Het financieel-economische palmares van Didier Reynders: van liberale wonderboy tot Mitspieler
Wanneer hij straks Europees commissaris wordt, verlaat Didier Reynders (MR) definitief de Belgische politiek. De voorbije twintig jaar heeft de Brusselse Luikenaar duidelijk gewogen op het beleid. Vooral enkele financieel-economische maatregelen spelen tot vandaag een rol.
Didier Reynders was sinds eind 2011 minister van Buitenlandse Zaken. Daardoor zou een mens vergeten dat de Franstalige liberaal tussen 1999 en 2011 het Hôtel des Finances aan de Wetstraat 12 bewoonde. Toen hij in de eerste regering-Verhofstadt aantrad als minister van Financiën, liet de toenmalige liberale wonderboy zich direct gelden, onder andere door de fiscale druk via allerlei omwegen te proberen te verlagen. Hij was ook een bevoorrechte getuige en Mitspieler toen de Belgische regering in 2008 werd geconfronteerd met de bankencrisis. Een overzicht van het financieel-economische palmares van Didier Reynders.
1. De belastingdruk via een omweg doen dalen
Het is bekend dat de paars-groene (1999-2003) en de paarse (2003-2007) regeringen onder Guy Verhofstadt (Open Vld) op instigatie van de PS de geldkraan hebben opengedraaid en de sociale uitgaven massaal deden stijgen. De buffer van een primair saldo van 6 procent van het bruto binnenlands product (bbp), zo’n 27 miljard, was in zeven jaar gesmolten als sneeuw voor de zon.
Wat minder bekend is, is dat niet alleen de uitgaven stegen, maar ook de belastingen werden verlaagd. Didier Reynders, kersvers minister van Financiën, voerde een hele reeks fiscale steunmaatregelen door. De belastingen werden verlaagd door het hoogste marginaal tarief in de personenbelasting te verlagen van 55 naar 50 procent. Ook werden de belastingschalen opnieuw geïndexeerd. Bij een loonstijging kwamen werknemers zo niet direct in een hogere belastingschaal terecht. Voorts werd de aanvullende crisisbelasting afgeschaft.
Dat was niet voldoende voor de Franstalige liberaal. Reynders wou meer, maar de PS zei njet. De minister van Financiën besloot dan maar de fiscale druk via allerlei omwegen te doen dalen. Dat kon onder andere door de belastingdiensten minder streng te laten optreden. Het leidde tot een tweestrijd met de toenmalige topman van de federale overheidsdienst Financiën, Jean-Marc Delporte (PS). Reynders is ook de vader van de fiscale amnestie waarbij mensen zwart geld konden aangeven in een gunstige regeling.
Ook bedrijven moesten kunnen genieten van een lagere fiscale druk. Maar van een verlaging van de vennootschapsbelasting wou de PS niet weten, ondanks het hoge tarief van 33 procent. Reynders liet daarom zijn kabinet het systeem van de notionele-intrestaftrek in elkaar steken. Dat houdt in dat vennootschappen een fictieve rente kunnen aftrekken van hun winst. De notionele-intrestaftrek verving de vroegere coördinatiecentra (eigenlijk de eigen financiële vennootschap van grotere bedrijven) en zorgt er tot vandaag mee voor dat grote multinationals in België blijven. Door de lage rente is het effect van de notionele-intrestaftrek wel zeer beperkt geworden, maar tegelijk zijn de tarieven in de vennootschapsbelasting verlaagd.
Reynders beschouwde de notionele-intrestaftrek als een persoonlijke overwinning. Toen hij op roadshow naar de Verenigde Staten ging om het systeem daar op de hoofdzetel van multinationals uit te leggen, zei hij tegen meegereisde journalisten: “De notionele-intrestaftrek is een belastingverlaging voor bedrijven. De socialisten hebben dat goedgekeurd omdat ze het aanvankelijk niet door hadden.”
2. de ‘French connection’ tijdens de financiële crisis
Didier Reynders zat in september 2008 ook op de eerste rij toen de financiële crisis uitbrak en het Belgische banksysteem dreigde in te storten. Samen met premier Yves Leterme (CD&V) en de gouverneur van de Nationale Bank Luc Coene werd groot onheil vermeden. Fortis en Dexia werden gered via een nationalisering gevolgd door een verkoop.
Kwatongen beweren wel dat Reynders toen voor de Franse belangen reed. Dat uitgerekend het Franse BNP Paribas Fortis overnam, zou geen toeval zijn. Reynders is vriend aan huis in de Parijse salons waar politieke, economische en financiële belangen door elkaar lopen. Bij de redding van Dexia bleef België met een vergiftigde restbank achter. Terwijl het omvormen van Dexia tot een hefboomfonds vooral een verantwoordelijkheid was van de Franse bestuurders en managers.
3. Kabinetsmedewerkers worden beloond met belangrijke financiële posten
Didier Reynders mag dan wel de Belgische politiek verlaten, veel van zijn sherpa’s zitten ondertussen op cruciale financieel-economische posten. Ex-kabinetschef Pierre Wunsch is gouverneur van de Nationale Bank. Jean-Paul Servais leidt de financiële waakhond FSMA. Bruno Colmant staat aan het hoofd van de vermogensbeheerder Degroof Petercam. En Peter Praet, nog een ex-kabinetschef, was jarenlang de economische bolleboos van de Europese Centrale Bank in Frankfurt. Van Reynders is bekend dat hij zijn kabinetsmedewerkers keihard liet werken. Maar na verloop van tijd volgt een mooie beloning.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier