In juli verhoogde de Europese Centrale Bank (ECB) nog eensgezind de beleidsrente met 25 basispunten, maar op de volgende beleidsvergadering, in september, hebben de voorstanders van een rentepauze opnieuw argumenten om hun zaak te bepleiten.
Niet alleen daalt de inflatie in het eurogebied, ook de economie koelt snel af. Bovendien werkt het restrictieve monetaire beleid met vertraging, zodat het risico toeneemt dat de ECB een nieuwe vergissing begaat door het beleid te lang te restrictief te houden.
“In de huidige context volstaan de huidige rentevoeten om terug te keren naar prijsstabiliteit”, zei ECB-bestuurder Fabio Panetta op 3 augustus in een speech. De Italiaan is de woordvoerder van de ‘duiven’ in de ECB, de bestuurders die een soepeler geldbeleid genegen zijn. De relatief hoge beleidsrente langere tijd aanhouden zou volstaan om de rug van de inflatie te breken.
Het is echter nog te vroeg om te plooien voor die pleidooien en een rentepauze in te lassen. De geschiedenis leert dat inflatie zich niet gemakkelijk laat verjagen, terwijl ze nog op stevige benen staat in het eurogebied. De kerninflatie bedraagt nog 5,5 procent en vertoont nog geen dalende trend. Die kerninflatie zal nog lang aangedreven worden door stijgende lonen en een haperende arbeidsproductiviteit. Bovendien is een beleidsrente van 3,75 procent tegenover een kerninflatie van 5,5 procent niet overdreven restrictief te noemen. Ook de reële langetermijnrente is, ondanks de forse klim sinds begin 2022, nauwelijks boven nul gekropen.
De ECB heeft de inflatie dit jaar eindelijk bij het nekvel gegrepen. Het zou daarom bijzonder jammer zijn als Frankfurt te vroeg zou loslaten. De kostprijs van een heropflakkerende inflatie kan veel hoger oplopen dan de kostprijs een iets te restrictief beleid.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier