Hans Geeroms (Europacollege/KU Leuven) over de Europese eengemaakte markt: ‘Centralisering mag geen dogma worden’

De gewezen Italiaanse premier Enrico Letta en voorzitter van de Europese Raad Charles Michel © Belga
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

De Europese eengemaakte markt schonk ons veel welvaart, maar is verre van voltooid. Een rapport van de gewezen Italiaanse premier Enrico Letta toont hoe het verder moet. Hans Geeroms, professor Europees Economisch Beleid, waarschuwt voor overdreven Europese ijver.

België spint goed garen bij de Europese Unie, en zeker bij de vrije Europese markt. Het onbelemmerde handelsverkeer heeft ons bbp 4,4 procent groter gemaakt, zo berekende het Nederlandse Centraal Planbureau. België behoort daarmee tot de Europese koplopers. Nederland bijvoorbeeld moet tevreden zijn met 3,1 procent, nog steeds een respectabele handelswinst. “Die cijfers zijn in feite een onderschatting,” zegt Hans Geeroms, professor Europees Economisch Beleid aan het Europacollege en de KU Leuven – Campus Brussel. “Als een bedrijf meer kan uitvoeren dankzij vrije handel, profiteren de toeleveranciers daar ook van. Bovendien versterkt vrijhandel de concurrentie, wat leidt tot meer innovatie en hogere productiviteit, en dus meer groei. De studie houdt echter geen rekening met zulke indirecte effecten.”

De conclusie blijft dezelfde: de EU zet maar beter vaart achter de uitdieping van de eengemaakte markt. Want tussen de markten van de lidstaten blijven nog veel beschotten overeind, bijvoorbeeld in de dienstensectoren. In zijn rapport over de toekomst van de Europese eengemaakte markt geeft de Italiaanse oud-premier Enrico Letta een treffend voorbeeld. We hebben in Europa veel hogesnelheidstreinen, maar geen Europese markt voor treinvervoer. De hogesnelheidstreinen steken de landsgrenzen niet over, met de lijn Parijs-Brussel-Amsterdam als uitzondering die de regel bevestigt.

Wat vindt u van het rapport van Enrico Letta?

HANS GEEROMS: “Zeer uitvoerig en boeiend. Vaak herkauwen dergelijke rapporten zaken die al lang geweten zijn, maar Letta doet een aantal interessante voorstellen, zoals het vrije verkeer van kennis, een idee van wijlen Europees commissievoorzitter Jacques Delors. Het vrije verkeer van kennis zou een nieuwe pijler onder de eengemaakte markt moeten worden, naast het vrije verkeer van goederen, diensten, mensen en kapitaal. Erg aantrekkelijk is ook zijn pleidooi voor een eengemaakte markt voor energie, telecom en financiële diensten, al is dat niet nieuw.”

Letta’s voorstel voor echte pan-Europese treinverbindingen is evenmin nieuw. Vreest u niet dat het Letta-rapport vooral stof zal vergaren, zoals zoveel Europese rapporten?

GEEROMS: “Dat risico bestaat. Vele van die rapporten worden amper gelezen. De Europese Unie is briljant in het voortbrengen van ideeën, maar zwak in het uitvoeren ervan. De uitbouw van een Europees netwerk van hogesnelheidstreinen zou geen probleem mogen zijn: het is ecologisch en comfortabel, het kan gebeuren met Europese technologie, en voor kortere afstanden is het een goede concurrent voor de Europese luchtvaart, die overmatig gesubsidieerd wordt. Waarom komt het er dan niet van? Aan een gebrek aan middelen ligt het niet. Volgens mij ligt het aan nationale reflexen, traditionele monopolies en gebrek aan politieke wil.”

De eengemaakte Europese kapitaalmarkt, een groot punt van Letta, werd ook al niet op enthousiasme onthaald op de EU-top van vorige donderdag.

GEEROMS: “Ook dat project kost nochtans geen geld, en is ook al jaren oud. Het viert straks zijn tiende verjaardag. Op dat punt heeft Letta vooral de Franse ideeën overgenomen, en te weinig geluisterd naar de andere lidstaten.”

Welke zijn die Franse ideeën dan?

GEEROMS: “Onder meer het idee om banken meer kredieten te laten verpakken in effecten en die door te verkopen aan beleggers. Die techniek is nuttig, want het bezorgt de bank verse middelen, die anders vast blijven zitten in leningen op lange termijn. Maar in 2008 is het grondig fout gelopen met die verpakte kredieten, en zijn ontelbare miljarden in rook opgegaan. Je moet dus zorgen voor transparantie en voldoende grote kapitaalbuffers bij de banken om verliezen op te vangen. Maar de Franse bankensector heeft veel politieke invloed, en wil zoveel mogelijk verpakte kredieten verkopen, zonder al te veel beperkingen. Letta had best wat meer nadruk mogen leggen op financiële stabiliteit. Dat is de beste garantie voor een goed werkende Europese kapitaalmarkt.”

Letta pleit nochtans voor een sterker Europees toezicht op de kapitaalmarkten, via meer macht voor ESMA, de European Securities and Markets Authority.

GEEROMS: “Ook in dat voorstel is de Franse invloed merkbaar. Als Letta pleit voor een sterker ESMA, waarom pleit hij dan niet voor een sterker EIOPA (European Insurance and Occupational Pensions Authority; nvdr.), de toezichthouder voor verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen, die ook een grote rol kunnen spelen in de kapitaalmarktenunie? Het verschil is: EIOPA is gevestigd in Frankfurt, de Duitse financiële hoofdstad, en ESMA is gevestigd in Parijs, dichtbij Bercy, het Franse ministerie van Economie en Financiën. Dat komt ook de Fransen goed uit. Wie onder toezicht staat, zit om menselijke redenen graag dichtbij zijn toezichthouder.”

De reflexen van het oude Europa leven blijkbaar voort. Maar is het daarom een slecht idee om het Europees toezicht op de kapitaalmarkten te versterken?

GEEROMS: “Je moet genuanceerd zijn.  Het is niet omdat een instelling Europees is, dat ze daarom alle macht moet hebben. De ESMA doet nu reeds waar het voor gemaakt is. De nationale toezichthouders komen er samen om de violen gelijk te stemmen en de bestaande Europese regels op uniforme manier toe te passen. Iets anders is het toezicht op de grote Europese banken: dat is terecht gecentraliseerd. Want het wanbeleid van de grote banken was de oorzaak van de financiële crisis van 2008-2009. Het bankentoezicht zit in handen van de Europese Centrale Bank, via haar rol in het Eengemaakt Toezichtsmechanisme. Het ESMA houdt echter toezicht op de aandelenbeurzen en investeringsfondsen. Hebben die al voor een financiële crisis gezorgd? Ik dacht van niet. Europese centralisering mag geen dogma worden. Als je centraliseert zonder aanwijsbare voordelen voor de burger, hoedt u voor de politieke weerbots.”

Een eengemaakte Europese kapitaalmarkt moet de vele duizenden miljarden op de Europese spaarrekeningen mobiliseren voor investeringen in de Europese economie. Daar kan moeilijk iets verkeerds mee zijn.

GEEROMS: “Er is geen tekort aan Europees spaargeld, Europa spaart meer dan het investeert. Het probleem is het tekort aan Europese investeringsprojecten. De spaarders zitten klaar om de energietransitie te financieren. Maar omdat in Europa vergunningen voor projecten te lang op zich laten wachten, exporteren de Europese spaarders hun geld naar de VS, waar er investeringskansen bij de vleet zijn.”

Dus, we maken ons best niet te veel illusies over de mobiliserende kracht van een Europese kapitaalmarktenunie?

GEEROMS: “Ik vrees dat het hooguit voor een verschuiving van het spaargeld zal zorgen. Om Europese investeerders van de nodige middelen op lange termijn te voorzien, pleit Letta onder meer voor het zogenoemde Pan-European Personal Pension Product, een soort Europees pensioenfonds, alweer een lievelingsidee van Frankrijk. Het product zou mensen moeten aanzetten om meer te sparen, maar dat is nonsens. Mensen zullen gewoon hun spaarboekje leeghalen om het geld in het pensioenfonds stoppen. Het spaargeld zal niet toenemen, maar verschuiven.”

Letta pleit ook voor de uitgifte van Europese obligaties om te investeren in defensie. Goed idee?

GEEROMS: “Zeker. Europa kan gemeenschappelijke schulduitgiftes gebruiken voor de financiering van allerlei noden, zoals defensie, de energietransitie en andere, op voorwaarde van een Europese toegevoegde waarde die de lidstaten zelf niet kunnen bieden. Maar Letta zal eerst Berlijn en Den Haag moeten overtuigen. En daarin zal hij niet slagen. Dus hij kan blijven dromen. Dat een Italiaanse politicus promotie voert voor Europese schulduitgiftes is niet verwonderlijk. Italië is overladen met overheidsschuld, dus laat Europa maar schulden maken. Gelukkig zijn er realistischere manieren om onze defensie te versterken. Begin met een gemeenschappelijk defensiemarkt, en zorg voor gezamenlijke aankopen van wapens, liefst geproduceerd in Europa.”

Botsen de plannen van Letta niet te veel met de vrees van de lidstaten voor te veel macht in handen van de EU?

GEEROMS: “Er kunnen goede redenen zijn voor meer macht in handen van de EU. Een typisch voorbeeld zijn de 27 verschillende belastingstelsels voor ondernemingen in de EU. Letta pleit terecht voor Europese harmonisering, om de zinloze belastingcompetitie tussen lidstaten te beëindigen. Maar het antwoord is niet altijd: meer Europa. Zo pleit Letta voor een Europees fonds voor bedrijfssubsidies, gefinancierd met geld uit de subsidiepotten van de lidstaten. Dat moet de subsidiewedloop tussen lidstaten vermijden, waarbij landen met diepere zakken – zoals Duitsland en Frankrijk – omvangrijke subsidies kunnen uitdelen en zo bedrijven weglokken uit kleinere landen als België. Om de subsidiewedloop stil te leggen heb je echter geen nieuw Europees fonds nodig. Je hebt een Europese commissie nodig die de nationale subsidies beter controleert en de vervalsing van de concurrentie stopt. De commissie moet aan Duitsland en Frankrijk durven zeggen om op te houden met het weglokken van bedrijven uit andere lidstaten.”

Staat u nog achter de basisgedachte van Letta: de uitdieping van de Europese eengemaakte markt?

GEEROMS: “Uiteraard, we hebben dat nodig. En het draagt bij tot onze welvaart, zoals blijkt uit de studie van het Nederlandse Centraal Planbureau. Maar om de eengemaakte markt te voltooien hoeven we geen grote budgetten te mobiliseren, fondsen op te richten of nieuwe Europese belastingen te heffen. We moeten de economische barrières tussen lidstaten slechten. Dat is een permanente, onzichtbare strijd voor de Europese commissie. Europese plannen moeten niet alleen omgezet worden in wetgeving, die wetten moeten ook uitgevoerd worden. Maar de lidstaten zoeken voortdurend achterpoortjes of werpen nieuwe hindernissen op.”

Daar komt u bij het kernprobleem: het zijn de lidstaten die de Rubicon moeten durven oversteken.

GEEROMS: “En dat vergt leiderschap. De Duitse minister van Financiën Christian Lindner was geen fan van een Europese kapitaalmarktenunie. Maar op de EU-top van donderdag heeft Duits bondskanselier Olaf Scholz zijn verantwoordelijkheid genomen en het plan gesteund. Scholz ziet immers het Duitse industriële model voor zijn ogen verkruimelen. De Duitse autoconstructeurs lopen achterop in de markt voor elektrische wagens, en ook in innovatieve hightech en artificiële intelligentie staat Duitsland ongeveer nergens. De kapitaalmarktenunie moet zorgen voor de broodnodige investeringen, redeneert Scholz. Intussen kan Duitsland niet meer rekenen op goedkoop Russisch aardgas, en krijgt het concurrentie van de VS en zijn Inflation Reduction Act (die overheidssteun voorziet voor groene investeringen; nvdr.). Scholz is juist terug van een bezoek aan China. Hij is daar net niet weggelachen. Hij zal gevoeld hebben: ‘zonder Europa heb ik niet veel meer te betekenen in Peking.’ Spijtig genoeg gaat Europa pas vooruit in tijden van crisis. Die crisis is er nu. Er woeden oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, de Amerikaanse economie overklast de Europese, en de Chinese dumping doodt delen van onze industrie, zoals de zonnepanelenproductie. Ik hoop dat Europa nu eindelijk eens in staat is om rode lijnen te overschrijden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content