Het economische beleid van Joe Biden: stevig palmares, gekocht op de poef
Het economische palmares van president Joe Biden mag gezien worden. De Amerikaanse economie stoomt door, de industrie kent een renaissance en banen zijn er bij de vleet. Maar het succes is met geleend geld bij elkaar gekocht en het fel gestegen prijspeil maakt het voor Kamala Harris moeilijk om ‘bidenomics’ electoraal te verzilveren.
“Ik heb de term ‘bidenomics’ niet uitgevonden. Echt niet. ‘Bidenomics’ komt van The Wall Street Journal en Financial Times”, zei president Joe Biden vorig jaar tijdens een speech in Chicago. Aanvankelijk wou het Witte Huis niet weten van de geuzennaam voor het economische beleid, want de bijklank was lang pejoratief. Bidenomics ging lang gebukt onder een hoge inflatie die nog altijd voor veel ongenoegen bij de kiezers zorgt.
Mooi palmares
Het economische palmares van Joe Biden mag nochtans gezien worden. Het post-covidherstel was krachtig, zeker in vergelijking met het amechtige herstel in Europa. De werkloosheid daalde tot historisch lage niveaus. Ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt stijgen sinds 2023 de reële lonen. Amerika beleeft een ongeziene industriële revival, de beurzen boeken records. De Amerikaanse economie lijkt het krappere geldbeleid van de Amerikaanse centrale bank (de Fed) te overleven en maakt zich op voor een zachte landing.
“De Amerikaanse economie zette de jongste jaren een opmerkelijke prestatie neer”, luidt het oordeel van het Internationaal Muntfonds (IMF). De economie hield geen littekens over aan de coronacrisis. Het bbp en de werkgelegenheid kloppen zelfs de verwachtingen die in 2019 geformuleerd werden, ondanks dus de pandemie in 2020. Geen enkel ander G20-land slaagde daarin (zie grafiek). “Sinds eind 2020 kwamen er liefst 16 miljoen jobs bij. De armoede blijft wel hoog, en de inkomensstijging is ongelijk verdeeld”, aldus het IMF.
‘Het land heeft geen budgettaire ruimte meer over om een volgende crisis op te vangen, terwijl het ook extra moet investeren in defensie’
Erik Buyst, KU Leuven
Het Witte Huis omarmt de term bidenomics intussen. “Bidenomics is working. Het beleid rust op drie pilaren: meer en slimme investeringen; meer macht en opleiding voor de werknemers; en de promotie van concurrentie ten koste van oligopolies”, zo vatte de persdienst van het Witte Huis vorig jaar het beleid samen. Het jarenoude trickeldown-beleid – wat goed is voor de kapitaalkrachtigen is finaal ook goed voor iedereen – werd vervangen door een beleid dat vooral de belangen van de middenklasse en de onderkant van de arbeidsmarkt verdedigt. “De koopkracht van de lagere inkomens werd ook bewaakt met een actiever prijsbeleid, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg. Bedrijven met een grote marktmacht konden niet langer zomaar hun gang gaan”, zegt Hans Dewachter, hoofdeconoom van KBC Groep.
Industriële revival
De Amerikaanse minister van Financiën en voormalige Fed-voorzitter Janet Yellen omschrijft de groeistrategie van Joe Biden als een “modern aanbodbeleid”, dat verschilt van een klassiek aanbodbeleid omdat de focus ligt op investeringen in plaats van op deregulering en belastingverlagingen. Met een combinatie van publieke en private middelen wordt stevig geïnvesteerd in de verouderde infrastructuur, in productiecapaciteit voor strategische componenten als halfgeleiders en in de klimaattransitie.
Dat industriële beleid werpt vruchten af. Aangevuurd door honderden miljarden dollars die de Amerikaanse overheid via de Inflation Reduction Act en de Chips Act vrijmaakt voor subsidies en belastingverlagingen, kennen de Verenigde Staten een ongeziene verdrievoudiging van de bouw van industriële infrastructuur (zie grafiek). De focus ligt vooral op ICT, halfgeleiders, datacenters en elektrisch materiaal. Die industriële renaissance is behoorlijk uniek, want in Europa of Japan blijft ze voorlopig uit. “Bidenomics heeft de aanbodkant van de economie versterkt. Daarnaast voerde Biden ook een relatief soepel migratiebeleid, wat ook het arbeidsaanbod verruimde”, zegt Hans Dewachter.
