‘Het defensiebudget moet stijgen’

Tussen 2019 en 2024 gaan veel militairen met pensioen. Het vrijgekomen geld kan gaan naar modern materiaal. Dat zegt Trends-redacteur Alain Mouton.

In tijden van besparingen lijkt het waanzin, en toch is de oproep van minister van Defensie Steven Vandeput om het defensiebudget op te trekken van 2,2 miljard aan het einde van deze legislatuur naar 6,3 miljard euro in 2030 terecht. De andere NAVO-landen noemen België al een tijdje een ‘clandestiene reiziger’. Ons land herbergt het politieke en militaire hoofdkwartier van de alliantie, maar ons leger krimpt al jaren. Vandeput waarschuwt: als er niets gebeurt, is het in 2025 gedaan met ons leger. Daarmee staat hij in de regering voorlopig alleen.

Toch is een hoger defensiebudget op termijn een must en wel om drie redenen. Ten eerste is de internationale situatie zeer instabiel aan de oostgrens en de zuidkant van Europa. In zulke omstandigheden moet iedereen zijn steentje bijdragen. Het IJsland-scenario – geen leger maar enkel financieel bijdragen – is geen optie. Daarvoor ligt België strategisch te belangrijk, en bovendien zorgt het NAVO-hoofdkwartier voor veel jobs. Ten tweede is een leger anno 2015 niet meer te vergelijken met dat van pakweg de jaren zestig. Het gaat nu om een hoogtechnologische branche die veel investeringen in materiaal vraagt. 70 procent van het legerbudget gaat nu nog naar lonen. Maar tussen 2019 en 2024 gaan veel militairen met pensioen. Dat is een unieke kans om de vrijgekomen loonmassa te gebruiken voor een modernisering van het materiaal.

Ten slotte heeft investeren in defensie een positief effect op de economie. Aan de geplande vervanging van de F-16’s hangen economische compensaties vast. Niet direct in de zuivere defensie-industrie maar wel op andere domeinen. Kandidaat-leveranciers voor de opvolger van de F-16 (onder andere Lockheed Martin, Saab en Dassault) zijn ook in de niet-militaire branche actief; ze produceren van ziekenhuismateriaal tot satellieten. Belgische bedrijven moeten daar meer dan een graantje van kunnen meepikken.