zo’n indexsprong er tamelijk snel – begin 2015 – zou komen. De indexering van de lonen in de privésector verschilt van sector tot sector, maar door de lage of bijna onbestaande inflatie ziet het ernaar uit dat de indexsprong en dus het niet opwaarts aanpassen van de brutolonen pas deze zomer zal plaatsvinden. Een regeringsmaatregel die de loonkostenhandicap ten opzichte van de buurlanden moet helpen wegwerken laat dus op zich wachten.

Indexsprong is meer dan ooit nodig

Maar dat is maar een deel van het verhaal. Het is vreemd dat de kmo-bedrijfsleiders zeggen dat er naast de indexsprong extra maatregelen nodig zijn om de concurrentiekracht van de ondernemingen te herstellen. Die maatregelen zijn wel degelijk ingepland. De federale regering voorziet in 900 miljoen euro aan bijkomende lastenverlagingen. Die komen er weliswaar pas in 2016. Maar de indexsprong staat dus niet op zich. Het is maar een onderdeel van een geheel van maatregelen om de concurrentiekracht van de ondernemingen te herstellen. Daarom blijft de indexsprong meer dan ooit nodig.

De verleiding is sinds een aantal dagen groot om opnieuw de teugels te vieren en zelfs loondrift toe te staan. De recente cijfers van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven leren dat de Belgische loonkostenhandicap met de buurlanden tot 2,9 procent is gedaald. Voor de vakbonden was dat het signaal om nogmaals de indexsprong ter discussie te stellen en ook op te roepen tot brutoloonsverhogingen, zeker in sectoren die het goed doen. Dat zou een foute aanpak zijn.

De cijfers van de CRB moeten gerelativeerd worden. Het gaat hier om de loonkostenhandicap sinds 1996, terwijl de historische loonkostenhandicap meer dan 16 procent bedraagt. Bovendien focust de CRB te veel op de uurloonkosten. Een beter criterium zijn de loonkosten gecorrigeerd voor productiviteit (de loonkosten per eenheid product). En die bedragen sinds 1996 10 procent en zullen volgend jaar slechts lichtjes dalen tot 8,5 procent.

Al die cijfers wijzen er dus op dat de indexsprong nodig blijft om de loonkostenhandicap voort te doen dalen. De CRB houdt er in haar rapport trouwens rekening mee. Ten tweede moet er volgend jaar over gewaakt worden dat de door de vakbonden bepleite loondrift de trend van een dalende loonkostenhandicap niet omkeert. Dat wordt in 2015 een belangrijke opdracht voor sociale partners en regering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content