Gekocht op de poef
Critici plaatsen vraagtekens achter dat beleid. “Een modern aanbodbeleid zou ik bidenomics toch niet noemen. De ruggengraat van bidenomics bestaat uit een klassiek keynesiaans beleid, met veel investeringen in infrastructuur of het onderwijs. Het klopt dat het aanbod versterkt wordt, maar dat gebeurt te weinig selectief. Biden gooit vooral met veel geleend geld. De grote zwakte van bidenomics is dat alles op de poef wordt gekocht. De groei is vervalst met budgettaire doping. Op lange termijn is bidenomics niet houdbaar”, zegt Erik Buyst, professor economie aan de KU Leuven.
“Begrotingsevenwichten staan niet hoog op de agenda. De schuldopbouw zal de volgende jaren doorgaan”, zegt Hans Dewachter. De Amerikaanse federale overheid kampt met een begrotingstekort van 7 procent van het bbp. De schuldgraad van de totale overheid is gestegen tot 120 procent van het bbp. Bij ongewijzigd beleid zal ze 150 procent aantikken in 2035. Stijgende intrestlasten eten een steeds groter deel van het budget op. “Niemand weet waar het budgettaire breekpunt ligt, maar er zit al wat druk op de ketel. In tegenstelling tot vroeger financiert China de Amerikaanse tekorten niet langer. De VS spelen een gevaarlijk spel. Het land heeft geen budgettaire ruimte meer over om een volgende crisis op te vangen, terwijl het ook extra moet investeren in defensie. Je kunt niet alles met schulden blijven betalen”, zegt Erik Buyst.
‘Bidenomics was bijzonder effectief om de Amerikaanse economie opnieuw snel te laten aansluiten bij de potentiële groei’
Hans Dewachter, KBC Groep
Zeker het initiële post-covidbeleid kwam onverkort uit het keynesiaanse handboek. De regering stopte ongezien veel geld in de handen van de consument om de economische schade van de covidcrisis tot een minimum te beperken. “De American Rescue Act was een pure koopkrachtmaatregel, die zeer belangrijk was om de economie over de crisis te tillen. Als geheel genomen was bidenomics bijzonder effectief om de Amerikaanse economie opnieuw snel te laten aansluiten bij de potentiële groei. Bidenomics paste dus perfect in het tijdsframe. Er was zelfs enige oververhitting van de economie”, zegt Hans Dewachter.
De pijnlijke inflatiegolf
De smet op het blazoen blijft de inflatiegolf die de doorsnee Amerikaan flink pijn heeft gedaan. De prijsstijgingen mogen stilaan onder controle zijn, Joe Sixpack ligt vooral wakker van de prijzen die hij in de winkel betaalt en dat is 25 procent meer dan vijf jaar geleden. Het consumentenvertrouwen blijft verbazend laag en in enquêtes tonen de Amerikanen zich kwaad over de economische gang van zaken. Dat de lonen uiteindelijk gelijke tred houden met de inflatie, en sinds vorig jaar opnieuw sneller stijgen dan de inflatie, maakt voorlopig weinig indruk. Het sentiment over het fors gestegen prijspeil blijft zuur. “De lonen worden niet automatisch geïndexeerd in de VS. Bij elke inflatieopstoot wacht voor werknemers de onaangename taak om het loon te heronderhandelen. Amerikanen verachten inflatie. Dat heeft bijvoorbeeld de Democratische uittredende president Jimmy Carter in 1980 zijn baan gekost”, zegt Erik Buyst.
Bidenomics is niet de hoofdschuldige van de inflatiegolf, want de hele wereld kreeg na de covidcrisis af te rekenen met forse prijsstijgingen toen haperende aanvoerketens een snel vraagherstel niet konden bijbenen. De president scoorde punten in de inflatiestrijd door de Fed zijn gang te laten gaan en de aanbodkant van de economie te versterken, maar Joe Biden kan wel verweten worden de inflatie eerst te enthousiast opgepookt te hebben. “Net als in Europa piekte de inflatie in de VS ook rond 10 procent, hoewel de VS in tegenstelling tot Europa veel minder af te rekenen kregen met een sterke stijging van de energieprijzen”, zegt Hans Dewachter. “Het aanhoudend expansieve begrotingsbeleid, ook als het economisch goed gaat en als de arbeidsmarkt krap is, zorgt voor aanhoudende inflatoire druk”, zegt Erik Buyst.
‘Sinds covid wordt de overheid gezien als een noodzakelijke politieagent die ook de economie aanstuurt. Maar we hebben in de jaren zeventig geleerd dat te veel overheidsbemoeienis niet altijd werkt’
Erik Buyst, KU Leuven
Paradigmashift met nevenschade
Met bidenomics voltrekt zich een paradigmashift in het Amerikaanse economische beleid. Met reaganomics als startschot lag de klemtoon vanaf de jaren tachtig op marktwerking, deregulering en belastingverlagingen, maar nu keert de slinger terug naar meer overheidsingrijpen. “De tijdsgeest is gekanteld”, zegt Erik Buyst. “De financiële crisis in 2008 betekende het failliet van de zelfregulering in de financiële sector en vereiste overheidsingrijpen om de zware recessie te lijf te gaan. De covidcrisis vereiste opnieuw een tussenkomst van de overheid. Sindsdien wordt de overheid gezien als een noodzakelijke politieagent die ook de economie aanstuurt. We hebben echter in de jaren zeventig geleerd dat te veel overheidsbemoeienis niet altijd werkt.
andaag is in Europa de regeldrift van de EU al een deel van het probleem. De economie wordt verstikt door te veel regels. Dat is allemaal goedbedoeld, maar welke grote innovaties mogen de voorbije jaren op het palmares van Europa geschreven worden? Dit is een wake-upcall voor Europa. Een ouderwetse deregulering is een must om orde op zaken te stellen. De slinger is doorgeslagen. Ik pleit niet voor het Wilde Westen, maar voor een eenvoudigere en slimmere regulering.”
‘De verdere vertraging van de groei van de wereldhandel en de internationale investeringen is op wereldvlak de belangrijkste nevenschade van bidenomics’
Hans Dewachter, KBC Groep
Wereldwijd gold lang de Washington Consensus, met als spil een vrije internationale handel gebaseerd op regels en afspraken. De wereldeconomie bloeide, maar onder meer de Amerikaanse maakindustrie kreeg klappen. “Donald Trump viel als eerste de consensus aan en Joe Biden heeft die lijn doorgetrokken. Door bijvoorbeeld de export van hoogwaardige chips aan banden te leggen, zette Biden de internationale instellingen buitenspel”, zegt Hans Dewachter.
In bidenomics zit ook een stevige scheut trumpiaans beleid. America first is ook voor Biden een leidmotief. Bedrijven worden verplicht een minimum aan lokale inputs te gebruiken. Aan de door Trump verhoogde handelstarieven is niet getornd. De houding ten opzichte van China is even agressief. “Dit aspect van bidenomics is het meest kwalijk voor de rest van de wereld. De verdere vertraging van de groei van de wereldhandel en de internationale investeringen is op wereldvlak de belangrijkste nevenschade van bidenomics”, zegt Hans Dewachter.
Ook in de Europese industrie blaast een koude protectionistische Westenwind. “Het Amerikaanse industriebeleid vangt vliegen af van Europa. De investeringen in de VS zijn geschrapte investeringen in Europa. Wij kunnen ons dat niet veroorloven. Dat gedrag verwacht je niet van een bondgenoot. Europa zal reageren met protectionistische maatregelen of met een kopie van het Amerikaanse beleid, met als risico dat we onze economie overbelasten en dat we ons nog dieper in de schulden steken als we ondoordacht met geld gooien. Het rapport van Mario Draghi ademt een ouderwetse keynesiaanse aanpak”, zegt Buyst.
De les voor Europa
Zeker op korte termijn is het eindrapport van bidenomics positief. Kan Europa daar iets van leren? “We hebben nog maar eens moeten vaststellen dat het in crisistijden een enorm voordeel is als je, zoals de VS, beschikt over een fiscale unie en als je de reservemunt van de wereld uitgeeft”, zegt Hans Dewachter. “Het Amerikaanse beleid van grote overheidstekorten wordt niet afgestraft door de financiële markten. Mochten eurolanden zo’n beleid voeren, dan zouden de markten daar sneller zenuwachtig over worden. In Europa worden we sneller veroordeeld tot fiscale consolidatie. De VS beschikken over meer financiële slagkracht.”
Amerikaanse verkiezingen 2024: lees ons dossier over de VS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier